We zitten nu op een boerderij.
Al een paar dagen eigenlijk.
Het meisje heet Sophie. De man heet
Thijs.We liepen met z'n alle naar buiten.
'We moeten hier weg' zei Thijs terwijl hij het veld aanwees. Het veld zat vol zombies en kwam onze kant op.Snel rende we met z'n alle het erf af.
We rende weg. Ik zag onze auto staan.
Snel stapte we allemaal in. We reden weg. Net op tijd, want de eerste zombies waren nu al bij het huis.We reden en reden uren lang.
'Waar kunnen we nou blijven?' vroeg ik. 'Tja, als hier ergens nog meer mensen zijn, dan kunnen we bij hen aansluiten' zei ThijsWe reden lang. Te lang!.
We waren op de snel weg....
Ik hoorde zombie geluiden....
Het kwam dichterbij.....
Ik hoorde mijn vader dingen roepen....
De banden kwamen tot stilstand...
Ik keek... de hele weg....
Vol zombies!!Dit is de grootste tot nu toe.
Snel reden we achteruit. Maar de benzine was op. Iedereen ging uit de auto en rende zo hard als hij kon.
De zombies kunnen gelukkig niet zo snel rennen.We renden en reden.
Ik zag de massa zombies op ons afkomen. 'We moeten sneller zijn'
zei Sophie.In de verte stond een stad.
'Kijk! daar gaan we heen!' zei ik.
We rende en rende, maar we waren aangekomen bij de stad.We rende een flat in. In het gebouw waren vrij weinig zombies.
We liepen naar boven op de top van de flat. Daar keken we naar beneden.Duizende en duizende zombies liepen daar. Gelukkig hadden ze niet door dat wij er waren. 'Wat moeten we doen?' vroeg Sophie. 'Afwachten totdat ze weg zijn' zei ik terug.
JE LEEST
Zombie time
AçãoWat zou jij doen als er opeens een zombie uitbraak kwam? Dit verhaal gaat over een ik-persoon die dat mee maakt. Hij loopt in grote risico's van leven en dood. Hij maakt vrienden en samen proberen ze te overleven. Wanneer alles goed blijkt te gaan:...