De laatste strijd.

186 10 0
                                    

[Ocean]

Ik werd wakker door de zon die op mijn gezicht scheen. Wacht eens.. Zon? In een kerker? Ik opende mijn ogen en ging overeind zitten. Mijn haren waren weer kort, maar dat betekende dat.. We waren weer in de normale wereld! Ik keek naast me, Rain lag gelukkig vredig naast me te slapen. Ik haalde opgelucht adem. Rain schrok wakker. 'Ocean? We zijn terug?' Verbaasd keek hij me aan. Ik glimlachte en sloeg mijn armen om hem heen. 'Ik heb je zo verschrikkelijk gemist Rain!' Rain trok me tegen zich aan. 'Ik hou van je Ocean.' We knuffelden voor zeker een uur en besloten om toen een wandeling te maken. We verlieten mijn ouderlijk huis en liepen door het bos wat daaraan grensde. We liepen hand in hand. We hadden nog geen woord gesproken over wat er in Estralata allemaal was gebeurd.

Op een gegeven moment schraapte Rain zijn keel. 'Wat doen we nu met Moon en Forest als we teruggaan?' Ik slikte. Dit was de vraag die al de hele tijd door mijn hoofd heen spookte. Ik kon dan wel uitverkoren zijn om Estralata te redden maar ik kende mijn eigen krachten niet eens. Hoe kon ik dan ooit een hele wereld redden? Rain haalde me uit mijn gedachten. 'Ocean, ben je in orde?' Rain keek me bezorgd aan. Ik zuchtte en keek hem aan. 'Hoe kan ik Estralata ooit redden Rain? Ik ben maar gewoon een meisje.' Rain bleef stil staan en trok me tegen zich aan. 'Ocean, jij bent niet zomaar een meisje. Je bent het raarste maar meest geweldigste meisje dat ik ooit ontmoet heb! Je bent dapper, lief, mooi, charmant en ik zou niks anders willen dan avonturen met jou beleven. Ik weet zeker dat jij de wereld kunt redden en je mag niet opgeven want prins Forest mag absoluut niet de macht krijgen!' Ik keek Rain aan. 'Dankje Rain, ik hou van je.' Zei ik fluisterend en gaf hem een kus. Opeens hoorde we stemmen uit de verte, verschrikt keken we op. Het waren de wachters van Rain's vader. 'Aha, eindelijk! We hebben de heks gevonden.' Dreigend kwamen ze op ons afgelopen. Rain trok mij achter zich. 'Ha, en wat wil jij gaan doen. Je vader heeft nog een appeltje met jou te schillen!' Rain duwde me langzaam naar achter. 'Rennen Ocean.' Fluisterde hij. Hij duwde me nog een keer naar achteren richting de struiken. Ik begon te rennen. Ik hoorde Rain achter me. De wachters rende schreeuwend achter ons aan. Ik draaide me om en zag Rain struikelen. Ik rende naar hem toe. 'Ocean ren! Ze willen jou hebben, niet mij!' Ik bleef staan. 'Rain, ik laat je niet achter hier!' Rain keek me doordringend aan. 'Ocean, ga nu!' Ik hoorde de stemmen van de wachters vlak achter ons. 'Maar Rain!' Rain keek me aan. 'Nu!!' De wachters waren in zicht nu. Ik begon te rennen. Ik draaide me nog om en wierp nog een laatste blik op Rain. De wachters hadden hem opgetild en trokken hem nu weg. Ik keek weg met tranen in mijn ogen. Ik rende nog een tijd door en plofte toen uitgeput neer tegen een boom. Ik moest Rain redden!

[Rain]

De wachters hadden me terug naar het kasteel van mijn vader gevoerd. Ik hoopte dat Ocean zichzelf in veiligheid had gebracht. Ik had het haar vader beloofd.. We liepen de troonzaal in. Mijn vader stond op van zijn troon en keek mij walgend aan. 'Hoe durf je mij zo te verraden! Je eigen vader. Ik dacht dat ik jou kon vertrouwen maar je bent niets minder dan een vies onderkruipsel!' Ik kreeg een klap in mijn gezicht en viel voorover. 'Je slaat me maar zoveel als je wil, het doet me niks.' Woedend keek ik hem aan. Mijn vader grijnsde. 'Jou pijn doen doet je misschien niks maar wacht jij maar tot ik die kleine heks heb! Dan juich je wel anders.' Ik slikte. 'Sluit hem op! Knoop dit goed in je oren Rain, wanneer jij het daglicht weer ziet gaat dat lieve vriendinnetje van jou eraan..' Ik werd weggevoerd door twee wachters en belande in de donkerste cel van de kerker. Ik probeerde mijn tranen tegen te houden. Hoe moest ik me hier uitredden?

[Ocean]

Het was nacht. De lichten in het dorp waren uit. Alleen de maan en de sterren boden enig licht. Ik had me verstopt in een houten ton die het kasteelplein opgevoerd werd. Ik wachtte geduldig tot de laatste wachters waren gaan slapen en klom toen uit de houten ton. Ik sloop langs de muren en kwam al snel bij een van de uitkijktorens terecht. Als ik het me goed kon herinneren lag deze toren recht boven de kerkers. Ik vond al snel een luik met een ladder eronder. ik klom de ladder af en kwam uit in de kerkers. Zachtjes liep ik langs de cellen. Bij de allerlaatste cel hoorde ik wat geluid. Ik liep er langzaam naartoe. Opeens legde iemand een hand op mijn mond en trok me naar achter. 'hhmwmw' Ik stribbelde wild tegen maar de armen grepen me steeds strakker vast. Uiteindelijk gaf ik het op en liet me wegslepen.

De volgende morgen werd ik ruw wakker gemaakt door iemand die me aan mijn arm overeind trok. Het was een van de wachters die me mee trok. Ik werd in een ander kamertje neer gezet. 'Zorg dat ze niet weg komt.' Zei hij. 'Natuurlijk baas.' Het klonk als een jonge stem. 'Ik kan niet geloven dat de koning jou deze taak toe vertrouwd.' De wachter liep weg en de deur viel in het slot. Voorzichtig durfde ik omhoog te kijken. Naast me stond een jongeman, hij had blond haar en bruine ogen die mij onschuldig aankeken. 'Laat me alsjeblieft gaan.' Fluisterde ik naar hem. Verbaasd keek hij me aan. Hoopvol keek ik terug. Hij knielde voor me neer. 'Wat heeft zo'n mooi meisje als jou dan gedaan?' Ik schraapte mijn keel. 'Niks..' Zei ik zacht. De jongen lachte schamper. 'Natuurlijk! Waarom zit je hier anders?' Ik zuchtte. Ik gaf het op.

[Rain]

Ik werd overeind getrokken. Er schoot maar een gedachte door me heen: ze hadden Ocean. Ik werd meegenomen naar de troonzaal en kreeg handboeien om. Ik moest op mijn knieën gaan zitten. Mijn hoofd werd naar beneden geduwd. ik hoorde de grote deur opengaan. Ik keek omhoog, Ocean werd vastgehouden door twee wachters die haar naar binnen trokken. Ze werd op de grond gegooid voor de troon. Mijn vader kwam binnen gelopen. Hij had een zelfingenomen grijns op zijn gezicht. Hij liep langs mij door en ging voor Ocean staan. 'Kijk eens wat we hier hebben, het lieve vriendinnetje van Rain.' Ocean keek hem strak aan. Hij trok haar aan haar haren omhoog. Hun gezichten waren nu vlak naast elkaar. 'Je bent helemaal niets waard.' Mijn vader keek Ocean bloedstollend aan. Hij liet haar op de grond vallen. Ocean wou wegkruipen maar kreeg een trap in haar maag. Ze krimpte in elkaar. Ik wou naar haar toe rennen maar werd vastgegrepen door drie wachters. 'Hoe voelt dit Rain?' Hij keek me grijnzend aan en stampte Ocean nog een keer. Ocean schreeuwde het uit van de pijn. 'STOP!!!' Schreeuwde ik keihard. Mijn vader lachte. 'Ik ga net zolang door totdat je ervan kapot gaat.' Ik voelde de tranen over mijn wangen stromen terwijl Ocean nog een schop kreeg. Ik was er kapot van. Mijn ogen maakte contact met die van Ocean. Haar ogen keken niet verdrietig of boos maar vol strijd. Op dat moment klonk er een luide knal en een fel licht ontnam me het zicht. Ik had Ocean nog nooit haar krachten zien gebruiken in de echte wereld! Toen ik weer kon zien waren mijn handboeien los en stond Ocean voor me. 'Pak mijn hand.' Ik greep haar hand en we renden het kasteel uit.

Het regende keihard buiten. Achter ons klonk het geluid van tientallen voetstappen. Nog voordat we het doorhadden waren we omsingeld. Mijn vader kwam voor ons staan. 'Ik wist het wel, je bent een vuile heks!' Ocean keek hem kil aan. 'Je leven eindigt hier!' Mijn vader sprong naar voren en Ocean deed hetzelfde. Er klonk een knal en twee gillen. Mijn vader en Ocean vielen op de grond. Mijn vader werd meteen terug het kasteel ingetrokken door zijn wachters. Ik bleef alleen met Ocean achter. Ik snelde naar haar toe. Mijn vader had haar in haar maag gestoken. Ik legde mijn hand erop om het bloed tegen te houden, tranen liepen over mijn wangen. Ocean streek met haar hand langs mijn wang. 'Ik heb je gered Rain.' Zei ze met veel moeite. 'Ocean, je moet hier blijven, bij mij! Ik kan niet zonder je. En wat moet Estralata zonder je?' Ocean hoestte. 'Rain, ik hou van je..' Haar ogen vielen langzaam dicht. 'Ocean!' Ik keek verschrikt. Ik pakte haar pols, geen hartslag. Ik barste in tranen uit en legde mijn hoofd op haar borst. Ocean, mijn lieve Ocean... Weg...

De trilogie: Het sterrenkindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu