Hoofdstuk 30

3 0 0
                                    

POV. Thomas

We waden door het donkere bos. Regelmatig springt er een tak in mijn gezicht die dan een brandende striem achterlaat. Met z'n allen volgen we Terry. Hij kijkt op zijn tablet die ons de weg wijst. Een paar maanden geleden ben ik hier met Brooklyn, Meira en Andy doorheen gerent. Toen kwamen we aan bij dezelfde weg als waar we net werden afgezet. We waren zo blij toen we Ize tegen kwamen. Of, in ieder geval, Meira, Andy en ik. Brooklyn was een groot emotioneel wrak. En dat is niet gek als je net je ouders voor je ogen vermoord ziet worden.

'We zijn er bijna.' meld Terry. 'Nog vijfhonderd meter ongeveer.' In stilte lopen we de laatste meters. We knielen neer achter de bosjes. Zo hebben we goed zicht op het gebouw. Het is net zo groot als dat ik me herinner. Om de twintig meter staat een bewaker. Dit gaat heel lastig worden. 'Oké, begin met hacken Terry.' hoor ik in mijn oortje. Olivia kijkt met ons mee. Het is zenuwslopend om daar op de koude, harde grond te moeten wachten. Terry is druk aan het typen op zijn tablet. Ik vind het heel jammer dat het licht van zijn beeld niet lager kan, want hij is veel te opvallend. Maar blijkbaar zien de bewakers ons niet.

'Ik heb de beveiliging van de sector van Micheals kantoor uitgeschakeld, we kunnen gaan.' zegt Terry. 'Terry en Happy blijven achter, jullie kunnen niet vechten.' zegt Olivia in ons oortje. Terry knikt begrijpelijk, maar Happy kijkt een beetje chagrijnig. Zij had blijkbaar wel zin in een knokpartijtje.

Ik kijk Meira en Andy aan en knik. Tegelijkertijd springen we op en rennen naar de bewakers toe. Die krijgen ons in de gaten en pakken hun wapens. Ik pak mijn pistool en schiet het magazijn leeg. Ik probeer de bewakers te raken op plekken die niet gelijk fataal zullen zijn, maar het is donker. Verschillende bewakers vallen neer. Ik swich naar mijn andere pistool en ga er weer op los.

Naast mij gaan ook Andy en Meira helemaal uit hun dak. Meira heeft in elke hand een Japans zwaard. De lemmeten glijden soepel door benen, buiken en kelen. Andy heeft een wapenstok in zijn handen. Hij raakt de bewakers op hun slapen, knieën en ribben. Binnen een paar minuten hebben we de dichtstbijzijnde bewakers neer gehaald. Ik zie in de verte al mensen naar ons toe komen rennen. Ik geef een teken aan Happy en Terry dat ze naar ons toe moeten komen. Ze sprinten naar ons toe. Happy heeft de dynamietstaven al in haar hand. Ze legt ze neer op een zorgvuldige plek en steekt de bundel aan. Gezamenlijk rennen we weg van de muur.

Een harde explosie zorgt ervoor dat we op de grond gesmeten worden. Ik krijg nu pas het besef dat dit nog een hele klus gaat worden met alleen maar drie mensen die goed kunnen vechten, een iemand die denkt te weten dat ze kan vechten en een hacker.

POV. Broolyn

Ik lig op de grond en staar naar het plafond. Er is niets bijzonders aan het witte plafond. Ik kijk er ook niet echt naar. Ik zit ver met mijn gedachten. Waarom kan ik me niks meer herinneren van mijn leven. Het enige wat ik als steun heb aan mijzelf is het dossier en ik weet niet eens of dat echt is.

Opeens trilt te grond als een bezetenen. Ik sta op, maar val ook gelijk weer. Boven mij klinkt een krakend geluid. Ik kijk omhoog en zie dat er een grote scheur zit in het plafond, recht boven mijn hoek. Het plafond begint te vallen. Ik begin te rennen, maar word teruggetrokken door de kettingen. Ik zet al mijn kracht in de kettingen, maar het is al te laat. Het zware stuk materiaal valt bovenop mij.

Het word even zwart voor mijn ogen. Ik probeer me te bewegen, maar mijn benen zitten volledig vast. Met een zucht laat ik mijn hoofd op de grond vallen. Mijn hoofd is te versuft om na te kunnen denken. Om te kunnen bedenken om een hefboom te maken een van de ijzeren staven uit het plafond en een stuk beton. Te versuft om te kunnen bedenken om om hulp te roepen.

POV. Thomas

We staan op en sprinten naar het gat in de muur. Ik zie dat ook de bewakers omgevallen zijn. Omdat zij niet zijn weg gerent hebben ze een grote klap gekregen. Ik zie sommige rollen over de grond en anderen liggen wel heel stil. We kruipen het gat in.

Overal liggen stukken baksteen en gruis. Stof hangt in de lucht. Ik pak mijn mondkapje en zet hem op. Ik zie de anderen haastig mijn voorbeeld volgen. Ik zie dat we op de goede plek zijn. Tussen al het stof en gruis door zie ik een ladder. Hij gaat niet heel ver omhoog, maar door het stof kan ik het ende ervan niet zien. Ik begin als eerste met klimmen. De anderen volgen mij. Als ik een paar treden hoog ben, laat ineens de trede los waar ik met al mijn gewicht op sta. Ineens klapt al mijn gewicht op mijn handen en polsen en ik klap keihard met mijn hoofd tegen een van de treden. 'Gaat het?' vraagt Meira die onder mij klimt. 'Ja.' zeg ik gesmoord terug. 'Voor als je het nog niet gemerkt hebt, die trede zit los. Ik zal niet al je gewicht op een trede zetten.' Ik hoor gegrinnik achter mij en ga verder met klimmen.

Test Projects (deel twee van de broken arrows triologie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu