Hoofdstuk 13

3 0 0
                                    

De volgende ochtend word ik wakker met immens veel spierpijn. 'Thomas!' schreeuw ik. Met verwarde haren klapt de deur open. 'Wat is er?' vraagt hij half slapend. Ik steek mijn armen omhoog. 'Kan je me helpen.' Hij pakt mijn armen en geeft een ruk. 'Auw.' mompel ik. Ik volg hem mijn kamer uit naar de badkamer. Samen gaan we zwijgend staan tandenpoetsen voor de nog steeds gebroken spiegel.

'Jullie hebben gister goed getraind.' De Baas staat weer voor ons. 'Vandaag gaan jullie leren om ongezien iemand in de gaten te kunnen houden.' De kamer waar we trainen is helemaal verbouwd. Gister stond er nog een ring en schietschijven, maar nu staat er een soort kartonnen bos.

De baas heeft in plaats van kantoorkleding, een zwarte broek en t-shirt aan. Haar haar zit vast in een staart. 'Jullie gaan nu voor 15 seconden de kamer uit. Na die 15 seconden kunnen jullie terug komen.' We draaien ons om en gaan naar buiten. Andy telt hoe lang we binnen zijn. '13...14...15'

We gaan weer naar binnen. Het licht in de kamer is gedimd. De Baas is nergens te zien. We kijken drie keer de kamer goed rond, maar nergens. Plots zie ik ergens iets bewegen. Maar heel even. De anderen hebben het blijkbaar niet gemerkt. Langzaam loop ik naar de plek waar ik dacht iets te zien. 'Heel goed Brooklyn.' Ze trekt de zwarte ski masker van haar hoofd af.

De anderen kijk en onze kant op. De lichten gaan weer op volle kracht aan. We gaan weer in een rijtje staan en de Baas komt weer voor ons. 'Weet iemand hoe ik ervoor heb gezorgd dat jullie me niet zagen?' Het is Thomas die antwoord geeft. 'Je bleef doodstil staan.' Ze knikt. 'Ik bewoog op een gegeven moment mijn arm een beetje, maar jullie keken de verkeerde kant op. Toen ik het een tweede keer deed, zag alleen Brooklyn me.' Ze draait zich om naar de deur. 'Nu gaat Brooklyn het dus ook proberen.' En ze gooit de ski masker over haar schouder naar me toe. Ik vang hem op en trek hem over mijn hoofd heen. Zodra de deur achter hun dicht gaat, dimt het licht zich weer.

Ik zoek een plekje tegen de muur aan, waar ik denk dat ik redelijk onzichtbaar ben. Ik zoek een redelijk comfortabele plek en wacht tot de 15 seconden voorbij zijn.

De deur gaat open. Ik blijf doodstil zitten. Een voor een komen ze binnen. Ik zie hun zoekende ogen elke plek bekijken. Na een paar minuten waag ik het erop. Ik beweeg mijn hoofd een heel klein beetje. Ze zien me nog niet. Na een minuut beweeg ik mijn arm. Nog steeds niet. Gelijk daarna beweeg ik mijn hoofd. Dit keer heeft Meira me door. Ze komt naar me toe gelopen. 'Hallo.' Ik grijns. 'Kan je me helpen opstaan?' 'Tuurlijk.' ze pakt mijn polsen. Ik pak de hare en trek mezelf omhoog.

'Heel goed Meira.' Zegt de Baas en ze went zich naar mij. 'Bewoog je expres?' ik knik. 'Ik heb in totaal drie keer bewogen.' Ze knikt. 'Meira, jij nu.' Ik geef haar de ski masker en ga de anderen achterna naar buiten.

'Oké, pauze.' meld de Baas. Ik laat me op een bankje ploffen. Ik drink half mijn waterfles leeg en ga dan achterover zitten. De volgende twee uur zullen we gaan gymen, om onze conditie te houden. Daar heb ik echt geen zin in. Opdrukken, hardlopen, gewicht heffen en weet ik veel wat nog meer, dat is niet mijn specialiteit.

Ik moet weer denken aan gister, toen ik aan de Baas vroeg waarom ik Mich' computer moest hacken. Maar ze gaf geen duidelijk antwoord. Ik vraag me af waarom. Vertrouwt ze mij niet? Dat moet haast wel. Maar waarom zou ze mij niet vertrouwen? Of vertrouwt ze Mich niet? Ik weet het niet.

'Kom, pauze is voorbij.' De Baas komt op ons afgelopen. 'Volg mij.' We gaan naar een andere kamer, ik gok de sporthal. Ik had gelijk. We komen aan in een kleine, maar volgepropte sporthal. 'Ga iets doen. Maakt niet uit wat. Als je maar beweegt.' We knikken en draaien de Baas de rug toe.

Ik begin bij de loopband en zet hem op een lage stand. 'Kom op, mevrouw Price. Dat kan wel wat sneller.' Ik zet knarsetandend de stand iets hoger. 'Kom op.' Nog iets hoger. Ik ren nu best hard. 'Mevrouw Price, dat moet harder kunnen.' Ik verlies mijn beheersing. 'Ik kan niet harder!' Schreeuw ik naar haar. Ik voel mijn ogen voor een fractie van een seconden rood worden. Ze heeft het gezien. Ze kijkt geschokt en naar mijn ogen. Ik zet de loopband uit, en ga naar buiten.

Op de gang ga ik op de grond tegen de muur aan zitten. Ik trek mijn benen op en laat mijn hoofd op mijn knieën rusten. Ik hoor de deur naar de sportzaal open gaan. Ik kijk niet op. 'Wat was dat?' hoor ik een vrouwenstem zeggen. Een fractie van een seconden denk ik dat het mijn moeder is, maar als ik op kijk, zie ik dat het de Baas is.

'Wat was dat?' herhaalt ze. 'Wat was wat?' zeg ik als of ik niks weet. 'Dat weet je heus wel, je ogen.' Ik doe net alsof ik haar niet begrijp. 'Waar heb je het over, er was niks met mijn ogen.' Ze gaat op haar hurken voor me zitten en kijk me aan. 'Je weet best wat er gebeurde. Je ogen werden even rood toen je kwaad op mij werd.' Ik geef geen antwoord. 'Oké dan.' ze staat weer op en gaat de kamer weer in.

Test Projects (deel twee van de broken arrows triologie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu