Hoofdstuk 44: Ik wil niet dat ze je ook pijn doet

365 19 13
                                    

Vrijdagavond liggen Rein en ik in Reins bed tegen elkaar geplakt. Hij gaat door mijn haar en ik zucht uit tevredenheid in de plooiing van zijn nek.

'Hoe gaat het eigenlijk met je ribben?' vraagt Rein zachtjes en ik open mijn ogen.

Ik haal mijn hoofd uit zijn nek en neem een beetje afstand zodat ik in zijn bruine vloeibare ogen kan kijken.

'Goed,' zeg ik. 'Ze zijn genezen en ik moet nog één keer op controle gaan.'

Ik ben al enkele keren met mam naar het ziekenhuis geweest of naar de huisdokter om te kijken of ik nog snel genoeg genas.

Het is nu ongeveer zes weken geleden wat zou moeten betekenen dat het zo goed als geheeld is en dat vind ik geweldig.

Ik krijg geen steken meer wanneer Rein en ik aan het zoenen zijn al lijkt het nog steeds dat ik soms een marathon heb gelopen.

'Mooi,' zegt hij en hij strijkt afwezig door mijn haar.

Ik kan zijn schroeven in zijn hoofd bijna horen draaien zodat de tandwielen in elkaar passen.

'Wat is er?' vraag ik.

'Niks,' zegt hij zacht, maar ik trap er niet in.

De blik in zijn ogen die er nu in te zien is, ken ik maar al te goed. Hij denkt na over iets en dat iets is best serieus.

'Rein,' zeg ik en ik ga wat rechter zitten, maar zijn hand in mijn haar houd me tegen om volledig recht te zitten dus steun ik op mijn ellebogen.

Hij zucht en draait zijn gezicht naar me toe.

'Ik denk na,' zegt hij.

'Over?'

'Wanneer ze gaan komen,' mompelt hij.

Ik weet meteen dat hij het over Francesca en zijn moeder gaat.

Eigenlijk maakt het me best nerveus niet te weten wanneer ze komen. Ik wil niet dat Francesca terug komt want dan is er een kans op een blauwe Rein en dat wil ik niet.

'Hebben ze niks meer laten weten?' vraag ik.

'Nee,' zegt hij.

Ik ga terug langs hem liggen en leg mijn arm rond zijn middel en trek mezelf dichter naar hem toe zodat hij een kus op zijn wang van me krijgt.

'Het komt wel goed,' zeg ik. 'Misschien komen ze niet eens.'

'Dat kan Francesca niet maken. Ze weet dat mam komt en haar verwacht,' zegt hij.

'Rein,' zeg ik en ik neem zijn kin vast zodat ik hem kan aankijken.

'Jij hebt tegen mij gezegd dat ik niet nerveus of gestrest moet zijn, dus dat hoef jij ook niet te zijn. Ik ben hier en ik laat niemand je pijn doen,' zeg ik, al weet ik dat ik niet de sterkste ben.

Hij glimlacht en ik kan voelen dat Rein terug dichter bij me komt. Hij kan bepaalde gedachten en hersenspinsels zo snel van zich afzetten dat ik er jaloers op ben.

Ik overdenk dingen te vaak en vooral als het over Rein gaat en zijn blauwe plekken die hij van Francesca krijgt.

Reins aanrakingen, aanwezigheid en woorden zijn de enige dingen die ervoor zorgden dat mijn hoofd me niet meeneemt.

'Je bent de beste, cutie,' zegt hij en hij geeft me een kus op mijn neus.

'Ik ben geen cutie,' zeg ik.

'O, jawel,' zegt hij en hij port me in mijn zij waardoor ik zachtjes lach.

'Niet doen,' zeg ik.

Wat ik denkWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu