021

933 36 1
                                    

De kus is kort, zacht en lief en laat Louis achter met sterretjes voor zijn ogen.
'Wow,' fluistert hij zachtjes.
Louis kijkt op en ziet hoe Harry glimlacht. 'Wow, ja.'
Ze glimlachen naar elkaar en Harry laat zijn handen naar Louis' schouders glijden. Dan legt hij zijn handen op Louis' wangen en geeft hem nog een kus. Louis sluit zijn ogen en glimlacht.
'Ik kan dit echt voor altijd blijven doen,' zucht Harry zacht.
Hij wrijft met zijn duim zachtjes over Louis' lippen en Louis kan Harry alleen maar aanstaren. Harry glimlacht en Louis sluit kort zijn ogen. Hij kan niet geloven dat dit nu zijn leven is.
'Louis?'
Louis opent zijn ogen weer en glimlacht. 'Ja?'
'Waar denk je aan?'
'Ik denk aan hoe gelukkig ik ben om dit mee te mogen maken,' zegt Louis met een glimlach.
Harry's glimlach verbreed en Louis slaat zijn armen om Harry's nek. Harry laat zijn handen langzaam over Louis' lichaam glijden voordat hij ze laat rusten op Louis' heupen.
'Ik houd van je, dat weet je toch?'
Louis glimlacht en knikt. 'Dat weet ik.'
En dan zoenen ze weer.

Louis weet niet waar hij zichzelf moet vinden. De kus, de kussen, van Harry laten hem achter met een twijfeling over alles wat hij ooit voor zeker hield. Zijn identiteit lijkt voor zijn ogen te verbrokkelen, maar tegelijkertijd lijkt er zich een compleet nieuwe identiteit te vormen die als een sirene naar hem zingt. Het trekt Louis aan om een nieuwe wereld te ontdekken, eentje waarbij Harry niet langer als vriend, maar als partner aan zijn zijde staat. De twijfeling verdwijnt echter standaard voor een paar minuten wanneer Harry's lippen weer de zijne vinden. In die momenten weet Louis zeker wie hij is, maar hij lijkt er geen grip op te krijgen als het moment weer vervlogen is. Op een avond kan Louis het niet meer aan en verlaat hij midden in de nacht het bed.

De buitenlucht is koel en Louis, enkel gekleed in een boxer, rilt. Hij slaat zijn armen om zich heen en neemt plaats op het trapje van de veranda. De lucht is helder en de sterren zijn helderder. Louis staart omhoog, vraagt zich af of de sterren nu ook zichtbaar zijn in Engeland, en of zijn moeder er naar kijkt. Hij mist haar en zou niets liever willen dan haar nu om raad vragen. Echter, hij heeft een keuze gemaakt en nu moet hij zelf de gevolgen ondergaan. Dat zou zijn moeder hem alleen maar inpeperen, en dat beseft hij maar al te goed. Louis zucht en sluit even zijn ogen.
'Alles oke?'
Een warme hand vindt zijn weg naar Louis' schouder en Louis glimlacht kort.
'Tuurlijk,' hij kijkt op en vindt Harry's ogen, 'ga maar terug naar bed.'
Harry trekt een wenkbrauw op en gaat dan naast Louis zitten. 'Er zit je iets dwars.'
Louis lacht zachtjes. 'Er zit mij altijd iets dwars.'
'Dat is niet waar,' zegt Harry met een frons.
'Harry, echt waar. Het gaat wel.'
Het is even stil en Louis grinnikt wat. 'We hebben de laatste tijd wel heel veel openhartige gesprekken.'
'Wordt dit er ook weer een dan?' vraagt Harry zachtjes.
Louis knikt. 'Er zit me inderdaad iets dwars.'
Harry schuift wat heen en weer en kijkt Louis afwachtend aan.
'Ik heb het idee dat mijn identiteit aan het verdwijnen is.'
Harry trekt een wenkbrauw op, probeert Louis aan te moedigen met een stilte.
'En jij bent de enige die me inzicht geeft op een nieuwe identiteit, maar ik lijk er zelf geen vat op te krijgen.'
Harry knikt. 'Ik begrijp het.'
'Echt? Want ik heb het idee dat ik het niet snap,' zegt Louis zacht.
'Identiteit is lastig, Lou. Het blijft zichzelf ontwikkelen en je blijft aspecten weggooien en aantrekken. Je hebt nooit een vaste identiteit. Je identiteit verdwijnt niet, het ontwikkelt zich alleen maar.'
Louis glimlacht kort. 'Je bent wijs, Harry.'
Harry haalt zijn schouders op. 'Dat hoor ik wel vaker.'
Ze lachen even en dan zijn ze weer stil.
'Kom je terug naar bed?' vraagt Harry zacht.
Louis kijkt op en knikt. 'Ik kom eraan.'
Harry verdwijnt weer naar binnen en Louis staart nog een keer naar de sterren. Dan glimlacht hij en maakt hij ook zijn weg naar binnen.

De volgende morgen komt met een kus van Harry.
'Goedemorgen, babe.'
Louis glimlacht, draait zich nog een keer om en trekt de dekens wat verder over zijn schouder.
'Babe.'
'Laat me slapen. Ik was de halve nacht wakker.'
Louis hoeft Harry niet te zien om te weten dat hij zijn ogen rolt. Hij kan het bijna horen.
'Dat was je eigen keuze.'
Louis voelt Harry's hand op zijn schouder en wordt dan naar zijn rug getrokken.
'Goedemorgen, babe,' klinkt er nogmaals.
Louis verstrengelt zijn vingers met die van Harry.
'Goedemorgen.'
'Voel je je al wat beter?' vraagt Harry bezorgd.
Louis glimlacht en knikt. 'Ons gesprek was goed.'
'Mooi zo.' Harry draait zich om en verlaat het bed.
Louis trekt de dekens meteen naar zich toe en rolt zichzelf erin.
'Krijg ik ontbijt op bed?'
Harry lacht en opent de deur van de slaapkamer.
'Alleen als het bed zich bevindt op de ontbijttafelstoel.'
'Niet als het bed zich bevindt in de slaapkamer? Met een leuke jongen erin?'
'Een leuke jongen? Waar is die dan?'
Louis rolt zijn ogen en gaat overeind zitten.
'Ik ben de leuke jongen!' roept hij verontwaardigd.
Harry lacht, neemt een stap richting het bed en buigt voorover om Louis een kus op zijn voorhoofd te geven.
'Dat weet ik toch. Kom je?'
Louis protesteert wat en zucht dan diep
'Ik kom eraan.'

Het ontbijt is zoals altijd weer geweldig. Louis weet niet waar Harry het vandaan haalt, maar hij is een ware keukenprins. Misschien komt het met de titel, maar dat verklaart dan weer niet waarom Louis totaal geen keukenprins is. Hij grinnikt en Harry kijkt hem verbaasd aan.
'Wat is er zo grappig?'
Louis grinnikt weer. 'Sorry, binnenpretje.'
'Kan je daar een buitenpretje van maken?'
Louis schudt zijn hoofd en stopt een hap met eten in zijn mond. 'Je zou hem toch niet snappen.'
'Niet met volle mond praten,' zegt Harry streng.
Louis lacht en slikt. 'Ja vader.'
Harry rolt enkel zijn ogen en eet rustig verder. Louis richt zijn aandacht ondertussen op het raam, waardoor de lucht zichtbaar is. Enkele wolken drijven voorbij, maar verder is de lucht blauw en helder. Louis vraagt zich af hoe het weer in Engeland zou zijn. Het verbaasd hem, want hij heeft al een tijdje niet meer aan Engeland gedacht. Gaat hij zich hier dan toch thuis voelen? Hij werpt een blik op Harry, die geïnteresseerd naar een stofje kijkt dat door de lucht dwarrelt, en glimlacht. Ja, hij gaat zich hier thuis voelen, en dat vindt hij niet eens zo erg als hij ooit dacht. 

Prince || L.SWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu