Hoofdstuk 25

504 23 1
                                    

Ik open mijn ogen en ga rechtop zitten als ik harde geluiden hoor naast me. Ik kijk opzij en zie Harry op zijn krukken strompelend heen en weer in de kamer lopen om zijn tas in te pakken. 'Harry wat doe je?' Zeg ik terwijl ik me zuchtend weer achterover laat vallen. 'De dokter kwam net ik mag weer naar huis!' Zegt Harry met een grote lach op zijn gezicht. 'Echt waar?' Ik kom meteen overeind en loop naar hem toe om hem een knuffel te geven. Hij ligt hier al een paar nachten en omdat hij hier niet alleen wil liggen, ik ook.

De dagen dat harry in het ziekenhuis lag hebben we veel kunnen doen. We hebben een paar adressen gevonden van de mannen waarvan hopelijk één mijn vader is. Een paar wonen in wat dorpjes hier niet ver vandaan maar een paar wonen ook heel ver weg. 

'Dus op welke plaats wil je beginnen met je vader zoeken?' Begint Harry als we in de bus zitten. Ik kan nog geen auto rijden en Harry nu ook niet dus moeten we nu wel met de bus. 'Ik heb er eerder overnagedacht en ik denk dat als mijn vader ons gezin verlaat, hij ook niet dichtbij zou gaan wonen, dus ik denk dat we eerst wat verder weg moeten gaan zoeken.' Harry knikt. 'Dan moet je wel eerst je moeder overhalen om weg te gaan met mij voor een paar dagen.' Ik zucht en kijk uit het raam. 'Ja dat is waar dat gaat ze nooit goed vinden.' Harry legt een hand op mijn been en kijkt me aan. 'Je weet het niet, je kan altijd proberen toch?' 

Ze zijn nog steeds bezig met Harry's huis dus we stappen bij mijn huis uit de bus. Ik help Harry naar binnen en als we de woonkamer inlopen zie ik de politie met mijn moeder op de bank zitten. 'Ah Miss Wilson daar bent u.' Ik kijk van de agent naar mijn moeder en weer terug. 'Wat is er?' Vraag ik. 'Ik wil u nog een paar vragen stellen over het ongeluk. U rende steeds weg maar dat kan nu niet meer. We kunnen het niet langer uitstellen.' Ik knik en samen met Harry loop ik naar de bank. 'Ik wil jullie allebei graag spreken. Eerst Tess en dan Harry.' We knikken en Harry gaat op de bank zitten terwijl ik met de agent meeloop.

'Dus Tess, gaat alles weer goed?' Ik knik. 'Met mij wel en met Harry ook volgensmij. Met mij is er eigenlijk niks gebeurt.' 

'Maar het was wel een grote shock zeker?' Ik frummel wat met mijn handen en denk terug aan de dag. 'Ja het was heel erg om te zien.' De agent schrijft wat op zijn kladblok en kijkt me emotieloos aan. 'Hoe zag hij eruit Tess.' Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee hij had een bivakmust op. Ik kon alleen zijn ogen zien maar ik weet niet meer hoe die eruit zien.'

De agent vroeg me nog wat standaart dingen en stond daarna op. 'Bedankt Tess kan je Harry hierheen roepen?' Ik schud hem zijn hand en knik naar hem. Ik loop dan weer terug naar de kamer om Harry op te halen. 'Hoe is het gegaan?' Vraagt Harry zodra ik de kamer instap. 'Wel goed jij moet nu daarheen.' Harry knikt en loopt langs me heen de kamer uit. 

'Tess ik moet je nog wat vertellen.' Begint mam als ik net op de bank zit. 'Wat is er?' Vraag ik. 'Ik moet voor een paar dagen weg voor mijn werk. Alleen deze keer geen weekend maar 5 dagen.' 

'Dat is niet zo erg hoor.' Opluchting verlaat mijn lichaam. Nu hoef ik niks meer te verzinnen en kan ik zo een paar dagen mee met Harry om mijn vader te zoeken. 'Maar gelukkig is Maurits er zodat hij voor jullie kan zorgen.' Zegt mam vrolijk. 'Wat? Maurits?' Mam knikt. 'Ja hij woont hier nu toch. Hij is wel aan het werk elke dag maar het hele weekend is hij vrij en 's avonds kan hij lekker voor jullie koken.' Zegt mam terwijl ze me afwachtend aankijkt. 'Mam.' Zucht ik. 'Ik heb 16 jaar alleen op me gepast als jij een weekend weg was, ik ben bijna 17 ik kan dit wel alleen. En trouwens ik heb Jasper nog.' 

'Maar het is toch veel gezelliger als Maurits er is?' Lacht mam. Ik kijk haar aan zonder iets te zeggen en mams glimlach verdwijnt. 'Jammer dan Tess het is nou eenmaal zo.' 

Harry komt de kamer weer inlopen en ik zie gelijk iets in zijn gezicht dat er net nog niet was. Zijn ogen staan onzeker en bang. Ik loop snel naar hem toe. 'Harry wat is er gebeurt?' Harry kijkt me aan en probeert naar me te lachen. 'Niks hoor.' Ik kijk hem vragen aan maar besluit er niet verder op in te gaan. 

 ---

'Doei mam!' Roep ik voordat ze de auto instapt en wegrijdt. Ik loop het huis weer in terwijl Maurits nog even buiten blijft staan. Harry is al weer naar huis, de agent had gezegd dat ze klaar waren met het onderzoeken van Harry's huis dus hij kan er weer in, en Jasper is bij een vriend dus ik zit hier opgescheept met Maurits. 

Hij komt de kamer ingelopen en gaat bij me op de bank zitten en pakt weer zijn krant. 'Heb je die krant vanochtend niet al gelezen?' Maurits kijkt op. 'Voor de helft ja.' Ik zucht en ga onderuit zitten. Nadat hij na een kwartier nog bezig is met zijn krant en ik de hoop heb opgegeven dat hij ooit nog iets tegen me gaat zeggen, sta ik op en loop naar mijn kamer toe. 

Ik pak mijn tas en prop er zo veel mogelijk in voor de komende 5 dagen en verlaat mijn kamer weer. Ik loop naar beneden en loop iets sneller dan normaal de woonkamer in. 'En waar denk jij dat je heen gaat?' Zegt Maurits terwijl hij opkijkt van de tv. 'Ik ga naar Harry.' Zucht ik. 'Dat dacht ik niet. Het is al laat en donker, je gaat niet meer alleen over straat.' Ik leg mijn tas op de grond en pak mijn mobiel. 'Oke dan bel ik hem om me op te halen.' Maurits staat op en pakt mijn mobiel af. 'Je blijft gewoon hier je gaat morgen maar naar hem toe.' Ik probeer mijn mobiel weer af te pakken maar het lukt me niet. 'Geef gewoon mijn mobiel terug.' 

'Nee en waarom wil je opeens weg hier? Je kan toch wel gewoon hier slapen? En trouwens ik weet niet of je moeder het goed vindt dat je bij een jongen slaapt.' 'Wat maakt dat nou uit? Je merkt trouwens niet eens dat ik weg bent je zit alleen maar in je krant te lezen! Je negeert me totaal!' Schreeuw ik. Hij kijkt me verbaasd aan. Ik pak snel mijn mobiel en ren het huis uit. Ik hoor Maurits nog roepen maar als ik achterom kijk zie ik niks. 

Ik stuur Harry een berichtje of hij me wil ophalen bij het park en laat me vallen op het bankje. Ik leun met mijn hoofd tegen de leuning van het bankje. Ik hoor geritsel en kijk snel in die richting. Een jongen staat onder een lantarenpaal maar ik kan zijn gezicht niet goed zien. Ik krijg de rillingen en wordt bang als hij langzaam naar me toe loopt. Ik kruip wat naar achteren terwijl hij langzaam dichterbij komt.

Van achter hoor ik voetstappen en als ik Harry zie ren ik snel naa hem toe. Ik was vergeten dat hij met de bus moet om me op te halen. Ik geef hem snel een knuffel en zucht van opluchting. 'Wat is er gebeurt? Je trilt helemaal.' Ik kijk naar mijn handen die inderdaad trillen. 'Er is iemand bij de lantaarn. Hij kwam op me aflopen.' Harry kijkt naar de lantaarn. 'Waar?' Ik kijk ook naar buiten en zie niemand staan. 'Hij was er net nog echt waar.' Harry kijkt me aan. 'Het was vast niemand.' Zegt hij. Zijn ogen staan onzeker. 'Ja ik verbeelde het me vast.' Zeg ik teleurgesteld omdat Harry me niet gelooft.

Heeii people I'm back! Het spijt me dat ik heel lang niet meer heb geupdate! Ik had het super druk met mijn examens en in het weekend was ik bij een vriendin en ben ik niet meer thuis geweest :( 

Ik heb nu wel vakantie :D Dus hopelijk kan ik weer wat meer updaten. Alleen dit weekend ben ik er niet. Ik ben met vriendinnen op examenreis alleen als ik wifi heb kan ik misschien wel wat updaten! 

Ik moest ook even weer in het verhaal komen dus als het saai was of slecht geschreven of weet ik veel sorry! Ik hoop dat het een beetje leuk was :)

xxxC

My lifesaver (ft. Harry Styles dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu