21.

70 13 1
                                    

Pov Chess

Ik loop met Masons arm om mijn schouder om hem te steunen. Hij hijgt zwaar en ik wil hem het liefst zijn verdiende rust geven, maar waar we ons nu zorgen over moeten maken is of we hier überhaupt levend wegkomen. Ik loop naar de deur die we door zijn gekomen op de heenweg. Het is op slot gezet. Shit. Is dit weer een val? Ik moest snel Valery vinden, maar misschien is ze al weg. Ik controleer elke kamer, maar in geen van allen zitten Valery en Amelia. Ik draai de hoek om en blijf verschrikt staan. Een bewaker staat in de gang op ons te wachten. Hij komt op me af en ik duw Mason snel de andere gang in. Ik ren en spring op hem af. Ik sla hem hard in zijn maag als hij me probeert te pakken in een omhelzing. Ik trap hem weg en hij slaat kreunend tegen de muur. Net als ik hem wil slaan, pakt hij mijn vuist en draait het om op mijn rug. Nu zie ik Cameron glimlachend tegenover me staan. 'Hey schoonheid. Heb je me gemist?' Ik probeer los te komen uit de greep, maar de bewaker draait mijn pols nog verder en ik slaak een gil van pijn en vooral frustratie. 'Wat wil je van me!?' gil ik kwaad tegen hem. 'Oh, dat weet je zelf ook wel. Of niet? Naja, je weet er in ieder geval wel iets over.' Hij lacht smalend. 'Breng haar naar haar kamer.'

De bewaker brengt me naar dezelfde kamer als waar ik voorheen in zat. Als ik Cameron niet hoor binnenkomen, stoot ik zo hard mogelijk mijn elleboog in de zij van de bewaker. Hij kreunt en verslapt zijn greep. Ik trek me los en geef hem een achterwaartse trap. Ik pak de stoel in de kamer en zwaai het naar de bewaker, die het ontwijkt. Hij duikt op me af en we vallen op de grond. Ik duw hem weg en klim op hem. Ik trek mijn vuist naar achteren en wil net slaan, als me iets opvalt aan zijn ogen. Ze zijn zo lichtblauw dat ze licht lijken te geven. Net zoals die van... De bewaker gooit me om en duwt mijn armen tegen de grond met één hand. Met de andere trekt hij zijn bivakmuts af. James. Hij glimlacht. 'Net zo agressief als toen ik je voor het eerst zag.' Hij laat me los en spreidt zijn armen. Ik laat me erin vallen en zo staan we een korte tijd. Dan laat hij me los en zet zijn bivakmuts weer op. 'Vertrouw me.' fluistert hij in mijn oor en duwt me zachtjes op de tandartsstoel. Net op dat moment komt Cameron binnen. Hij duwt Mason voor zich uit en hij valt op de vloer voor zijn schoenen. Hij kreunt en probeert op te staan, maar Cameron duwt hem weer terug met zijn schoen. Woede laait in me op, maar ik moet James vertrouwen. Ik span mijn handen in een vuist en blijf zitten waar ik zit. Cameron ziet me kijken en glimlacht. 'Wat een droevig gezicht. Je vriendje ligt hier aan mijn voeten, waarschijnlijk lijdend als een zieke hond.' Hij legt de nadruk op het woord 'hond' en ik druk mijn kiezen op elkaar. 'Nu kan je je alleen nog afvragen hoelang het zal duren voor je je weer in zijn armen kan laten vallen en al dat gedoe.' Ik zie James verstijven. Ik blijf Cameron strak aankijken en geef geen kik. Hij probeert me uit te lokken, maar dat plezier gun ik hem niet. Cameron laat Mason liggen en loopt naar me toe. Dan ziet hij de stoel liggen dat ik naar James had gegooid. Hij kijkt eerst naar mij en dan naar James. Dan zet hij de stoel overeind en gaat erop zitten. 'Vertel me nu eens waar Amelia is.' Ik slik. Het is Valery dus gelukt om weg te komen, maar hoe moet ik me hier nu uit redden? Ik geef geen antwoord.
Hij zucht. 'Oké dan.' Hij draait zich om naar James. 'James, regel jij het even af met Mason?' James loopt naar Mason toe en wil hem net naar de deur trekken, als Cameron hem halt toeroept. 'Niet zo snel. Ik weet niet waar jullie heengaan, maar ik heb je niet gezegd de kamer uit te gaan.' James blijft met zijn rug naar ons toe staan en verroert zich niet. Alleen Mason zie ik zwaar ademen, terwijl hij zijn arm over James' schouder laat hangen. Langzaam draait hij zich om en laat Mason zakken. 'Moet ik hem...' 'Ja' onderbreekt Cameron hem. Twijfelend trekt James zijn pistool uit zijn riem. Ik houd mijn adem in. Wat gaat hij doen? Langzaam richt hij het pistool op Mason. 'Nee niet doen, laat hem met rust!' jammer ik. Cameron negeert me en kijkt strak naar James. 'Wat is er soldaat? Kan je de trekker niet overhalen?'
Ineens richt James zijn pistool op Cameron. Tegelijkertijd haalt ook Cameron een pistool tevoorschijn. Zo staan ze daar, tegenover elkaar, met allebei een kans om de ander te doden. Cameron grijnst.'Had je niet gedacht hé? Je was iets te onvoorzichtig geweest.' Hij hield een foto in zijn handen. James liet langzaam zijn pistool zakken. Cameron draait zich om en laat me lachend de foto zien. Daar sta ik, in het bos. Hij had de foto bewaard. Ik keek naar James. Hij ontwijkt mijn blik, maar kijkt woedend naar Cameron. Hij tilt zijn pistool op en voordat Cameron iets kan doen, schiet hij.

Zwijgend loop ik naar de plek die ik afgesproken had met mijn zusje. Als ik er ben zie ik een klein zwartharig meisje op een boomstam zitten. Mijn zusje staat bij het water en staart erin. 'Valery!' roep ik haar toe. Een naar gevoel bekruipt me, maar deze keer draait ze zich om. Ze glimlacht en rent op me af. 'Het is je gelukt.' zeg ik haar in onze omhelzing. Ik kijk naar Amelia. Ze ziet er bang en moe uit. Ik laat Valery los en loop naar haar toe. 'Geen zorgen Amelia. Mijn naam is Chess en ik ben hier om je te helpen. Ik heb je vader gekend en hij heeft me gevraagd om voor je te zorgen, omdat je vader... ' Haar gezicht verstrakt. 'Omdat hij dood is, bedoel je.' Ik voel een steek van medelijden en het schuldgevoel bekruipt me. 'Het spijt me, Amelia. Hij heeft alles gedaan om je te beschermen.' Ze glimlacht flauw. 'Weet ik. Mijn vader was de beste.' Dan veegt ze haar tranen weg en staat op. 'Sorry, ik houd jullie alleen maar tegen. Ik volg jullie wel.' Ik staar haar aan. Dan loop ik naar haar toe en omhels haar stevig. Na een seconde begint ze te schokken. Ik hoor haar snikken en ik druk haar nog steviger tegen me aan. Het snikken gaat over in een hartverscheurend gehuil. Ze laat zich zakken en valt op haar knieën. 'MAMAA! ' schreeuwt ze. 'PAPAA! Kom terug!' ze huilt en slaat tegen de grond. 'Ik heb niemand meer...' snikt ze. Tranen wellen op in mijn ogen en ik laat me ook vallen. Ik druk haar tegen me aan en aai over haar haar, net zoals mijn moeder vroeger bij me deed. Ik word kwaad. Ik word kwaad op alles dat tot nu toe in gebeurd en op mezelf, omdat ik er niks aan kan doen. Maar vooral word ik woest op Cameron, die haar dit heeft aangedaan, die óns dit heeft aangedaan. Ik houd haar vast tot ze uitgehuild is. Als ik haar optil, is ze al in slaap gevallen.

Met Amelia tegen mijn borst en Valery aan mijn hand, loop ik door de schaduwen van het bos.

VanishedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu