9. Beroemdheden

21.1K 1.1K 529
                                    

Hoofdstuk 9

Beroemdheden

* * *

De hele zondag doe ik niks. Ik negeer alle sms'jes die Raphael me stuurt - drie, maar liefst - met het voornemen hem morgen te zeggen dat mijn telefoon stuk is. Het kan me eigenlijk vrij weinig schelen of hij daar in trapt of niet.

Maandagochtend schiet ik niets speciaals aan - een grijze spijkerbroek en een zwart, gekreukt T-shirt. Het is niet alsof ik speciaal voor Raphael mijn kledingstijl ga veranderen, dus ik hou het maar zo nonchalant mogelijk. Als ik op de fiets stap, denk ik opeens weer aan het cadeau. Snel ren ik de trap op en prop het ingepakte boek in mijn schooltas.

Precies drie minuten voordat de bel gaat snel ik de hoofdingang van het Icarus College binnen. Ergens denk ik dat iedereen de weddenschap alweer vergeten is, net als alle andere roddels - eendagsvliegen - maar als ik de blikken van mijn medeleerlingen zie, weet ik dat ik me flink vergist heb. Raphael Roux en Aurora Pachter zijn het gespreksonderwerp van de dag.

Ik haast me naar mijn kluisje, waar ik snel de helft van mijn boeken in dump. Vanuit het niets slaat iemand een arm om mijn middel. Ik verstijf.

'Goedemorgen. En hoe is het met mijn beeldschone prinses?' Raphaels warme adem in mijn nek maakt dat ik kippenvel krijg.

Abrupt draai ik me om, zijn arm zo subtiel mogelijk van me afschuddend. 'Prima,' zeg ik kortaf. Hij staat veel te dicht bij me. De ringen om zijn pupillen zijn een tint donkerder bruin dan het middelste van zijn irissen, zie ik. 'Jij?' Ik doe een klein stapje naar achteren, waardoor mijn schouders de kluisjes licht raken.

Hij knikt langzaam en grijnst. 'Goed.'

Even heerst er een ongemakkelijk stilte. Zenuwachtig kijk ik een beetje om me heen, tot ik me realiseer dat ik hem nog iets moet geven. Mijn humeur is gelijk een stuk beter. Snel gris ik het uit mijn tas. 'Hier.' Met een miniem glimlachje duw ik het pakje in zijn handen.

'Oeh, een cadeau. Speciaal voor mij?' Hij wiebelt met zijn wenkbrauwen en laat het ingepakte voorwerp op zijn vlakke hand balanceren.

'Nee, voor je moeder, alvast een bruidsschat,' zeg ik sarcastisch.

Raphael negeert me en begint het papier los te scheuren. Ik kijk ondertussen op mijn rooster waar mijn volgende uur is.

'Wat is dit nou weer?' Ik glimlach om zijn verbazing. 'Aurora? Serieus? Een relatie bouw je op?' Ongelovig kijkt hij me aan.

'Goed gelezen. Ik kwam het toevallig tegen en wist meteen dat het precíés was wat jij nodig hebt.' Ik geef hem een klopje op zijn schouder en verdwijn. Of, althans, dat probeer ik, want Raphael grijpt mijn arm beet en trekt me naar zich toe. En hij is behoorlijk sterk, dat kan ik niet ontkennen.

Ik ruk me los. 'Wat,' snauw ik.

Hij grinnikt en veegt achteloos een krul van zijn voorhoofd. 'Rustig, prinses.'

'Luister, Roux.' Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en sla mijn armen over elkaar om ze niet per ongeluk uit te laten schieten - richting zijn neus, of zo. 'Jij hebt nul komma nul reden om míj te vertellen wat ík moet doen. Als je iets van me wilt, kun je dat gewoon vragen en dan zul je vanzelf wel merken wat mijn antwoord is. Denk eens na voordat je gelijk een gat in iemands armen boort met je vingers.'

Hij kijkt me heel even - misschien nog geen seconde - onderzoekend aan. Dan kruipt zijn herkenbare luie, spottende grijns over zijn gezicht. 'Het spijt me zeer, majesteit.'

Ik zeg niks en houd mijn dodelijke blik vast. 'Zeg wat je wilt zeggen. Nu.'

'Hm, ik dacht verliefde stelletjes altijd geduld met elkaar hadden. Hoe dan ook, we hebben nu samen les. Mag ik de eer om u naar het lokaal Frans te begeleiden?' Hij glimlacht en zijn ogen schitteren als hij zijn hand naar me uitsteekt. In de eerste instantie wil ik hem wegslaan, maar dan denk ik aan de weddenschap. Ik knars met mijn tanden en leg dan, heel langzaam, mijn hand in de zijne. En dat, bedenk ik daarna vol frustratie en afschuw, voelt nog niet eens zo slecht.

Ik daag je uitWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu