(POV Sasha)
Het was stom dat we daarna weer moesten eten, maar ik had toch honger. Nadat we hadden gegeten ging iedereen weer snel naar zijn kamer. De kinderen zeiden dat ik nog een verhaal móést vertellen. Maar ik wilde niet. Het was dan wel acht uur, we waren dan wel vrij, maar 's ochtends moesten we weer om zeven uur op staan. En als je ongeluk had al om zes uur of vijf uur. Dus ik ging op mijn rug liggen en viel in slaap.
(volgende ochtend, negen uur)
Mijn werk is vandaag makkelijk, dacht ik vijftig minuten geleden. Maar het was juist het omgekeerde. Met een zucht leg ik nog een enorm blok hout op de open haard. Die open haard zorgde ervoor dat het héle huis warm bleef. Ik weet niet waarom, maar ik moest nog erg lang door werken, tot iets van twaalf uur 's nachts. Gewoon omdat veel kinderen nog tot laat wakker liggen. Al om twaalf uur krijg ik spierpijn in mijn armen. De bel van het eten gaat, snel leg ik nog een blok op de open haard en loop dan bezweet naar binnen. Ik ga snel naast Liv zitten, dat is wat gezelliger dan naast vreemde mensen. Zacht fluisteren we tegen elkaar hoe zwaar het werk wel niet is. Als hij naar mijn boven arm wijst en zegt: "Misschien moet je maar vrij vragen, je bent gewond. Als de leiding je mag krijg je soms vrij. Maar dat denk ik niet, de leiding mag je alleen als je iemand durft te straffen." Het is raar om dat te horen, maar toch ging ik de hele middag werken. Ik kreeg daar twee schrammen mee. De eerste, in mijn bovenarm, door een scherpe punt aan een groot blok hout. De tweede, een snee in mijn enkel, kwam doordat ik een blok naast mijn voet liet vallen maar een stuk langs mijn voet schraapte. Nu moest ik nog maar twee uur. Ik hoorde een soort van bel, dat waarschijnlijk betekend dat iedereen moest gaan slapen. In één kwartier doe ik drie blokken. Maar opeens had ik een blok hout die wat kleiner was. Jammer dat die dan weer ongelukkig van vorm is. Met een zucht til ik 'm op, maar laat hem vallen. Op tijd spring ik op zij. Met een zucht til ik hem op maar opeens gebeurd er iets vresselijks. Ik gooi het brok hout in de open haard maar val dan mee. Mijn hele lichaam gooi ik naar rechts, maar mijn arm land recht in het vuur. Ik krijs en schreeuw. Schreeuw en krijs, met de meeste erge woorden die je kunt bedenken.
"AAAAAAHH!" Ik ga met mijn rug tegen de koude muur aan zitten, opeens komt er een jongen naar me toe gerent. Bang kijk ik hem aan. Het is die jongen van de lamp, nummer 250. Hij ziet mijn arm en pakt hem voorzichtig beet. Ik voel dat ik flauw ga vallen en duw mijn lichaam zó dat mijn hoofd tussen mijn benen komt. De jongen tilt me op en rent naar de dichtbijzijnste badkamer. Ik zie nog dat we door een kinderkamer moeten maar dan wordt alles zwart.
(Pov David, nummer 250)
Opeens hoor ik een harde schreeuw, meteen zit ik rechtop. Ik spring uit mijn bed en ren mijn kamer uit. Het is bij de open haard, of in de buurt. Opeens zie ik een meisje, nummer 239 waarschijnlijk, die met haar rug tegen de muur aan zit. Ik kniel naast haar neer, opeens zie ik haar opgezwolle, op sommige plekken zwarte en rode arm. Ze is in het vuur gevallen. Zonder aarzelen til ik haar op en ren naar de gang terug. Ik kijk schichtig om me heen en zie dan een kamer. Met een trap open ik de deur, het is een kinderkamer. Zonder op het boze geroep te letten loop ik naar de badkamer. De kinderen houden al snel hun mond als ik snauw: "Ik zou maar je kop houden, anders laat ik jullie lichaam verbranden!" Ik leg haar arm over de rand van het bad heen en houd haar arm onder de koude kraan. Ik zorg ervoor dat er een arts komt en doe dan de deur achter hem dicht. Opeens zie ik dat ze bewusteloos is, dat ik geen goed teken. Voorzichtig streel ik haar wang en bekijk haar dan goed. Ze heeft flink wat schrammen opgelopen met de open haard. Of, is dat wel van de open haard? Ik snuif en hoor opeens gestommel, snel sta ik op en ga op de wc-bril zitten.
"Zo te zien is ze ernstig verbrand aan haar arm! Dat ziet er niet goed uit." Hij knielt naast haar arm neer en al snel beveelt hij mij om de kamer te verlaten.
Gelukkig, een klein half uur later, roept hij me terug. Hij heeft haar op zijn armen en geeft haar aan mij. Ik weet wat ik nu moet doen: naar de zieken zaal brengen. Zo voorzichtig mogenlijk, maar toch snel loop ik daar naar toe. Ik leg haar daar op een bed neer en geef haar een kus op het voorhoofd. Nog even geef ik haar een aai over haar wang heen, maar loop dan weg.
Wat vonden jullie ervan? Ik heb hem David genoemd, wel een sexy naam. Haha. Maar ik hoop dat het niet verwarrend is dat ik hem ineens zo noem. Merle
JE LEEST
Nummer 239
Teen Fiction'Ik moet het nu doen, op geen andere moment. Ik wil het niet meer, ik kan het niet meer. Ik zal sterven en naar de hel gaan. Wat ik net heb gedaan, dat is niet te vergeven. De mensen die ik heb vermoord zullen net als ik naar de hel gaan, want ik be...