7.

117 22 4
                                    

Ik schrik wakker. Niet weer, niet weer deze droom. Elke maand bij volle maan krijg ik deze droom. Elke keer op een andere manier, maar elke keer weer gaat het over de verdwijning van mijn zusje waarover niemand iets weet. Die keer op het strand kwam ik bij met iedereen om me heen en ik was meteen naar het ziekenhuis gebracht. Niemand geloofde me toen ik vertelde wat er was. Het vreemdste was dat niemand meer wist over mijn zusje. Iedereen dacht dat ik schizofreen was. Dat ik dingen zag die niet waar zijn. Ze hebben me pillen laten slikken, talloze keren naar de psycholoog laten gaan. Op een gegeven moment heb ik besloten het maar voor mezelf te houden. Nog steeds probeer ik mijn ouders aan haar te herinneren, maar ze geloven me niet. Ineens herinner ik me iets. Valery begroef iets onder een boom... Een soort ketting. Fijn, daar heb ik echt veel aan. Ik probeer meer te herinneren, maar het lukt niet. Ik krijg alleen Valery te zien die een ketting begraaft en een beetje van de stam van deze boom, maar ik kan me niet veel meer herinneren van de omgeving.

Ik sta op en was mijn gezicht.

Als de bel gaat is het eerste wat ik opmerk, de lege stoel van Mason. Waar is hij? We hadden vandaag met zijn drieën afgesproken om te trainen. Ik kijk naar het bord. Hmm wiskunde. Misschien moet ik opletten aangezien mijn cijfers niet zo erg voldoende-achtig zijn op het moment. Ik concentreer me op mijn werk. Ik ben net een kwartier bezig, als ik midden in de les gebeld word. Gelukkig staat mijn mobiel op trilstand en doe ik het snel uit. Ik kijk op het scherm. Mason?

'Chess, let eens op daar achterin.' hoor ik de meester. 'Ehh sorry. Mag ik heel even naar de wc?'

De leraar zucht. 'Ga maar snel.' zegt hij vervolgens.

Ik loop de gang op en toets meteen het nummer van Mason in.

'Waar ben je? Waarom neem je niet op?' vraagt hij semi-boos en bezorgd. 'Chill, ik ben op school. Waar ben jij eigenlijk?' Ik hoor even niks aan de andere kant van de lijn. 'Hoe kun je naar school gaan na wat er is gebeurd gisteren?' vraagt hij. Huh?

'W-wat bedoel je Mason, ik ben gewoon naar school gegaan. Het is geen weekend.'

'Chess... Je bent gisteren flauwgevallen nadat we Jade hoorden gillen. Is het je niet opgevallen dat zij er ook niet is?'

Ik sta met open mond te luisteren. Nee ik heb helemaal niet aan haar gedacht... Toen hij haar naam noemde wilde ik bijna vragen wie ze was...

Wat is er aan de hand?

'Mason, waar ben je? Ik moet je zo snel mogelijk spreken.'

We hebben afgesproken in het bos. Als ik naar onze ontmoetingsplaats loop, zie ik hem al aankomen. Ik ren naar hem toe. 'Je moet me alles vertellen wat er is gebeurd. Mason, ik kan me niks anders herinneren vanaf dat je me aanviel. Ik schrok, dat weet ik nog, maar verder niks meer. Ik herinner me alleen nog maar mijn droom in flarden, maar meer weet ik echt niet meer.'

Mason haalt zijn hand door zijn haar. 'Oke, luister. Ik liet je schrikken. Toen ging ik weer terug naar mijn positie, want ik wilde je uitleggen wat je wél moet doen als je wordt aangevallen. Ik zou net aanvallen, toen we Jade hoorden gillen. Toen viel je ineens flauw en brabbelde iets van: 'Ik hoor niks' en je noemde mijn naam daarbij. Ik kon je niet achterlaten daar en heb je naar huis gebracht. Maar toen ik later Jade ging zoeken, heb ik niks gevonden dat me naar haar zou leiden.' Ik kijk hem met open mond aan. Ondertussen krijg ik flarden herinneringen binnen over mijn droom: Mason die verandert in een wolf en dan ineens verdwijnt, mijn zusje rennend door het bos, een treurwilg aan een meer waar mijn zusje een ketting onder begraaft...

'De treurwilg' zeg ik. Mason kijkt verward. 'Wat zeg je?' vraagt hij. Ik leg het hem uit. 'Toen ik 'flauwviel' kreeg ik een heel rare droom. Over Valery. Ze rende door het bos met een ketting in haar handen. Ik rende haar achterna maar ik was niet snel genoeg. Ik zag haar de ketting onder een wilg aan een meer begraven en toen...' ik slik. 'Toen begon ze naar het water te lopen en ze luisterde niet naar me en ze liep door en ik probeerde haar écht tegen te houden, maar die vrouw die...'

Ik begin te hyperventileren. Tranen stromen over mijn wangen en Mason pakt me vast. Ik huil uit op zijn schouder. 'Ik mis haar, Mason. Ik mis haar zo erg... Nu is Jade ook weg en ik wist bijna niet eens meer wie ze was en ik was zó bang dat ik haar ook zou vergeten, net zoals iedereen Valery is vergeten!'. Hij houdt me nog steviger vast en kust mijn hoofd. 'Het komt goed Chess. We vinden Jade én Valery allebei en het komt allemaal goed.'

VanishedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu