Ik heb al nachten niet kunnen slapen. Telkens als ik aan de rand van slaap zit krijg ik een droom dat Micheal iedereen die ik lief heb vermoord. Mich en mijn ouders liggen al op de grond en het bloed sijpelt uit hun voorhoofd. Hij houd nu zijn pistool tegen Thomas' voorhoofd en kijkt mij aan. Hij heeft een grote grijns op zijn gezicht. 'Tick tock, Brooklyn.' zegt hij, en dan word ik met een schok wakker.
Ik zit rechtop in mijn bed. Het beeld met een pistool tegen Thomas' voorhoofd staat op mijn netvlies gebrand. 'Tick tock, Brooklyn.' De woorden van Micheal galmen nog in mijn hoofd na. Wat bedoelde hij daarmee? Niks natuurlijk, dit was maar gewoon een droom, hoop ik.
Ik slof de woonkamer in en plof op de bank. Mijn blik valt op de mappen van de missie. Zou ik het echt kunnen? Micheal doden bedoel ik. Natuurlijk, ik heb eerder gedood, maar dit is anders. Dit is persoonlijk. Ik pak een map vast en bekijk de missie nog eens. We vertrekken over een week, zodat we nog genoeg tijd hebben om te trainen.
Ik doe de deur open om met de anderen naar de oefenzalen te gaan. Op de gangen stikt het van de mensen. Ze rennen door de gangen en schreeuwen paniekerig. Happy stopt voor onze deur als ze ziet dat wij stomverbaasd kijken. 'Ren! Ren voor je leven!' roept ze naar ons. Ze pakt mijn arm en trekt me mee. De anderen volgen ons. 'Wat is er aan de hand?!' schreeuw ik naar haar terug. Ik moet schreeuwen om boven het gegil en geschreeuw van de andere mensen uit te komen. 'Ze komen voor je! Ze hebben je gevonden!' 'Wie?!'
Ik hoor mensen namen van familieleden en vrienden schreeuwen. Maar weinigen van ons hebben wapens. Ik voel me heel kwetsbaar zonder mijn messen en boog. 'Wie?!' herhaal ik. 'Micheal.' Ik struikel over mijn voeten als ik dat hoor en beland met een smak op de grond. Happy, die me al een tijdje heeft losgelaten, heeft het niet door en rent verder. Ik krijg een schop in mijn zij. Meerdere mensen gaan op me staan en ik krijg nog meerdere schoppen. Met een kreun kruip ik op handen en knieën verder. Ik kijk even omhoog en zie te laat de voet die op me af komt. Met een klap raakt die mijn slaap en alles word zwart.
Langzaam doe ik mijn ogen open. Het is stil. Er is niemand meer in de gang. Ik voel overal blauwe plekken opkomen en er glijd een straaltje bloed van de plek waar ik tegen mijn hoofd ben geschopt. Ik ga rechtop zitten. Mijn hoofd bonkt en ik voel het bloed door mijn oren gieren. Na even gezeten te hebben kom ik wankelend overeind. Met mijn ene hand tegen de muur en de andere tegen mijn voorhoofd gedrukt loop ik de gang uit. Ik kijk om het hoekje, maar zie niemand. Zo dwaal ik door de gangen. Na een tijdje besluit ik terug te gaan naar ons appartement.
Als ik aankom zie ik dat de deur op een kier staat. Ik ben gelijk een stuk alerter. Langzaam duw ik de deur open, klaar om gelijk weg te duiken voor een vuist of een wapen. Maar er komt niks. Sluipend loop ik het hele huis door, maar kom niemand tegen. Ik loop naar mijn eigen kamer. Voor de zekerheid check ik nog een keer of er niemand in mijn kast zit of zo en loop dan naar mijn nachtkastje. Ik trek een van de lades open en onthul mijn wapens. Ik doe een leren bandje met drie messen eraan om mijn bovenbeen en het holster van mijn pistool om mijn heup. Ik weet niet wat de dreiging is, maar ik voel dat die er wel degelijk is. Het is lastig om in te schatten wat ik allemaal moet mee nemen om mezelf te verdedigen. Ik besluit om mijn boog en pijlen hier te laten, maar bind wel een wapenstok op mijn rug.
Bewapend en iets zelfverzekerder loop ik het appartement weer uit. Ik moet de andere vinden. Waar zouden ze toch kunnen zijn? Na een kwartier te hebben rondgedwaald kom ik in een bekende gang. Dit is de gang naar het kantoor van Olivia. Ik ga door de twee eikenhouten deuren en kom in haar kantoor. Ze is er niet. Dan loop ik naar haar bureau en tast onder het blad. Ik vind een klein knopje en druk erop. De muur in de open haard gaat uit elkaar en vorm een doorgang naar het lab van Happy. Met de wapenstok in de aanslag ga ik naar binnen. Er is niemand.
In de hoek van de kamer staat nog de tafel met de spullen die Happy voor onze missie had gemaakt. Ik pak een van de horloges met de extra features en doe die om mijn pols. Ik kijk verlangend naar de laptop, maar denk niet dat ik die nodig ga hebben. Met veel moeite laat ik die liggen. Ik kan het alleen niet laten om een van de tablet's mee te nemen. Ik pak de kleinste en doe die in de grote zakken van mijn broek.
Ik loop het lab weer uit en verlaat het kantoor. Ik zie het weer voor me hoe Mich ons door de gangen begeleiden. Hij liet ons de computerkamer zien, waar ik mijn ogen uitkeek naar alle computers en de mensen die met kleine oogjes en snel typende vingers naar hun scherm zaten te staren.
De computerkamer. Dat is het! Ik kan via de camera's in het gebouw kijken wat er op de gangen is gebeurd. Ik ren door de gangen in een pogingen om de kamer te vinden. Soms zou ik willen dat ik een beter gevoel voor richting heb. Het is bij mij zelf zo erg dat ik de verkeerde kant op loop als ik een winkel uitkom.
Na een tijdje en veel gevloek kom ik hijgend aan bij de computerkamer. Ik houd een van mijn werpmessen in de aanslag voor het geval er iemand binnen is en kijk om het hoekje. Er is niemand. Ik ren naar binnen en zie de hemel. Overal hoor ik het gezoem van monitoren. Ik neem plaats achter de dichtstbijzijnde computer en start die op. Ik leg mijn werp mes op heb bureau naast de computer. Na een minuut heb ik het wachtwoord en de camera's gehackt. Soms is het ook zo makkelijk. Ik spoel de video terug naar het tijdstip waarop wij naar buiten kwamen. Zo rond kwart over drie. Ik zie mensen in paniek door de gang rennen. Ik zie nog steeds niet waar ze voor wegrennen. Als ik van camera verander zie ik het.
Mannen in zwarte kleding met geweren jagen de mensen weg uit hun kamers. Ze sleuren ze de gang op en gaan dan zelf het appartement binnen. Na een paar minuten komen ze dan weer naar buiten. Enkele nemen het geld en eventuele juwelen van de bewoners mee, maar ik weet zeker dat ze daar niet naar op zoek zijn. Dan hadden ze beten een bank of een juwelier kunnen overvallen.
Tussen alle mannen in het zwart, valt er eentje op. Die trekt zijn bivakmuts van zijn hoofd. Woede begint in mij op te borrelen. Het is Micheal. Met mijn vuist ram ik op het bureaublad zodat het hele scherm schud.
Ik schrik op uit mijn stoel als ik op de gang voetstappen en stemmen hoor. 'We hebben haar niet kunnen vinden baas.' zegt een zware mannenstem. 'Hoe moeilijk kan het zijn! We hebben alle uitgangen gesloten dus ze moet hier zijn!' zegt een iets hogere mannenstem geërgerd. Ik herken hem. Dat ik Micheal. In paniek kijk ik de kamer rond opzoek naar een verstop plek. Ik screen het plafond voor eventuele ventilatieroosters, maar zie niks.
Mijn oog valt op de kast met allemaal kleine HDMI-kabeltjes en andere spullen. Ik ren naar de kast en wring mezelf erin. Soms is het handig om klein te zijn. Ik doe de deur dicht en een paar seconden later komen Micheal en zijn handlanger de kamer binnen.
Ik kan hun gesprek opvangen. 'Zoek dan harder.' dringt Micheal aan. 'Mijn mannen doen alles wat ze kunnen, baas.' Micheal antwoord niet. 'Baas?' Ik waag het om de deur van de kast op een heel klein kiertje te doen, in de hoop dat ze met hun rug naar mij toe staan. Micheal kijkt daar het scherm dat ik gebruikt heb en de man naast hem kijkt verbaasd van zijn baas naar de computer. 'Ze was hier.' zegt Micheal zo zacht dat ik het bijna niet kan verstaan. 'Ze moet hier zijn!' Dan valt zijn blik op de kast. Het zweet breekt me uit. Ik zie hoe hij met een vuile grijns op de kast afkomt terwijl ik er nog inzit. Ik kan geen kant op. Met elke stap die hij dichterbij komt gaat mijn hart sneller kloppen.
Met een ruk word de kast opengetrokken. Ik knijp mijn ogen samen van het licht. 'Hallo, Brooklyn.' zegt Micheal met een duivelse grijns.
JE LEEST
Test Projects (deel twee van de broken arrows triologie)
ActionNa hun ontsnapping duiken Brooklyn, Thomas, Meira en Andy onder bij Ize. Ze maken plannen om wraak te nemen voor de dood van Brooklyn's ouders. Maar iets in haar is stuk gegaan toen haar ouders dood gingen. Ze heeft woede problemen die ze niet kan...