Zonder Rain?

201 13 1
                                    

[Rain]

Ik werd wakker door de zon die op mijn gezicht scheen. Ocean was al opgestaan. 'Goedemorgen slaapkopje.' Zei ze giechelend. Glimlachend keek ik haar aan. Ze had een losvallende, lichtgele jurk aan, haar haren waren opgestoken en er stak een zonnebloem in. Ze ging op de rand van het bed zitten. 'Hoelang ben je al wakker?' Vroeg ik haar. 'Al een paar uur, ik heb ontbeten, me aangekleed en getraind met Derias. En raad eens Rain: het is me voor het eerst gelukt! Ik wist mijn emoties te beheersen!' Ik pakte haar hand vast. 'Dat is geweldig nieuws Ocean!' Ocean lachte van oor tot oor. 'Ik ga maar eens opstaan, me aankleden en ontbijten. Wil je dan samen wat gaan doen?' Ocean knikte en stond op. 'Ik ga even naar Moon toe, ik zie je dalijk oké?' Ik knikte.

Ik kleedde me snel aan en at wat. Daarna liep ik naar het balkon. Moon zat op de balustrade en luisterde naar Ocean. 'Goedemorgen!' Zei ik vrolijk. Beiden keken om. 'Rain, je moet vecht technieken leren. Niet om oorlog te voeren maar om jezelf te verdedigen.' Moon keek me indringend aan. Ocean liep langs me heen. 'We starten je training nu meteen en dat doen we door het echt te maken.' Verward keek ik Moon aan. Hij gaf me een zwaard en stuurde me de tuin in.

Eenmaal buiten zag ik Ocean samen met Derias staan. Toen ik naar ze toeliep greep Derias Ocean vast en hield zijn zwaard voor haar keel. 'Als je haar wilt, kom haar maar halen dan!' Riep Derias. Hij gooide Ocean over zijn schouder en rende weg. De training was begonnen.

Ik rende achter hem aan. We kwamen op het dak terecht. Ik had een zwaard gevecht tegen Derias en won! Blij omhelsde ik Ocean die me een kus op mijn wang gaf. Toen we weer terug op de grond stonden keek Moon me met een ernstig gezicht aan. 'Niet slecht! Maar geloof mij maar als ik zeg dat een echt gevecht veel heftiger kan worden.' Ik knikte. Het zwaard mocht ik bij me houden.

Ocean en ik besloten om in het gras te gaan liggen. 'Je bent nu net een echte ridder.' Zei Ocean glimlachend. Ik grijnsde en trok haar op me. Een lange kus volgde. Ocean liet haar hoofd rusten op mijn borst. Opeens stond Moon naast ons. 'Ik moet jullie spreken.' Verbaasd gingen we recht zitten. Moon plofte voor ons neer. 'Ocean, wij gaan samen weg. We moeten naar de grote bibliotheek toe om iets te meer te leren over jou krachten.' Ocean knikte begrijpelijk. 'Maar Rain kan niet mee gaan.' Het was even stil. Ocean stond op. 'Dan ga ik maar wat spullen bij elkaar pakken.' Ze liep weg. Meteen toen ze weg was stond ik op. 'Hoezo mag ik niet mee?' Moon stond op. 'Het is niet anders Rain, Derias heeft je hier nodig.' Ik slikte. 'Ik heb haar vader beloofd haar te beschermen..' Moon knikte. 'Ik snap het, maar ik ben bij haar. Ik let op haar Rain.' Moon liep naar binnen. Zuchtend liep ik achter hem aan.

Toen ik op de slaapkamer kwam probeerde Ocean een koffer dicht te krijgen. Ik deed haar koffer dicht. Ze draaide zich om en gaf mee een knuffel. 'Het spijt me dat je niet meekan.' Verdrietig keek ze me aan. 'Het geeft niet Ocean.' Ze hield me nog steviger vast. 'Kom, ik breng je naar onder.'

[Ocean]

Rain pakte mijn koffer en samen liepen we naar beneden. Buiten stond een koets. De koetsier pakte mijn koffer aan van Rain en maakte die achterop de koets vast. Moon kwam naar buiten gelopen samen met Derias. Moon stapte de koets in. Ik gaf Derias een knuffel. 'Bedankt voor de training.' Derias gaf me een kus op mijn voorhoofd. 'Hou je taai kleintje!' Ik liep naar Rain toe. Ik zag dat hij zijn tranen wegslikte. Ik sloeg mijn armen om hem heen. Hij trok me dichter tegen zich aan. 'Ik red me wel Rain, pas goed op jezelf!' Rain keek me aan. 'Ik ga je missen Ocean!' Ik gaf hem een kus. Moon stak zijn hoofd uit het raampje. 'Ocean, we moeten nu echt gaan.' Ik knikte. Ik gaf Rain nog een lange kus en liet hem toen los. Ik klom in de koets, Derias deed de deur dicht. Ik ging zitten en keek door het raampje. De koets begon te rijden. Rain zwaaide naar me. Ik zwaaide terug. Ik zag de tranen in zijn ogen blinken. Zuchtend legde ik mijn handen in mijn schoot. Moon was niet erg spraakzaam. Hij staarde naar buiten.

Na een tijd stopte de koets. Moon stapte uit en reikte mij zijn hand. Ik pakte zijn hand aan en hij hielp me uit de koets. We liepen een klein huisje in. 'Hier overnachten we.' Zei Moon. Ik knikte. Moon zette mijn koffer neer op het bed in mijn slaapkamertje. Ik waste me en deed mijn nachtjapon aan. Ik kroop in bed. Het was koud en eenzaam zonder Rain naast me. Ik trok de deken wat strakker om me heen. Ik deed mijn ogen dicht en probeerde wat te slapen.

De trilogie: Het sterrenkindWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu