Hoofdstuk 13

196 8 1
                                    

Ik werd erg vreemd wakker. Blijkbaar had iedereen weer bij ons geslapen. Max lag naast me en was een spelletje aan het spelen op zijn telefoon toen we werden geroepen. Ik maakte de andere jongens wakker en gingen naar beneden. Toen we beneden aankwamen was alles versierd met ballonnen en slingers. Ook iedereen uit de wijk had het gezien en kwamen even langs om de jongens te feliciteren. Dit was al erg gezellig, maar vanmiddag komt er ook nog allemaal familie voor de tweeling. In de straat hadden ze een klein podium gemaakt zodat de jongens konden optreden. Over twee weken mogen ze het nummer inzingen. Ik ben er erg benieuwd naar. Plots voel ik me niet goed worden, Max ziet het gebeuren en komt naar me toe lopen. Samen lopen we naar boven en legt mij rustig in bed. Hij pakt wat te drinken voor me en voordat ik het weet slaap ik. Langzaam hoor ik de deur open gaan en doe mijn ogen open. Ik zie dat het Max en Ian zijn. Ze komen bij mij op bed zitten en vragen hoe het gaat. Dan voel ik een bloedneus opkomen en probeer het niet te laten merken, maar dan komt het met maten uit mijn neus. Ian wilt mama erbij halen maar ik houd hem tegen. Ik wil dat je bij mij blijft zei ik tegen hem. Hij luisterde en ging naar de badkamer om nog wat wc papier te halen. Toen hij terug kwam vertelde ik dat ik woensdag ook naar het ziekenhuis moet, en als het echt uit de hand loopt vertel ik het echt tegen mama. Gelukkig is alleen mijn pyjama vies geworden. ik probeer op te staan, maar ik voel me veel te zwak. Ik moet blijven liggen en probeer te vertellen waar ik een zakje heb liggen waar we het wc papier in kunnen doen. Als alles opgeruimd is komt Max bij mij in bed liggen en slaat een arm om mij heen. Ik hoor hem snikken. Dan draai ik me om en kijk hem aan. Max het is nog niet voorbij he. Ik blijf gewoon bij je! we gaan echt samen naar Georgië toe. Hij veegt zijn tranen weg en geeft mij een kus. Helaas was de dag niet zo gezellig als dat ik mezelf had voorgesteld. Ik kon mijn verjaardag niet meevieren met de tweeling en moest het weer uitstellen. Daar baalde ik heel erg van. Maar gelukkig had ik Max wel bij mij. Toen ik me na een tijdje toch wat beter voelde besloot ik toch even om naar beneden te gaan. Op dat moment kwam Tess naar me toegelopen en feliciteerde me. Ook vertelde ze me dat ze de finale had gezien. Het was erg gezellig dat ze vandaag even langs kwam. Ondanks dat ik me zondag niet zo lekker voelde was het toch een fantastisch weekend.

Vandaag moet ik naar het ziekenhuis. Ik ben erg zenuwachtig wat er gezegd gaat worden na wat er zondag gebeurd is. Als ik in de auto zit opweg naar het ziekenhuis kijk ik op mijn telefoon en zie ik dat Max me heeft geappt. Hey lieverd, heel veel succes vandaag. Ik denk aan je! Dikke knuffel. Ik krijg tranen in mijn ogen. In het ziekenhuis aangekomen lopen we naar de afdeling, meld ik me aan en wacht tot ik aan de beurt ben. Als ik tegenover dokter Roos zit word ik toch een beetje zenuwachtig. De gedachte dwalen naar zondag over mijn heftige bloedneus. De dokter verteld dat er een nieuwe scan gemaakt moet worden. Deze zal ik vandaag nog krijgen.
Om 12 uur word ik klaargemaakt voor de scan. Ik lig daar op de plank, met mijn ogen dicht. Ik denk terug aan de dag dat ik te horen kreeg dat ik ziek was. En nu is de kanker misschien terug. Het maakt me erg verdrietig dat ik Anne en Florian elke keer opnieuw moet teleurstellen. Wat ze allemaal al niet voor mij hebben gedaan sinds ik uit het weeshuis ben. Voor ik het weet lig ik weer op de afdeling te wachten op de uitslag. Ik zie dat Anne erg zenuwachtig is en maar heen en weer loopt voor mijn bed. Dan komt dokter Roos binnen en vertelt de uitslag. Anne begint te huilen. Helaas gaat de ellende weer van voor af aan beginnen. Maar hoe moet ik dit slechte nieuws aan Max gaan vertellen. Hij kan dit er zo niet bij hebben. Toch besluit ik iedereen te bellen, want ik moet nu natuurlijk in het ziekenhuis blijven want ik krijg weer een chemokuur. Als ik iedereen gebeld heb, wat me overigens heel veel verdriet deed. Ben ik ook begonnen met mijn volgende chemo. Ik was zo moe dat ik erg lang had geslapen. Ik schrok wakker omdat ik moest overgeven. Toen ik mijn ogen open deed zag ik Max naast het bed zitten. Hij kwam bij me zitten en samen begonnen we te huilen. "Niet bang zijn! ik ga met jullie mee naar Georgië. Dat beloof ik je!" zij ik vol overtuiging. Ik wil hier volledig voor gaan, maar het is nog een hele tijd. En ik weet niet hoe mijn kansen er op dit moment voor staan.

Als ik de volgende ochtend wakker word ligt iedereen nog te slapen. Ik lig alleen op de kamer dus hebben ze een paar bedden erbij gezet zodat er wel iemand bij mij is. Max lag naast mij in bed. Ik voelde zijn handen over mijn hoofd gaan en hij hield mij stevig vast. Ik vind het zo oneerlijk voor hem. Eerst mag hij iets leuks mee maken dan krijg ik voor de eerste keer kanker. Dan winnen ze het jsf en moet hij horen dat de kanker is teruggekomen. ik gun hem dit niet. Dokter Roos komt op mijn kamer en verteld dat de chemo begint aan te slaan. Dit is natuurlijk super goed nieuws. Als het bezoekuur is komt de tweeling samen met Ian en Florian even langs. Zij begrijpen hier helemaal niks van, maar ik vind het zo fijn als ze in de buurt zijn. Mijn kleine zusjes en grote broer. De meiden hadden allebei weer een super mooie tekening gemaakt die Max boven mijn bed had gehangen zodat ik er elke keer naar kon kijken. Niet veel later komt Julius met Lize, Dilara en Esmée binnen gelopen. Florian besluit om te gaan zodat zij ook even bij mij kunnen kijken. Ik geef de tweeling, Ian en Florian een hele dikke knuffel en zie ze in de deuropening verdwijnen. Lize komt naar me toegelopen en geeft me een hele dikke knuffel. Ik zie dat de andere meiden het nog een beetje spannend vinden en blijven bij Julius staan. Max stapt van het bed af en neemt de meisjes mee naar mijn bed. Toen ze op mijn bed zaten kwamen er verschillende tekeningen uit een tasje die ze hadden meegenomen. Ook deze hangt Max boven mijn bed. Als het bezoekuur voorbij is bedank ik iedereen die er was. Ik gaf de drie meiden een dikke knuffel en vertelde ze dat ik snel beter zou worden om weer leuke dingen te gaan doen samen. Lize knikt. Ik zie een traan over haar wang stromen. Die probeer ik weg te vegen, maar al snel volgen er meer tranen. Het komt goed, vertelde ik haar zo overtuigend mogelijk. Ze geloofde me. Ik gaf haar nog een hele dikke knuffel en samen met Julius en haar zusjes liepen ze mijn kamer uit. Daar lag ik dan weer. Samen met Max in bed. Hopen dat alles goed komt. Ik lig stevig in zijn armen, als ik in slaap val.

Er Is Nog HoopWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu