013

839 30 0
                                    


De rest van de dag ontweken ze elkaar en was de lucht gevuld met ongemakkelijkheid. Louis wist niet wat hij met zichzelf aan moest, maar een ding wist hij in ieder geval zeker. Zijn imago als ladiesman in Engeland kon hij de deur wel uit doen. Hij was alles behalve straight. Of misschien was het alleen Harry, dat kon ook, maar dat betwijfelde hij ten zeerste. Aan de andere kant wilde hij daar ook niet achter komen. Alles wat hij wilde was Harry, zeker na vanmiddag. Het avondeten was ongemakkelijk en ze probeerde zoveel mogelijk elkaars blikken te ontwijken. De lucht was statisch en de warmte drukkend. Louis kon de ongemakkelijkheid er eigenlijk niet bij hebben, maar durfde de stilte zelf niet te verbreken. Wat zou hij moeten zeggen? Er is niks gebeurd, zo erg was het toch ook niet? Maar Louis wist wel beter.

De eerste onweersklap was luid, krakend en vergezeld door een felle lichtflits. Louis schrok en vloekte luid. 'Tering!'
Ook Harry schrok op, maar Louis had het idee dat het meer door zijn reactie dan door de onweersklap kwam. Er volgde nog een klap en het huisje leek te schudden.
'Oh mijn god.' Louis was nooit goed geweest met onweer. Zelfs in Engeland, waar het met het slechte weer vaker voorkwam dan hem lief was, kon hij er nooit aan wennen.
'Alles oké?'
'Ja. Nee. Ik ben niet zo'n enorme fan van onweer.'
Het was het meeste wat ze na vanmiddag met elkaar gesproken hadden. Er volgt weer een klap en Harry staat op.
'Ik ga even bij de paarden kijken.'
'Nu?' Louis' stem slaat over en verschrikt slaat hij een hand voor zijn mond.
'Ja, nu. Ik moet even kijken of ze oké zijn.'
Louis knikt en Harry verlaat het huisje. Nog een flits, een klap en het huisje schudt weer.
'Oh fuck me.' Louis staat op en sprint de slaapkamer in. Hij verbergt zich onder de lakens en probeert aan andere dingen te denken. Thuis zou hij zijn laptop pakken, Netflix aan zetten en een serie kijken om zijn gedachten te verzetten. Hier is er geen Netflix en is het te donker om een boek te lezen, en te warm om licht te maken met het vuur. Hij is overgeleverd aan het onweer.

'Lou?'
'Hier,' piept hij.
Harry loopt de slaapkamer in, staat dan verbaasd stil en staart hem aan.
'Heu, dus echt niet zo'n fan van onweer?'
Louis schudt zijn hoofd en trekt de lakens wat verder omhoog als er weer een onweersklap te horen is.
'Hoe was het met de paarden?'
'Prima. Staan gewoon rustig in de stal.'
Louis knikt. 'Dat is mooi.'
Ook Harry knikt en ontdoet zich van zijn shirt en broek. 'Schuif eens op.'
Louis schuift een stuk op en trekt de lakens met zich mee. Harry stapt ook het bed in, trekt met een ruk de lakens een stuk naar hem toe en kruipt eronder. De temperatuur is aanzienlijk aan het dalen en Louis zucht opgelucht. Dan wordt het tenminste geen warme nacht, misschien dat hij zelfs door het onweer heen kan slapen. Een harde knal laat hem springen en hij kruipt wat dichter naar Harry toe.
'Help.'
Harry trekt een wenkbrauw op. 'Wat wil je dat ik doe? Ik kan het onweer niet wegtoveren.'
'Weet ik veel! Doe iets. Ik wil slapen, niet bang zijn.'
Harry rolt zijn ogen en houdt zijn handen over Louis' oren. Geërgerd slaat Louis Harry's handen weg en slaat hij zijn armen over elkaar.
'Heel grappig.'
Harry haalt zijn schouders op. 'Ik moest toch iets doen?'
Louis draait zich op zijn zij en trekt de lakens over hem heen. 'Je weet ook dat ik dat niet bedoelde. Laat maar weer.'
Hij hoort Harry grinniken en snuift verontwaardigd. Dan sluit hij zijn ogen en probeert hij toch maar te slapen, hoewel het onweer dat toch lastiger maakt. Een harde klap laat hem weer opschrikken en snel draait hij zich om, waarna hij zonder nadenken zijn gezicht tegen Harry's borstkas verbergt. Louis kan Harry voelen verstijven, waarna de jongen toch weer ontspant en een arm om hem heen slaat.
'Het komt wel goed, Lou. Het is maar onweer.'
'Zeg jij ja.'
'Voor zover ik weet is er nog nooit iemand doodgegaan aan onweer.'
'Nee, alleen aan de flitsen.' Louis rolt met zijn ogen en kruipt wat dichter tegen Harry aan.
'Precies ja. En de flitsen kunnen ons hier binnen niet raken.'
Louis lacht zachtjes en hij kan Harry voelen grinniken.
'Zie? Je lacht zelfs al weer.'
Louis knikt timide en ademt zachtjes uit. Zijn angst voor het onweer is alweer weggeëbd, Harry laat hem zich iets veiliger voelen. En dat is fijn, natuurlijk is dat fijn, maar het helpt Louis' gevoelens niet.

De volgende ochtend wordt Louis uitgerust wakker. Het bed naast hem is weer leeg, zoals eigenlijk altijd, en Louis rekt zich uit. Als hij naar buiten spiekt, ziet hij dat de lucht kraakhelder is. Er is geen spoortje meer te zien van het onweer dat het land gister teisterden. Louis voelt zijn gezicht warmer worden als herinneringen van gisteravond zijn gedachten weer binnen komen. Hij kan niet geloven dat hij dat gedaan heeft. En dat Harry het toeliet. Louis verbergt zijn gezicht in de kussens en kreunt zacht.
'Oh mijn god.'
'Louis! Ben je wakker?'
Louis kan Harry naar de slaapkamer horen lopen en draait zich snel om. De deur kraakt open en Harry spiekt naar binnen.
'Hey.'
'Hey.' Louis drukt zich op zijn ellenbogen wat omhoog.
Harry glimlacht en leunt tegen de deurpost. Het hout kraakt wat.
'Ontbijt is klaar.'
Louis knikt. Het is even ongemakkelijk stil en dan draait Harry zich om.
'Kom je?'
'Ja.'
Zodra Harry is verdwenen laat Louis zich weer vallen en haalt hij zijn handen over zijn gezicht.
'Top.'

Het ontbijt wordt in stilte genuttigd, maar het is niet ongemakkelijk en daar is Louis maar al te blij mee. Na de afgelopen weken kan hij het niet nog een keer aan als Harry weer afstandelijk wordt.
'Heb je lekker geslapen?'
De stilte wordt verbroken door Harry. De jongen kijkt Louis nieuwsgierig aan en Louis knikt.
'Zeker.'
'Mooi.'
Het is weer even stil.
'Dank je.'
'Voor wat?' vraagt Harry verbaasd.
Louis haalt zijn schouders op. 'Gewoon. Voor gisteravond. Voor alles.'
De zon schijnt het huisje binnen en Louis kan wat stofdeeltjes rond zien dwarrelen. Het is nog niet warm, maar Louis vermoed dat het niet lang meer duurt voordat het dat wel is.
'Graag gedaan.'
Louis rukt zijn aandacht weg van de stofdeeltjes en richt deze op Harry. Die glimlacht. Louis glimlacht terug en neemt een hap van zijn brood. Het is weer stil en Louis kan buiten de vogels horen fluiten, iets wat hem een blij gevoel geeft. De twee eten de rest van hun ontbijt in stilte op, waarna Louis zich nestelt in de grote stoel. Hij pakt zijn boek weer op en begint te lezen. Harry rommelt wat rond in de keuken, ruimt de resten van het ontbijt op en fluit een deuntje. Opeens overvalt Louis het gevoel van huiselijkheid. Hij voelt zich thuis hier, zo met Harry. Louis glimlacht en buigt zich wat verder over zijn boek. Hier kan hij wel aan wennen. 

Prince || L.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu