Hoofdstuk 11

3 0 0
                                    

Ik leun op de wasbak. Ik tril zo erg dat ik amper kan staan. Ademen is haast onmogelijk. 'Wat gebeurt er met me?' herhaal ik. Thomas komt langzaam naar met toe gelopen. Hij legt een arm om mijn middel en ik sla mijn arm om zijn nek. Hij ondersteunt me terwijl ik naar mijn kamer loop.

Ik ga voorzichtig om bed zitten. Het harnas zorgt ervoor dat ik met een rechte rug moet zitten. Ik sla mijn handen voor mijn gezicht terwijl de tranen over mijn over mijn wangen lopen.

'Het komt wel goed.' zegt Thomas terwijl hij naast me gaat zitten. 'Ik heb even een moment alleen nodig.' zeg ik zacht. 'Oké.' Hij staat op. 'Welterusten.' zegt hij voordat hij de deur dicht doet.

Ik ga op bed liggen en staar naar het plafond. Ik sluit mijn ogen en probeer tot rust te komen. Blijkbaar lukt dat, want ik val in slaap.

De volgende ochtend kijk ik op mijn wekker. '5 uur.' kreun ik. Ik probeer omhoog te komen, maar het harnas weigert mee te werken. Ik lig daar als een schildpad op zijn rug die omhoog probeert te komen. Als iemand me nu nog rond kan draaien op mijn schild is het helemaal compleet. 'Dan blijf ik maar liggen.' mompel ik tegen mezelf.

Dan krijg ik een idee. Ik pak de rand van het bed vast en trek mezelf ernaar toe. Ik rol zo van het bed af. Op het moment dat ik begin met vallen schiet er iets door mijn hoofd. Dit bed is vrij hoog. Met een luide klap kom ik op de grond. De pijn schiet door mijn ribbenkast. Ik grom en kreun van pijn. Langzaam kan ik weer gaan ademen.

En dan lig ik weer. Alleen veel meer oncomfortabel. En ik kan nog steeds niet omhoog komen.

Ik lig daar in totaal drie uur. Dan gaat de deur open. 'Brooklyn, het ontbijt is klaa........' Ik zie de voeten van Thomas in de deuropening verschijnen. 'Brooklyn?' 'Ik lig hier.' zeg ik. Hij verschijnt achter het bed vandaan en ziet mij liggen. Hij schiet in de lach. 'Wat is er te lachen?' zeg ik terwijl ik zelf ook grinnik. 'Je ligt daar als een schildpad op zijn rug en je bent er bloedserieus over.' zegt hij nog steeds lachend. 'Nou, bedankt voor je mentale steun.' zeg ik sarcastisch. 'Kan je me nu overeind helpen.' Hij begint nog harder te lachen. Ik moet nu ook mee lachen. Het doet pijn, maar het boeit me niet.

Als hij de tranen uit zijn ogen heeft geveegd, steekt hij zijn hand uit en pakt mijn pols. Hij trekt me in een keer omhoog. Ik moet hoesten en ga op de rand van het bed zitten. Thomas geeft me een glas water. Dan gaat hij op zijn hurken zitten, zodat hij lager zit dan ik. Hij kijkt even naar mijn kaak. 'Wat gebeurde er gister?' vraagt hij. Ik laat mijn hoofd hangen. 'Ik heb de laatste tijd woedeproblemen.' zeg ik. 'Sinds wanneer?' vraagt hij. Ik blijf stil, maar hij snapt het wel. 'Sinds je ouders omgekomen zijn.' concludeert hij. Ik knik. 'Ik heb precies het zelfde.'

Ik kijk verbaasd op. Hij sluit even zijn ogen en opent ze dan weer. Zijn eerst blauwe ogen zijn nu fel rood. Net zoals die van mij. Hij sluit zijn ogen weer en als hij ze weer opent zijn ze weer blauw. 'Toen mijn familie dood ging en ik alles verloor had ik een constante woede. Elk klein dingetje kon al leiden tot een woedeaanval. Na een tijdje leerde ik het onder controle te krijgen.' 'Kan je me dat ook leren?' vraag ik. Hij knikt. 'Je moet begrijpen dat dit tussen ons vieren moet blijven. Meira en Andy hebben het nu al van jou gezien en ik zal ze vertellen, maar niemand anders. Dat kan gevaarlijk zijn.' Ik kijk hem aan. 'Ik begrijp het.'

De rest van de week neem ik rust. De trainingen zijn uitgesteld tot ik weer mee kan doen. In die week kijk ik een hele Netflix serie, en verveel ik me kapot.

Het is nu woensdag. Nog twee dagen, en dan kan ik weer trainen. Opeens komt Thomas op de tafel voor me zitten. 'Laten we beginnen met je woedebeheersing.' 'Klinkt als een goed plan.'

'Oké, wat ik altijd doe als ik voel dat ik weer woedend word, is dat ik probeer tot rust te komen. Meestal word ik namelijk woedend door een bepaalde gedachten. Bij jou is dat ook zo gok ik.' Ik knik. 'Dus wat ik dan doe, is gewoon aan iets anders denken. Geef eens een voorbeeld van wat jou bijvoorbeeld woedend maakt.' Ik geef gelijk antwoord. 'Micheal of Mich.' 'Oké, probeer dan nu eens aan iets te denken wat je vrolijk maakt of wat je gerust stelt.' Ook daar heb ik gelijk antwoord op. 'Jou.' Hij moet lachen. 'Nou, perfect toch. De volgende keer dat je woedend word, probeer dan aan mij te denken.' Ik knik. 'Maar wat als het niet werkt? Wat als het toch uit de hand loopt.' 'Dan zal ik je helpen.'

Test Projects (deel twee van de broken arrows triologie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu