Opeens word ik ruw uit de bank gesleurd en op de grond gegooit. Ik word omhooggetrokken zodat ik ga staan. Slaperig kijk ik Michiel aan, wat had ik nu weer fout gedaan? Hij sleurt me zonder iets te zeggen mee naar boven. Met brute kracht schopt hij tegen mijn rug aan, waardoor ik op mijn handen en knieën op dr grond terecht kom. Al snel merk ik dat ik zachtjes tril. Ik bijt hard op mijn lip om die niet te laten trillen.
"Idioot! Je weet dat we uit eten zijn geweest, dus zet een kop thee klaar! Hoe vaak moeten we dat nog zeggen?! Je krijgt straf! Je zoekt het maar uit hoe je aan eten komt! Deze avond en morgen de hele dag kamerarrest!" Schreeuwt hij mij toe. Maar de hele dag niet eten, én niet drinken! Dan moet ik straks voorbij Michiel glippen om snel wat flesjes water te vullen!
De eerste klap is al gekomen, maar er volgen er snel meer. Mijn armen en benen begeven het en ik val op mijn zijn. Daardoor word Michiel nóg woedender wordt. Waarom kon ik nou nooit eens doen wat híj wilde, ik doe dat toch? Opeens slaat hij me hard met zijn touw tegen mijn schouder aan, ik schreeuw hard. Hij slaat nog wel twintig keer en baant dan woedend de kamer uit. Hard trillend op de grond blijf ik achter.
Voorzichtig ga ik over de diepe sneeën heen. Allemaal bloeden ze, hij moet het touw scherper hebben gemaakt of zoiets. Ik snik zachtjes en blijf zo liggen tot ik gelukkig in slaap val.
(Volgende ochtend, tien uur)
Michiel had net de baby weggehaald en mij weer opnieuw een paar keer geslagen zodat de wonden weer opengingen. Het deed echt pijn. Ik had snel mijn shirt uitgetrokken zodat die niet nat van het bloed zou worden. Nu lig ik stil op mijn buik op de grond. Het enige wat ik nog had, was mijn muziek en telefoon. Als hij dat van mij af zou nemen, zou ik sterven. Of dan ga ik zelf muziek maken, dat zou natuurlijk ook kunnen. Ik wrijf over mijn neus heen en zet zachtjes mijn telefoon aan. Opeens zie ik dat ik wel vijftig berichten heb. Normaal zijn dat er iets van nul tot tien. Gewoon omdat ik geen vrienden heb en niemand iets om mij geeft. Ik zie dat het van Jurgen is, een jongen die altijd onaardig tegen me is. Ik aarzel even maar open het dan, dat had ik nooit moeten doen. Er verschijnen berichten zoals: "Hé nerd, waarom zit je nog op school? Daar ben je véél te dom voor!" en "Wist je al dat je een alien was?" en "Ik zou maar niet in de spiegel kijken, want zelfs ík breek als ik je zie!" en nog véél meer. Deze waren niet alleen van hem, maar ook nog van drie andere. Ze dachten dat ze stoer waren door mij te gaan pesten.
Maar soms hebben ze gelijk, misschien ben ik wel een nerd. Misschien ben ik wel hersenloos. Want ik was een aliën volgens die mensen.
Snel zet ik een vrolijk liedje op, maar ik word er niet vrolijk van. Het ene bericht na de andere verschijnt en uiteindelijk stuur ik hem iets terug.
"Kun je even je mond houden?!" Ik weet dat ik het natuurlijk op Watsapp taal had moeten zetten, maar ik was al te laat. Opeens kreeg ik wel twintig berichten in tien seconden binnen. En veel erger dan de vorige.
Snel zet ik mijn telefoon uit en smijt hem op mijn bureau, wat amper een bureau te noemen is doordat die bijna uit elkaar valt. Ik had gewoon amper iets op mijn kamer: het bureau dan en een houten ondergrond, de andere kamers hadden wél een zacht tapijt. Als laatste nog wat dozen, mijn kamer was dus eigenlijk het rommelhok, waarvan ik de rommel was.
Weer een zielig hoofdstuk, vind ik zelf, maar gelukkig ook lekker lang! Ik hoop dat jullie het niet té laat vonden, want het is al twaal uur. Tot het volgende hoofdstuk! Merle
JE LEEST
Nummer 239
Teen Fiction'Ik moet het nu doen, op geen andere moment. Ik wil het niet meer, ik kan het niet meer. Ik zal sterven en naar de hel gaan. Wat ik net heb gedaan, dat is niet te vergeven. De mensen die ik heb vermoord zullen net als ik naar de hel gaan, want ik be...