De rit zou nog een half uur duren en we reden nu al een bos binnen. Dat zou dus betekenen dat het 'huis' op een erg afgelegen plek zou moeten liggen. En ik had wel degelijk gelijk! Het lag op een hoge heuvel en was écht enorm. Nog groter dan een villa. Ik houd mijn adem in en kijk toe hoe we snel dichterbij komen.
Al snel stopt de auto naast de vele dezelfde auto's die er staan. Alle auto's staan naast elkaar en zijn precies hetzelfde. Ook nog eens goed geboend! Dit waren wel wat betere auto's dan in het dorp waar ik woonde! De deur word ruw opengtrokken en snel maak ik mijn riem los. Ik spring uit de auto en land op wit grind. Dezelfde vrouw als eerst loopt al weer tien meter verop. Ik hoor een 'bliep-bliep' en de lichtjes van de auto gaan aan en uit. Snel ren ik een stukje en loop dan naast de vrouw. Ze kijkt me boos aan en al snel komen we bij een enorme deur. Hard klopt ze er op en er wordt meteen open gedaan. Ik moet naar beneden kijken om het kleine meisje te bekijken. Ze heeft zwarte kringen rondom haar ogen en haar ogen liggen diep in haar kassen, of hoe ze dat ook noemen. Alleen is ze niet dun, maar... het lijkt alsof ze al haar hele leven hard heeft gewerkt. Het ziet er gewoon zo zielig uit! Ik voel dat ik me moet inhouden om niet te gaan huilen.
"Kom, sta daar niet zo te dromen. Je bent niet de enige nieuwe hier. Je zusje is ook hier? Zij zal je er naar toe leiden." Zegt de vrouw en wijst naar het meisje. Nog voor dat ze wegloop zegt ze: "Je moet mij baas noemen, oké?" Ik slik, het lijkt hier wel een strafhok!
"Kom we gaan." Ik schrik van de stem van het meisje. Het is zo.. gebroken. Opnieuw moet ik bijna huilen. Ze pakt mijn hand stevig vast, ik knijp er zachtjes in. Opeens begint ze heel zacht te fluisteren.
"Luister, niemand heeft hier een naam. Ik ben nummer 93, volgensmij ben jij nummer 239. Er zijn hier zo'n 300 á 400 mensen. Daarom moeten we haar baas noemen, ze hebben het erg druk snap je. Praten mag eigenlijk niet in de gangen, maar voor ons was even een uitzondering gemaakt. Bidden doe je ook voor je gaat slapen. Slapen gaat iedereen om negen uur, of je moet straf hebben natuurlijk. Eten doen we weer om acht uur 's ochtends, twaalf uur 's middags en negen uur 's avonds. Als je te laat bent krijg je geen eten. Oja: je slaapt met z'n vijven tot twintigen op een kamer." Wow, dat was véél informatie. Uiteindeljk stoppen we voor een deur en duwt ze die open. Ik zie allemaal kleine bedjes staan. We stoppen meteen bij degene naast de deur. Aan het wiegje hangt een bordje waar op staat: 23. Voorzichtig aai ik met mijn handen over het kleine lichaampje heen.
Al snel trekt het meisje me mee en lopen we weer door de gangen heen. Na iets van een minuutje stoppen we opnieuw voor een deur. Pas nu valt het me op dat er nummers op staan, op deze deur staat 100, makkelijk te onthouden! Het meisje opent de deur en meteen loopt ze naar binnen. De kamer is vrij klein, er staan zeven bedden en op zes daarvan zit een jongen of meisje. Ik ga op de laatste zitten.
"Ben jij de baas van hiero?" Vraagt een jongetje die zijn bed naast de mijne heeft staan. Meteen kijkt ik het meisje, nummer 93 vragend aan.
"Ja, zei zorgt ervoor dat we vroeg op staan! Dus nummer 239, jij slaapt daar." Zegt ze en wijst naar het bed waar ik op zit. Het is raar om zo genoemd te worden, hier ben je dus nog steeds 'een ding'.
"Noem mij maar Sasha, ik ben geen nummer." Zeg ik dus hardop. Iedereen kijkt me een tijdje verschrikt aan maar knikt dan. Ik glimlach en bekijk iedereen dan even rustig, net zoals ze mij ook bekijken.
"Luister, ik wil jullie even zeggen. Ik ga jullie niet pijn doen, oké? Ik weet hoe het is om geslagen te worden, want dat deden bij mij thuis altijd. Zo meteen zal ik het jullie gaan vertellen, vinden jullie dat leuk?" Ik kijk snel achter me. De jongen kijkt mij angstig aan, maar zijn ogen klaren op als ik de laatste zin zeg.
"Ja, ja! Jij bent heel lief Sasha!" Snel houd hij zijn hand voor zijn mond, maar ik glimlach alleen maar. Hij komt naast mij zitten en al snel volgt de rest zijn voorbeeld. De jongen fluisterd in mijn oor: "Ik ben Bram, maar noem me alleen hier zo." Ik knik en als iedereen om me heen zit begin ik te vertellen. Alles, alles wat ik had meegemaakt. Uiteindelijk luidt een harde bel en rent iedereen naar het bed toe. Ik wil wat zeggen, maar Bram zegt me stil te zijn. Na tien minuten word de deur open gegooit. Iedereen gaat naast zijn bed staan, snel volg ik het voorbeeld. De jongen, die ons blijkbaar komt halen voor het eten, grijnst héél even. Hij geeft een kort knikje en iedereen rent de kamer uit. Ik wil ook rennen maar hij houd me tegen door hard ik mijn arm te knijpen.
"Jij komt even met míj mee!"
Een lang hoofdstuk! Ik had even heel veel ideeën, dus deed ik maar een soort van twee hoofdstukken in één! Ik hoop dat jullie de hoofdstukken die komen niet saai gaan vinden, want het word een soort van verhalen in een verhaal boek(of heb ik dat al in de samenvattin staan?). Maar goed, dit is helaas het einde van dit hoofdstuk! Maarr, morgen weer een nieuw hoofdstuk! Merle
JE LEEST
Nummer 239
Teen Fiction'Ik moet het nu doen, op geen andere moment. Ik wil het niet meer, ik kan het niet meer. Ik zal sterven en naar de hel gaan. Wat ik net heb gedaan, dat is niet te vergeven. De mensen die ik heb vermoord zullen net als ik naar de hel gaan, want ik be...