5. De weddenschap

20.2K 1.1K 497
                                    

Hoofdstuk 5

De weddenschap

* * *

Hij grinnikt melodieus. Snapt hij dan niet dat niet álles lachwekkend is?

In één ruk heb ik me een halve slag gedraaid, zodat ik recht voor hem sta. 'En ik wil niet met je praten.'

Het lijkt alsof hij me nu pas echt ziet, want hij laat zijn ogen langzaam over mijn lichaam glijden, wat ervoor zorgt dat ik me naakt voel. 'Eigenlijk wil je dat wel. Hoe dan ook, je ziet verdomd sexy uit, Aurora, dat kan ik niet ontkennen. En leuk, die bloemetjes in je haar. Maakt je schattig.' Hij grijnst.

Ik weet niet hoe ik daarop moet reageren. Mijn handen lijken zich automatisch tot vuisten te ballen. 'Hou op, Raphael.'

'Yo, Raph,' zegt een nieuwe stem. Milan. 'Wie is die chick?'

'Grappig genoeg,' sneer ik, 'heeft "die chick" ook een mond en kun je het haar dus zelf vragen.'

'Hé, Huizing,' zegt Raphael, 'ik krijg een tientje van je.' Milan zet grote ogen op en neemt me dan ongelovig in zich op.

'Pardon?' zeg ik boos. 'Wat zijn jullie voor een varkens?'

Milan grijnst en strekt zijn armen. 'Rustig, Aurora. Niks om je zorgen over te maken. Laten we even gezellig gaan zitten.' Hij gebaart naar de halflege picknickbank een paar meter achter ons.

Hoe heeft hij me in vredesnaam geïdentificeerd? Ik heb verdomme blóémen in mijn haar! 'Shht! Hoe weet je dat ik Aurora ben? Ik was incognito!'

'Dat ga ik je zo uitleggen,' zegt Raphael. Hij neemt tussen Milan en een blond meisje plaats, en knipoogt naar haar. Ze bloost hevig en stoot weer een ander meisje naast haar aan.

'Hier kan je zitten.' Die is voor mij bedoeld. Milan wijst naar een miniem stukje bank. 'Hé, Kevin! Waar hing jij uit? Kom erbij!' Ook Kevin groet zijn vrienden en propt zich op de bank.

Het zou me niks verbazen als er inmiddels rook uit mijn neusgaten komt. 'Nee! Ik wil niet zitten. Ik wil weten hoe je me herkend hebt!' Ik richt me tot Raphael.

Hij leunt een beetje naar achter en glimlacht met één opgetrokken mondhoekje. 'Ik herken jou altijd, Aurora. Altijd.'

Het blonde meisje draait zich een half om en kijkt met een mengeling van jaloezie en nieuwsgierigheid naar me. Het dringt tot me door dat ook zij nu weet wie ik ben. Ze heeft mijn naam gehoord. Ik weet niet wat ik moet zeggen of doen.

'Hé, prinses.' Ik geef Raphael een woedende blik. Allemaal. Zijn. Schuld. Maar hij grijnst en fluister-schreeuwt: 'Kom bij me op schoot.'

Dan ontplof ik. 'Sodemieter op, Roux! Káp verdomme eens met dit gedoe! Ik ben hier he-le-maal klaar mee, weet je dat? Waarom kies je niet gewoon een ander slachtoffer uit? Snap je het dan echt niet? Dringt het dan écht niet tot je door? Ik wil niks met jou. Ik ben niet geïnteresseerd in jou, Raphael Roux, en ik, Aurora Pachter, zweer dat ik dat ook nooit zal worden!'

Om me heen klinken een paar kreetjes. Ik kan me wel voor mijn kop slaan. Ik heb hardop mijn naam gezegd. Maar ergens ben ik veel te opgelucht om me daar zorgen over te maken - ik heb mijn woord gedaan. Helaas, tot mijn grote afschuw kijkt Raphael niet verbaasd. Hij zit daar nog gewoon zo, met zijn halve, geamuseerde lach en kijkt me onbewogen aan.

Dan hoor ik het. 'Geloof jij haar?' vraagt iemand zacht.

'Nee joh,' antwoordt iemand anders, 'gewoon allemaal bluf.'

Ik daag je uitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu