Hoofdstuk 16
Het epische plan van de fantastische Raphael Roux
* * *
Terwijl ik mijn eerste les van dinsdagochtend, geschiedenis, binnenloop, vraag ik me af wat voor date Raphael zou hebben verzonnen. Woensdag is natuurlijk niet echt ideaal, aangezien we beiden tot drie uur naar school moeten.
Het uur sleept zich maar langzaam voort en Jip, het meisje dat naast me zit, maar met wie ik normaal nooit echt praat, gaapt zonder zich in te houden. Ze grinnikt als ze mijn meelevende blik ziet en ik rol met mijn ogen om aan te geven hoe saai dit vak is. Ze grijnst en scheurt een vel papier uit haar schrift.
Ongelooflijk hoe die man een kwartier kan doen over iets wat ik in twee minuten uitleg.
Ik moet lachen en schrijf een bevestigend antwoord op.
Vind je geschiedenis ook zo kapot saai? vraagt Jip.
Begin me er niet over. Vorige les had ik moeite om wakker te blijven.
Ze antwoordt: Maar dat was ook het achtste. Dat is echt hel. Ze zouden het achtste echt moeten verbieden.
Precies, ben ik het met haar eens. Nutteloos, want niemand heeft nog zin om op te letten.
Vooral als het over de Eerste Wereldoorlog gaat. Al dat saaie gelul. Ik wil best wat leren, hoor, maar niet over oorlogsstrategieën en ingewikkelde relaties van landen.
Ik grinnik. Jij snapt mij.
Jip pakt het papiertje terug en aarzelt even voor ze haar pen er weer op zet: Ik heb gehoord van de weddenschap.
Ik staar haar aan, opeens argwanend.
Hoe gaat het ermee? schrijft ze.
Ik snuif. En dat vraag je zeker alleen als beleefde vraag en niet om allemaal informatie uit me te trekken die je door kan roddelen?
Ze wordt rood en schudt wild met haar hoofd, maar ik zucht en richt me op het schoolbord. Ik bijt op mijn lip. Ze leek best een aardig meisje, die Jip.
Een paar minuten later gaat de bel en ik bedenk opgelucht dat ik een tussenuur heb. In de schoolbibliotheek zoek ik het rustigste plekje, namelijk een kleine tweepersoonstafel helemaal achterin. Ik blader juist naar de goede pagina van mijn wiskundeboek, als iemand van achter een paar armen om me heen slaat. Een moment later wordt er een kus op mijn wang gedrukt. 'Goedemorgen, prinses.'
'O!' zeg ik ademloos, terwijl ik me op mijn stoel half omdraai. Mijn maag maakt een rare beweging als mijn ogen zijn sprankelende bruine ontmoeten. Rond zijn mond speelt een jongensachtig lachje.
'Hoi, Raphael. Ik zag je niet aankomen.' Voorzichtig probeer ik me uit zijn armen los te maken.
'Dat was ook de bedoeling,' zegt hij, terwijl hij zijn greep verlost en de stoel naast me achteruit schuift.
'Ik dacht dat jij het tweede uur les had. Hoe wist je eigenlijk waar ik zat?'
Hij haalt zijn schouders op. 'Natuurkunde viel uit. En jij zit hier altijd.'
Ik klap mijn wiskundeboek dicht. 'Hoe weet jij dat nou weer? Stalk je me soms?'
'Natuurlijk, Aurora.' Hij glimlacht. 'Wat had je hiervoor?'
Mijn gezicht betrekt. 'Geschiedenis.'
Hij kijkt me onderzoekend aan. 'Saai?'
Ik aarzel even. 'Mja.'
JE LEEST
Ik daag je uit
RomanceAurora Pachter is tot de conclusie gekomen dat alle jongens onbetrouwbare klootzakken zijn. Gelukkig is ze prima in staat om het andere geslacht te weren. Jammer genoeg is er één jongen op wie haar scherpe, sarcastische opmerkingen en dodelijke blik...