24.0 - Dylan

727 72 4
                                        

Kon ik mezelf niet vast ketenen aan mijn bed? Aan een boom buiten in de tuin? Ik wil niet weg, ik wil totaal niet weg. Het ergste is nog wel dat mensen denken dat ik het leuk vind dat ik nog een maand terug mag. Waarom ziet niemand de pijn in mijn ogen? Waarom kan ik niet gewoon zeggen dat ik niet meer wil, dat ik niet weg wil? Ik ben een lozer, welke jonge laat zich nou zo behandelen? Waarom vecht ik niet terug, ik hoef niet te gaan. Ik ben hier en zij zijn daar, helemaal in Amerika. Toch ga ik, een magische kracht trekt me langzaam richting ze toe. Ik kan niet anders, ik moet wel gaan. Dadelijk komen ze me halen, dan komen ze me hier opzoeken. Dat wil ik niet, dan weten mama en Jolien wat voor mensen het zijn. Ze zijn echt vreselijk, dat ze iemand zo behandelen. Boos duwde ik mijn koffer dicht. Ik wil godverdomme niet! 'Dylan?' Ik beet op mijn lip. 'Dylan ben je klaar,' riep mama hard. 'Ja, kom eraan!' Ze vonden het allemaal zo leuk voor mij, ze vonden het zo leuk dat ik nog terug mocht. Terug naar het land waar alles kan, waar je al je dromen kan laten uitkomen. Waarom wilde ik ookal weer gaan studeren in Amerika. Als ik dat niet had gedaan dan had ik nu niet de rest van mijn leven littekens. De rest van mijn leven zal ik terug herrinnerd worden aan die verschrikkelijjke tijd. 'Papa,' fluisterde ik. 'Papa help me alsjeblieft!' Ik moest moeite doen om niet in huilen uit te barsten. Ik kan als jonge niet huilen, ik moet sterk zijn. Nu papa er niet meer is moet ik de man van het gezin spelen. Heb ik papa ooit zien huilen? Nee, daarom mag ik ook niet huilen. Ik keek mijn net opgeruimde kamer rond. Alles moest ik van mama schoon maken voordat ik ging. Een ongeloofelijke rot klus, meestal gooi ik gewoon alles neer waar ik sta. Nu is alles netjes opgeruimd, kleren in de kast en bureau gepoest. 'Dylan!!' Ik schrok van mijn moeders schelle stem. 'Ja kom er nu aan!' Snel pakte ik mijn koffer op. Het was zwaar, hoewel ik maar een maand weg hoefde. Zo voel ik me nu, met een enorme bepakking. Ik voel me zwaar, maar tegelijkertijd zo leeg. Hoe kan ik weg gaan als iedereen mij nodig heeft? Dadelijk gaan we Kate ophalen en rijden we naar het vliegveld. De plek die voor ons zoveel betekend heeft. Ik ken haar, omdat ik naar Amerika ben gegaan. Als ik dat niet gedaan had, had ik haar nu niet gehad. Dan had ik haar niet kunnen helpen, ook niet via Skype. Ik zuchte even en liep snel de trap af. Mama zal zich wel afvragen waar ik blijf. 

'Doe je voorzichtig?' Kate had haar armen om me heen geslagen. 'Ik wil niet dat je iets overkomt..' Zou ze iets voelen? Zou ze voelen dat ik eigenlijk helemaal niet wil gaan. Zou ze weten dat.. Nee, dat kan niet. Natuurlijk weet ze dat niet! Hoe zou ze dat moeten weten? Ik heb het haar niet verteld en ze kan ook geen gedachten lezen. Ze zal me niet tegenhouden, hoe graag ik dat ook zou willen. Ik heb tegen haar gezegd dat ik graag wilde gaan, dus nu denkt ze dat ik dat wil. Ze zal me niet tegen houden. 'Ik heb iets voor je,' zei ze zachtjes. Mijn moeder en mijn zus hadden ons even alleen gelaten en zaten op een bankje verder op. Wat ben ik blij dat ik haar heb aangesproken op het vliegveld. Wat ben ik blij dat ik haar te hulp ben geschoten. 'Hier..' Ze pakte een ketting uit haar broekzak. Het was een lange ketting met aan het eind een kruis. Het was practig. Simpel, maar zo mooi. Ik pakte de ketting van haar over en deed het zonder iets te zeggen om. 'Dankjewel,' zei ik terwijl ik haar een kus op haar voorhoofd gaf. 'Ik heb ook iets voor jou.' Gelukkig had ik ook iets voor haar gekocht. Grappig, hoe we het zonder af te spreken alle twee iets hadden. Ik pakte een klein pakketje uit mijn broekzak. Snel gaf ik het aan haar, we hadden niet meer veel tijd. 'Wat mooi!' Ze kreeg tranen in haar ogen toen ze het cadeau zag. Ik pakte de ring van haar over deed het om haar vinger heen. Het was een simpele ring, met in het midden een klein diamantje. Ze gaf me blij een knuffel. 'Bedankt, het is zo mooi! Dylan,' mijn moeder onderbrak ons. 'Je moet nu echt weg, anders mis je je vliegtuig nog!' Ik keek Kate aan en we schoten allebei in de lach. Tranen gleden over haar ogen en ik wreef ze snel weg met mijn handen. 'Ik moet gaan, maar ik bel je elke dag.' Ik richtte me tot mama en Jolien. Allebei gaf ik ze een lange knuffel. 'Jullie bel ik ook elke dag, beloofd!!' Ik had nu toch wel tranen in mijn ogen. Snel draaide ik me om. 'Dag!!' Ze zwaaide allemaal naar me. Ze riepen dingen, maar het drong niet tot me door. Ik liep vlug weg, voordat ik het niet meer kan. Ik zou nog kunnen omdraaien.. Maar het mag niet, ik moet dit doen. Ik ben een man, ik kan dit aan.

Stay with meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu