de boederij

14 4 0
                                    

We zaten nog steeds op het dak. M'n vader staarde naar beneden.
Het huis begon te kraken. 'Snel we moeten van het dak af!' zei Ik tegen m'n vader.

De zombies duwde tegen het huis. Het waren er zoveel dat het huis elk moment kon instorten.

Snel gleden we via de waterpijp naar beneden. De zombies kwamen ons achterna. Ik rende een steeg om.
Mijn vader ging de andere kant op.

Ik rende en rende. Ik zag m'n vader toen aan de overkant van een meer.
'Kom hier naar toe!' schreeuwde m'n vader.

Ik sprong.in het water en zwom naar de overkant. Eenmaal aangekomen bij de kant, moesten we weer gaan rennen. De zombies kwamen er al aan.

Uren en uren zaten we te rennen.
Uiteindelijk zat ik een plek waar we naar toe kunnen.
Het was een flat. Snel rende we naar binnen.

Maar het was er niet zo veilig als ik dacht. Tientallen zombies kwamen tevoorschijn. We rende naar buiten en ik zag een auto staan. M'n vader sloeg het raam in. Hij deed de deur open en daarna weer dicht. Mijn vader zat te sleutelen met een paar draatjes.
Opeens hoorde ik de motor starten.
We reden weg. Ik was zo moe dat ik even ging slapen.

Toen ik wakker werd zag ik dat we op een boerderij waren. Ik stapte uit de auto en liep m'n vader achterna.

' we hebben overlevers gevonden'
zei mijn vader. Ik zag een meisje die ongeveer net zo oud was als ik.

We liepen het erf op. Daar stond een vrouw en een man. We mochten naar binnen. We kregen daar eten en drinken aan geboden.

'Waar komen jullie vandaan?' vroeg de man nieuwsgierig. 'Dat weet ik echt niet' zei mijn vader. Ik kreeg een plekje aangeboden om te slapen.

Zombie timeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu