Zombie time

Alpaco

Nick werd wakker. 'Hebben jullie niet geslapen?' Vroeg Nick gapend. 'Nee' zei ik en Conel in koor. 'Wat gaan we doen?' Vroeg Nick. 'We kunnen het best naar de supermarkt gaan om eten te halen' zei Conel. Ik en Nick namen zie handgeweren mee.

We kwamen aan bij de supermarkt.
Toen ik naar de deur liep merkte ik dat iets of iemand ons in de gaten hield. Ik rammelde aan de deur. 'Geen zombies' Zei ik. Opeens zei een man: 'naar de muur voor ik schiet!!' Ik liep rustig naar de muur. 'Leg je wapen neer!!' We deden wat hij zei.

er kwamen twee andere mensen op ons af. Ik hoorde van rechts een auto aan komen. 'Ik hoor een auto zei de rechter man. De auto kwam op ons af.
'Nu is er een kans' zei ik in mijn hoofd. Ik pakte mijn handgeweer op en schoot de eerste twee neer. De man die alles zei was weg.

De auto kwam naar ons toe en stopte.
Ik keek goed...... mijn VADER zat in de auto. 'Hé zoon, kom stap maar in'. Iedereen stapte in de auto.

We reden naar een grote stad met een muur er om heen. 'Jongens, welkom in Alpaco' zei mijn vader met trots.
Iedereen keek zijn ogen uit, want dit hebben we lange tijd niet meer gezien.

Alpaco is een echte stad die beschermt is met een grote muur waar bewakers op staan.

We reden veder naar een huis. 'Hier woon ik' Zei mijn vader 'jullie mogen hier ook slapen'. Ik heb lange tijd niet meer in een bed gelegen.

Mijn vader gaf een rondleiding door de hele stad. De stad is namelijk nogal groot, dus is het handig om te weten waar wat ligt. Zo hebben ze hier een museum, een kinderboerderij, een supermarkt en nog veel meer. 'Hoe komen jullie dan aan al deze spullen'?
Vroeg Conel. 'We rijden winkels af met een vrachtwagen waar veel in kan' zei mijn vader.

'Het is trouwens vandaag woensdag voor als jullie het niet wisten' zei mijn vader. 'Oké' Zei ik.

Het begon donker te worden en we kregen eten en drinken. Ik kon eindelijk rustig slapen, want hier zijn we voor nu veilig.