Ik werd wakker door de celdeur die met een zwaai opengegooid werd. In de deuropening stond Jack, in zijn hand hield hij een dolk. Ik beet op mijn onderlip. Jack kwam voor me staan en knielden neer. Hij legde een vinger onder mijn kin waardoor ik hem wel aan moest kijken. 'Ik weet niet wat je met mijn zoon gedaan hebt maar je zult ervoor boeten!' Hij lachte gemeen. Ik snapte niet wat hij bedoelde. Wat had ik met Rain gedaan dan?
Jack pakte mijn haren vast en haalde uit met zijn dolk. Met een slag vielen mijn haren eraf, ze waren nu nog maar tot aan mijn schouders. Met ontzag keek ik naar mijn lange lokken die op de grond lagen. Jack grijnsde. Hij liep weer naar de deur en draaide zich nog een keer naar me om. 'Laat dat een waarschuwing zijn, heks!' Met die woorden sloot hij de deur. Ik slikte. Ik voelde aan mijn korte haren.
Op dat moment werd de deur weer opengegooid en rende Rain naar binnen. 'Pap, doe het niet!' Schreeuwde hij. Toen zag hij mijn haren op de grond liggen. Rain knielde voor me neer en trok me tegen zich aan. Ik sloeg mijn armen om hem heen. Het kon me niks meer schelen, Rain was de enige vriend die ik hier had. 'Ik haal je hier weg Ocean.' Fluisterde Rain zacht. 'Ik kan niet weg zonder mijn medaillon!' Ik keek Rain aan. Rain grijnsde en haalde het medaillon tevoorschijn. Ik keek hem verbaasd aan. 'Dankje Rain.' Rain glimlachte. Toen liet hij me los en gaf me het medaillon. Hij begon aan de ijzeren ketting te pulken. Het medaillon begon te glinsteren. 'Rain?!' Ik porde hem in zijn zij. Verbaasd draaide hij zich om en staarde naar het medaillon. Het medaillon begon te zweven in de lucht en opende uit zichzelf. 'Rain?' Rain keek me aan. 'Pak mijn hand, nu!' Rain pakte mijn hand vast. Een fel licht scheen in onze ogen.
Toen ik mijn ogen opende lag ik in een veld vol met zonnebloemen. Ik kwam overeind. Het medaillon had weer eens zijn werk gedaan. Ik keek om me heen, waar was Rain? Ik begon een stukje te lopen. Ik hoorde wat in de verte. Toen ik dichterbij kwam zag ik dat twee dingen Rain vasthielden en in elkaar stampten. Wat waren dat voor een wezens?! Ik kwam nog wat dichterbij. Het waren een soort kleine kabouters. Ze hadden scherpe tanden en gloeiende, rode ogen. 'Waar is het sterrenkind?!' Schreeuwde ze beide terwijl ze Rain bleven slaan. Rain zat onder de schrammen en er liep wat bloed langs zijn mond. Hij hoestte. 'Ik weet niet waar jullie het over hebben.' Bracht hij moeilijk uit. De wezens lachte gemeen en bleven doorslaan. Ik balde mijn vuisten en kwam tevoorschijn. 'Laat hem met rust!' De wezens keken verbaasd op. Toen ze mij zagen begonnen hun ogen te twinkelen. 'Het is haar echt!' Riep een van hen. Hij liep naar me toe en trok me aan mijn pols omlaag. Hij keek diep in mijn ogen en wreef over mijn wang heen. 'We hebben haar eindelijk gevonden!' Het andere mannetje had Rain aan zijn pols omhoog getrokken. Deze mannetjes waren dan wel klein maar wel supersterk. De mannetjes begonnen ons mee te trekken een soort van moeras in. Rain keek me vragend aan. Ik haalde mijn schouders op.
We stopten bij een holle boom. We werden naar binnen geduwd. We kwamen terecht in een grote zaal. In het midden van de zaal stond een houten troon. Op de troon zat een jongeman van onze leeftijd. Hij had een kroon van takken op zijn hoofd. Hij had bruine ogen die leken op boomschors en zwarte haren als ebbenhout. Toen hij mij zag stond hij meteen op. 'Jullie hebben haar gevonden!' Riep hij blij. Rain en ik keken elkaar verbaasd aan. 'En wie is dit?' Zei de jongeman met een opgetrokken neus naar Rain. 'Deze jongen was samen met haar heer.' Zei een van de mannetjes. De jongeman knikte. 'Mag ik weten wat hier aan de hand is?' Vroeg ik. De jongeman keek me haast liefdevol aan. 'Natuurlijk mag je dat weten mijn liefste!' Ik trok mijn wenkbrauw op. Waar had deze gek het over?! 'Ik ben prins Forest, en ik ben al jaren opzoek naar jou! Jij bent het sterrenkind, het meisje dat onze magische wereld moet redden. We herkenden je meteen aan je haren!' Ik keek naar mijn haren, tot mijn verbazing waren ze weer lang! 'Jij bent uitverkoren Ocean! Wij zullen trouwen en onze wereld redden!' Mijn ogen werden groot. Trouwen?! 'Goed, we hebben geen minuut te verliezen! Jullie twee, sluit hem op!' Ik zag hoe de twee mannetjes Rain wegtrokken. 'Waar brengen ze hem heen?!' Vroeg ik. De prins lachte. 'Ze sluiten hem alleen maar op, nu gaan we ervoor zorgen dat jij er prachtig uitziet voor onze bruiloft.' Hij liep naar me toe en pakte mijn hand vast. Hij trok me mee naar een badkamer. Daar stonden twee dienstmeisjes op ons te wachten. Ze namen me mee naar binnen en dompelden me in bad. Daarna werd ik afgedroogd en meegevoerd naar een andere kamer. Ze haalden een witte onderjurk tevoorschijn en deden die bij me aan. Toen deden ze een korset bij me om en trokken het zo strak aan dat ik bijna geen adem meer had. Daarna kreeg ik er een witte jurk overheen. Het was een lange jurk met lange, kanten mouwen en een klein sleepje. Mijn haren werden opgestoken en er werden kleine witte bloementjes en diamantjes ingestoken. Daarna verlieten de dienstmeisjes de kamer.
JE LEEST
De trilogie: Het sterrenkind
Fantasy*Driedelig* Eerste deel: Ocean leeft al haar hele leven bij haar vader, ze is nog nooit buiten geweest. Maar wanneer ze de mysterieuze Rain ontmoet word haar leven totaal op zijn kop gezet. Ocean ontdekt wie ze werkelijk is en samen met Rain gaat ze...