Zombie time

brand

Dagen gingen voorbij en en er kwamen steeds meer mensen. Ik leerde nieuwe vrienden kennen Nick, Brian en Wouter. We gingen altijd voetballen alleen het ging wel slechter, want doordat er meer en meer mensen kwamen was er niet genoeg eten voor iedereen.

Mijn vader moest nu ook zoeken naar voedsel. Ik zei mijn vader vaarwel. 'Hoelang is hij weg?' Vroeg ik aan een man van het leger. 'Dat kan wel een paar weken duren. 'Jammer' Zei ik terug.

Ik ging weer naar m'n vrienden en speelde voetbal. Opeens hoorde ik een enorme knal. Ik viel op de grond met een piep in mijn oren. Ik zag een grote vlam bij het gebouw waar wapens lagen ik stond op en rende naar een militair. 'Wat is er aan de hand?' Maar ik kreeg geen antwoord. Hij keek naar de vlam met grote ogen.

Even later hoorde ik een raar geluid die ik vaker hoorde: zombies!!!
Ik rende naar een militaire groep die mensen probeerde te redden. Alleen de groep zombies was te groot Dus alle militairen rende weg.

Een zombie kwam op me af. Ik rende snel weg, maar hij bleef me maar volgen. In mijn rechter ooghoek zag ik een mes liggen. Ik raapte het op, maar de zombie stond al achter me. Ik draaide me om en stak meteen. 5 secondes later deed ik m'n ogen open en zag: dat ik hem in zijn hoofd had geraakt hij was dood. 'Doder dan dit kan hij hopelijk niet worden.' Zei ik.

Opeens zag ik Nick voor bij rennen.
'Nick kom hier!!' Riep ik. Hij kwam naar me toe. 'We moeten hier weg' Zei ik. Nick knikte naar me. We renden weg de bossen in. Ik liep voor op en hij achter me.

We zaten al een aantal minuten te rennen totdat ik een wapenwinkel zag. Ik keek naar Nick en Nick knikte naar me. We liepen naar binnen en pakte allebei een wapen, kogels en een demper. Ik pakte nog een tas en deed er nog heel veel kogels in. We hadden wel allebei een handgeweer. 'De terugslag van zo'n wapen is' krachtig zei Nick van te vore

We liepen naar een huis waar de deur van open stond. We liepen naar boven. 'Laten we zoveel mogelijk troep op de trap gooien zodat de zombies er niet bij kunnen' zei ik.

Het werd donker. 'Laten we gaan slapen' Zei Nick. 'Goed' Zei ik terug.