Ik word wakker op een vreemd bed met enorm veel pijn aan mijn arm. Langzaam komen de herinneringen weer terug. Ik was in de open haard gevallen, met mijn arm. Hoe ik dat heb overleefd weet ik niet, maar wel weet ik dat ik nu misschien wel een week vrij heb. Er verschijnt een magere glimlach op mijn gezicht. Opeens komt er iemand naast me staan, waarschijnlijk een dokter. Hij haalt het verband er af.
"Hé, ik kom je nieuw verband geven. Je hebt echt geluk dat je nog leeft! Ik ga dadelijk wat op je arm smeren, het kan wat gaan prikken." Ik kijk naar mijn arm, dat had ik beter niet kunnen doen. Die is dik en gezwollen. Maar dat niet alleen, er zijn dan wel geen zwarte plekken meer, nog wel veel blaren. Het geheel ziet er zó smerig uit dat ik moet kokhalzen. De dokter kijkt me raar aan en druppelt dan wat vloeistof op mijn arm. Meteen voel ik het prikken en schreeuw het uit. Zo erg als nu heb ik het nog nóóit gevoelt. Ik blijf schreeuwen, zelfs als het verband er al omheen zit. Uiteindelijk duwt hij een kap op mijn mond en voel ik dat ik moe word. Uiteindelijk val ik in slaap
(volgende dag)
's ochtends word ik al vroeg wakker. Nummer 250 komt binnen.
"Hé, ik wilde wat meer van je weten. Waarom je hier bent en zo." Ik zie dat hij een beetje begint te blozen. Ik grinnik en ga voorzichtig zitten. Hij helpt me, zijn korte aanraking geeft me een warm gevoel. Nu moet ik weer blozen. HIj tilt me half op en zet me aan de rechterkant van het bed weer neer. Voorzichtig komt hij naast me zitten.
"Ik uh... ben David. Ik weet dat je je naam hier niet mag uitspreken, maar ik weet hoe jij bent. Ik weet dat je hetzelfde soort als ik ben. Ik weet dat je ook dacht dat het hier goed en fijn zou zijn. Ik weet niet wat je is overkomen, maar ik weet wel dat je leven niets is geweest. Ik weet eigenlijk het meest dat je één keer in je leven lol wilt hebben. Ik weet het, dit klinkt raar." Hij wendt zijn hoofd af, ik zie dat er een grote traan over zijn wang rolt.
Ik pak mijn kin vast en fluister in zijn oor: "Ik weet het. Ik ben Sasha." en kus hem dan. Het gebeurde gewoon, uit het niets. Even verstijfd hij, maar houdt dan toch nog drie seconden vol. Hij kijkt me verbaast aan en nog geen drie seconden later zoenen we al. Al snel stopt dat fijne gevoel en kijkt hij me verbaast aan.
"Ik weet dat je mij leuk vind en dat ik jou leuk vind." Zeg ik dan, hij kijkt me betrapt aan. Wow, dat ging alweer uit het niets. Ik zucht en sluit een halve seconden mijn ogen even.
"Oké, vertel jij eerst. Vind je het erg als ik 'my story' later vertel?" Hij schudt zijn hoofd en schraapt zijn keel dan.
"Al jong werd ik mishandeld door mijn moeder. Ik dacht dat ik dan onaardig was geweest, maar juist zij was onaardig. Ik was vier vijf jaar toen ik de eerste klappen kreeg. Dan was het alleen als er niemand bij was en als ze écht woedend was. De eerste keer toen het niet alleen blauwe plekken was, was toen ik oma's vaas liet vallen. Zo was zó ontzettend bos, oma was toen al dood, die vaas was haar erfenis. Ze had me eerst een paar keer geslagen en geschreeuwd. Telkens maar weer zei ze dat ze me haatte en dat ik niets was. Maar opeens pakte ze een zo'n deegroller, we stonden immers in de keuken. Ze had me zó toegetakeld dat ik bewusteloos was geworden. Twee ribben waren gekneust en één vinger ook nog. Ik ging natuurlijk niet naar het ziekenhuis, nee pas twee weken later. Het enige wat ik kon doen was uitrusten. Daarna bleef het vrij lang rustig, toen was ik iets van zeven bijna acht. Toen ik negen was ging ze opeens aan de drank. Het mishandelen begon ook weer, maar dan écht véél erger." Hij begint opeens te huilen, ik sla een arm om hem heen. Voorzichtig zeg ik dat hij verder moet praten. Hij snuit zijn neus en gaat weer verder.
"Een jaar lang was het nog wel handen en voeten waarbij ik bewusteloos raakte, maar een paar maanden na mijn tiende verjaardag werd die handen en voeten, messen. In het begin waren het maar een paar sneetje, maar later..." Hij snuift even en gaat dan verder: "werd het erger. Op een dag waren heel mijn armen én benen én nek én buik helemaal vol met sneeën. Ik was naar mijn kamer gevlucht en toen ik uit bed stapte was ik duizelig. Mijn bed zat vol met bloed en ik zelf ook. Nog amper kon ik lopen, ik had volgens mij veel bloed verloren. Pas toen ik twaalf was werd ik weggehaald bij mijn moeder omdat ik buiten midden op de snelweg was gevonden. Ze had me uit de auto gegooit, gelukkig op de vluchtstrook. Ik had veel bloed verloren, het was vrij warm en ik had dus alleen een hemd onderbroek en korte broek aan. Mijn armen en benen waren helemaal opengehaald. Daarvoor had ze me nog mishandeld en ik was dus al best wel leeg. Ze hadden me naar het ziekenhuis gebracht, ik was wakker toen ik uit de auto werd gegooid. Uiteindelijk, een maand later, werd ik hier naar toe gebracht. Toen was ik zeg maar twaalf en een half. Nu ben ik al weer veertien. Nog steeds probeer ik de mensen hier om te stimuleren om vrolijk te zijn én blijven. Ik wil graag lol hebben, 's nachts op onderzoek gaan. Een brood stelen of tikkertje doen als de baas weg is. Oja: ik noem haar niet baas maar Enemy, Engels voor vijand." Ik legt zijn hoofd op mijn schouders en hij sluit zijn ogen. Het is erg moeilijk om dat te vertellen. Nu is het mijn beurt. In het kort vertel ik wat er was geberud: "Ik werd al mishandeld vanaf mijn zevende. Toen ik elf, twaalf was kwam daar een touw bij. Michiel, mijn stiefvader, deed het het meest. Toen ik net twaalf was kreeg mam een baby. Mijn kamer was heel klein, toch kwam ze bij mij te staan. Uiteindelijk wilde ik niet meer en heb ik..." Ik barst in huilen uit en val ik zijn armen. Hij kust mijn haar en fluisterd: "Goed zo, ik moest je eigenlijk naar je kamer brengen, kom je?"
Hij tilt me op en loopt de ziekenhuiskamer uit. Opeens zie ik dat we nog in het weeshuis zijn. Ik zucht en zeg dan zacht: "Mag ik proberen zelf te lopen?" Hij knikt en snapt ook waarom: liefde is hier niet toegestaan. Ik sla een arm om David's schouders heen en loop heel voorizichtig. Al snel loop ik gewoon naast hem. Uiteindelijk stoppen we voor mijn kamerdeur. Ik geef hem een kus op zijn mond en loop dan mijn kamer in. Ik mis hem nu al.
Wow, is dit lang of is dit lang? LANG!!! Haha, ik heb expres voor jullie lekker lang hoofdstuk getypet. Ik ga proberen één van de hoofdstukken denk ik wel 2000 woorden te typen. Maar dat is nog een verrassing wanneer dat is! ;) Merle
JE LEEST
Nummer 239
Teen Fiction'Ik moet het nu doen, op geen andere moment. Ik wil het niet meer, ik kan het niet meer. Ik zal sterven en naar de hel gaan. Wat ik net heb gedaan, dat is niet te vergeven. De mensen die ik heb vermoord zullen net als ik naar de hel gaan, want ik be...