Olena

78 12 0
                                    

'Pim?' Ik raak Pims arm aan. 'Gaat alles wel goed? Je lijkt zo afwezig de laatste tijd.'
Pim haalt z'n schouders op. 'T gaat prima.' Mompelt hij nors.
'Nee. Het gaat niet prima.' Zeg ik. 'Waarom doe je zo? Je was zo enthousiast toen ik je voor de eerste keer zag.'
Pim haalt z'n schouders op. 'Ik heb gewoon amper tijd meer.'
'Waarvoor?' Ik flip mijn haar naar achter.
'Dit.' Fluistert Pim. Hij buigt zich naar voren. Ik giechel. 'Kom mee, we gaan naar het dak.' Zegt Pim hees.
Ik lach naar hem. 'Oké!' Ik laat me door hem optillen. Hij draagt me mijn appartement uit en ik hang tegen hem aan. Ik wijs af en toe een deur aan. Gelukkig komen we geen buren of de huisbaas tegen, het dak is verboden terrein.
Pim is sterk als een beer en zonder een spier te vertrekken rent hij de trappen op. Ik kijk hem verliefd aan. O god wat is deze jongen aantrekkelijk...
'Wanneer zijn je ouders thuis?'
'Die komen vanavond pas thuis.' Ik ben geïrriteerd dat hij daar nu over begint. 'M'n vader zal wel weer bij z'n secretaresse blijven hangen en m'n moeder gewoon rond 7 uur.'
Pim glimlacht. 'Je moet je niet zo druk maken om de relatie van je ouders Olena.' Hij zet me neer. 'Dat zij er een rotzooitje van maken is niet jouw probleem.'
Ik zucht. 'Ik wil niet dat ze gaan scheiden Pim.'
Pim kijkt me vol medelijden aan.
'Jij gaat toch niet vreemd he?' Mijn stem breekt. 'Jij bent toch niet zoals mijn vader?'
Pim trekt me in z'n armen. 'Rustig maar Olle. Dat zou ik nooit doen.'
Ik laat m'n hoofd op z'n borst hangen. 'Je kent me pas net. Waarom ben je zo lief voor me?'
Pim dwingt me om hem aan te kijken. 'Omdat ik van je hou oké?' Hij drukt een lange passie-volle kus op mijn mond. 'Heb je hoogtevrees?'
Ik schud lachend mijn hoofd. 'Nee gelukkig niet.'
'Zullen we dan lekker romantisch op het randje van het dak naar Amsterdam te gaan kijken?' Stelt Pim voor. 'Gewoon wij tweeën, met allemaal kleine mensjes onder ons.'
Ik knik blij.
Samen gaan we zitten. Ik leun met mijn hoofd tegen Pim aan. 'Ik hou van je.'
'Dat weet ik.' Zegt Pim en hij slaat aan arm om me heen. 'Ik ook van jou.'
We zitten een tijdje zwijgend naast elkaar.
'Heb je eigenlijk broers of zussen?' Vraagt Pim opeens.
'Ik heb een oudere zus Alexandra.' Vertel ik. 'Ze heeft al twee zoontjes. Niek en Jens.'
'Leuk.' Zegt Pim. 'Hoe oud is je zus?'
'24. Ze heeft jong kinderen gekregen.' Zeg ik.
'Hoe lijkt jou dat? Jong kinderen krijgen?' Vraagt Pim.
Ik schrik door die vraag. 'Het liefst wil ik helemaal geen kinderen.' Zeg ik dan eerlijk.
'Waarom?'
'Ik kan het een kind niet aandoen om mij, een lui, warrig persoon als moeder te hebben. Als je geen kinderen hebt heb je ook geen verantwoordelijkheid. In ieder geval geen kinderen die op je vertrouwen.'
'Je moet niet zo onzeker zijn.'
Ik haal mijn schouders op.
'Olena, ik denk dat jij juist een goede moeder zou zijn.' Zegt Pim. 'Je bent lief, zorgzaam, charmant, eerlijk, knap en slim.'
Ik bloos.
'Het is alleen jammer dat het er nooit van gaat komen.'
Ik kijk hem recht aan. 'Hoezo? Wil jij ook geen kinderen?'
'Nee, maar tenzij je nu van een kind bevalt wordt jij geen moeder.'
'Hoezo?' Vraag ik verbaasd om zijn woorden.
'Het spijt me zo Olena. Ik had dit graag anders zien aflopen.'
Ik kijk hem niet-begrijpend aan.
'Dag Olle.'
Zijn duw komt totaal onverwachts. Mijn adem stokt in mijn keel, zo perplex ben ik. Ik heb geen eens tijd om te schreeuwen. Verbijstering is het laatste wat ik voel.

Ik buig me over de rand. Ik haal opgelucht adem. Olena ligt doodstil op de grond. Haar nek ligt raar om geknakt. Misschien heeft ze hem wel gebroken. Dat zou betekenen dat er 0% kans is dat ze nog leeft en dat mijn O dus binnen is gesleept.
Ik werp nog een keer een blik op de straat onder me, (op Olena!) en draai me om. Snel schuifel ik naar de deur. Ik controleer het gangetje van de trap op camera's, maar ik kan er geen ontdekken. Haastig loop ik naar beneden. Als ik op de begane grond kom bots ik hard tegen een meisje aan. Het meisje valt om.
'Sorry!' Roep ik. Ik help haar overeind. 'Sorry ik keek niet zo goed uit.'
'Olena!' Bibbert het meisje. 'Ze ligt op straat!'
Ik probeer zo onnozel mogelijk te kijken. 'Wat?'
'Een meisje. Dood! Dóód! Het is m'n buurmeisje!'
Voorzichtig help ik haar overeind. 'Sorry, ik denk niet dat ik je begrijp.'
Het meisje veegt haar blonde haar uit haar gezicht. 'Geeft niks.' Ze ademt zwaar. 'Ik moet de politie bellen. Heb je een telefoon?'
Ik schud mijn hoofd. Natuurlijk wel, maar dat hoeft zij niet te weten.
'Oké, maakt niet uit.' Het meisje wringt in haar handen alsof ze zichzelf dwingt om rustig te blijven. 'Geeft niks, het komt wel goed...' het klinkt alsof ze zichzelf moed inspreekt. Ik vraag me af of Olena een goede vriendin van haar was.
'Gelukkig. Hoe heet je?'
'Claire.' Het meisje begint te huilen. 'Maar we moeten niet gezellig kletsen! Er ligt een MENS buiten! En dat mens is DOOD!'
Ik doe alsof ik haar nu pas begrijp en ik maak een geschrokken sprongetje. 'Wat?'
Claire trekt me aan m'n arm naar buiten. 'Kijk!'
Ik doe alsof ik me rot schrik. 'O mijn god!' Fluister ik schor. Ik weet zeker dat ik een Oscar kan krijgen voor mijn acteer talent.
Claire is naar de overkant van de straat gerend en ze vraagt om een telefoon om de politie te bellen. Ik draai me naar Olena en werp haar een kushandje toe. Dan zet ik hem op een rennen.
'He! Hee!' Hoor ik Claire roepen.
Ik doe alsof ik haar niet hoor en blijf als een bezetene rennen. Ik schiet de hoek om en spring op mijn fiets. Zo hard als ik kan fiets ik door de Amsterdamse straten.
Als ik ver genoeg weg ben kalmeer ik en gedraag ik me zo onopvallend mogelijk.
'Heb je een paniekaanval ofzo?' Klinkt een afkeurende stem achter me. In een ruk draai ik me om. Dit is me nog nooit gebeurt. Mijn volgende geplande slachtoffer staat naast me.
Pien.

Leave it (Nederlands/Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu