Rolf bekijkt zich eens, wat hij kan doen om genoeg voedsel naar het dorp terug te brengen. Hij zou hier zonder problemen genoeg rendieren kunnen doden, maar hoe krijgt hij ze naar het dorp? Hij is maar alleen. Hij heeft wel zijn wolvenfamilie, maar hij kan niet van hun verwachten, dat ze de karkassen naar het dorp gaan slepen. Hij kijkt eens rond zich heen. Hij ziet een bos staan, waar kleine bomen in staan. Een aantal berkenbomen staan krom door de last van de sneeuw. Daarvan zou hij een slede kunnen maken, maar dan nog zit hij met een probleem, hoe hij die slede zou moeten trekken.
Maar het begint al laat te worden, en Rolf is het niet meer zo gewend om in de open lucht te slapen. Maar zijn familie helpt hem nu ook weer. Als Rolf wat bladeren haalt, om een betere slaapplaats te maken en zich daar neer legt, komen ze allemaal tegen hem aanliggen. Ondanks de koude ondergrond zijn hun vachten warmer dan welke deken dan ook. Het geeft Rolf een welkom gevoel, als hij daar met hun ligt. Hij denkt even aan Selma, en valt dan in slaap.
Het is vroeg in de morgen, als Rolf wakker wordt. De slaap heeft hem goed gedaan. Hij kijkt nog eens naar het bos, waar de berken in staan en dan naar de kuddes rendieren, die ongestoord op korte afstand van hun staan te grazen. Rolf bedenkt zich, dat die rendieren toch behoorlijke sterke dieren zijn, en opeens gaat bij hem een lichtje branden. Waarom zou hij die rendieren niet kunnen gebruiken om zijn slee te trekken. Dat wordt immers al meer gedaan, maar hoe train je een rendier om dat te doen. En dan moet hij nog materialen hebben om die slee te kunnen maken.
Maar dan valt zijn oog op een wat oudere oeros, die een beetje afzijdig staat. Hij lijkt ziek en dat hebben de wolven ook al opgemerkt. De oeros is enorm, en Rolf beseft dat hij met de huid en de ingewanden van dat beest bindmaterialen kan maken. Hij staat meteen op, en meteen staat de hele roedel op. Ze kijken naar hem, en als ze doorhebben, dat hij het gemunt heeft op de oeros, lijkt het lot van het dier al bezegeld. Want wat zou dat beest kunnen uithalen tegen zo'n enorme roedel wolven.
Op het teken van Rolf omsingelen ze de oeros. Die lijkt al te weten wat er staat te gebeuren, maar lijkt geenszins van plan om zich bij zijn lot neer te leggen. Vervaarlijk dreigt hij met zijn hoorns en schraapt met zijn hoeven over de grond, klaar om iedereen, die hem durft aan te vallen, aan zijn scherpe horens te spiesen. Maar hij is duidelijk niet op zijn gemak, op zich niet zo vreemd als meer dan 30 wolven en een mens je omsingelen. Van die mens trekt hij zich minder aan, ondanks dat hij heel goed weet, dat die mens een gevaar is. En dat gebruikt Rolf in zijn voordeel. Langzaam loopt hij op de oeros af, terwijl de wolven gespannen toekijken op wat hun leider gaat doen. Ze wachten op zijn teken om de oeros aan te vallen.
Rolf nadert de oeros op slechts enkele meters, waarop de oeros behoorlijk nerveus begint te worden. Hoewel hij Rolf eerst als een minder gevaar inschatte, is dat nu wel anders. Want zo dichtbij wil hij die mens ook weer niet hebben. Maar het is voor de oeros steeds moeilijker om aan te vallen, omdat de wolven hem steeds meer insluiten. De cirkel wordt steeds kleiner. Toch doet hij een aanval op Rolf, die daar echter al rekening mee gehouden had. Sterker nog, hij had er al op gerekend. Als de oeros op hem af stormt, ontwijkt hij de aanval behendig, en grijpt de hoorns van het zware dier vast. En ondanks dat de oeros ruim bijna 1000 kilo weegt, lukt het Rolf om de oeros zijn evenwicht te laten verliezen. Hij moet wel wegspringen om de oeros niet op zich te krijgen. En zodra de oeros op de grond ligt, stormen de wolven toe om het karwei af te maken. De oeros kan tegen deze overmacht niets meer uithalen en als de wolven zijn strot doorbijten, vloeit het leven langzaam uit hem weg.
Rolf is buiten zich van blijdschap, maar moet dan meteen weer aan de bak, als de wolven zich op de dode oeros willen storten. Met een grom laat hij weten, dat hij de eerste rechten heeft. En de wolven weten nog maar al te goed, hoe Rolf kan reageren, als hij kwaad wordt. Ze trekken zich haastig terug en wachten af wat Rolf gaat doen. Maar Rolf trekt zijn mes en begint het kadaver te villen. Ook snijdt hij de pens open en gooit al wat stukken vlees naar de hongerige meute. Zelf neemt hij de darmen en de huid en de rest laat hij over aan de hongere meute wolven.
JE LEEST
Úlfr
Historical FictionÚlfr, een heel oud noords woord voor wolf. Hoewel de naam in het boek geen hoofdrol speelt, draait zich alles om dit woord. In de vroege middeleeuwen in Zweden, zo rond 1200 na Chr. leeft er een jongen, genaamt Rolf Hamundsen, die wordt opgevoed doo...