Nachtmerrie

410 40 12
                                    

'Chess...Chess!'
Ik kijk om me heen. Wie roept me?
'CHESS!'
De stem roept steeds harder.
'CHESS! HELP ME!'
Een klein meisje staat in de verte naar me te staren. Ze beweegt haar mond niet, maar ik weet zeker dat zij de stem is. 'Chess, ze komt, ik weet niet wat ik moet doen!'
Wie is dit meisje? Ik ken haar niet.
Wie komt er? Ik zie niemand.
Alleen wit... Alles is wit.
Ik loop dichterbij. Ik kan niet rennen. Het meisje verandert langzaam van gedaante. Heel even zie ik een monsterlijk wezen naar me staren, gehuld in het zwart, maar dan verandert het wezen in een ander gedaante. Dat is.. Valery! Valery... Mijn zusje... Die er niet meer is... Ineens verandert de omgeving. De witte muren maken plaats voor een zee. Helder water, strakblauwe lucht, de warmte van een stralende zon en het gelach van strandbezoekers. Ik zie mijn ouders zonnebaden en mijn zusje bouwt een zandkasteel. Ik loop naar haar toe en ga naast haar zitten.
Ze kijkt op.
Haar blauwe ogen glinsteren, net als de zee.
'Chess, ik verveel me. Er zijn geen kinderen die met mij komen spelen. Ze zijn allemaal aan het zwemmen.'
Ik glimlach.
'Waarom ga je niet ook zwemmen? Als je niet durft, kunnen we samen gaan?'
Valery kijkt me verschrikt aan. 'Nee! Niet gaan!'
'Wow, rustig aan. Wat is er?'
'Het water... Het is niet goed, Chess. Elke keer als ik het aanraak, lijkt het alsof het me mee wil trekken.'
Ik lach haar uit. Ze kijkt me boos aan en ik stop met lachen.
'Valery, je bent een gek kind. Laten we een wandeling maken dan, of trekt het zand je dan ook mee?'
Valery snuift. 'Als je me niet wil geloven, is het je eigen schuld als je wordt meegesleurd.'
Ze staat op en pakt mijn hand. Samen lopen we over het strand.

'Chess.. Het was niet jouw schuld. Je kon er niks aan doen. Het water deed het.' Het Valery-wezen kijkt me smekend aan. Ik voel een steek van pijn. Ik had haar kunnen redden. 'Nee Chess, stop zo te denken. Ze komt eraan, help me nu alsjeblieft!'
Net als ik wil vragen wie er komt, ben ik weer op het strand.

'Mam, pap, Valery en ik gaan even een wandeling maken, we komen zo terug.'
Ma draait zich om en kijkt me aan.
'Waar is Valery nu?'
Ik kijk om me heen, net stond ze nog naast me. Ik zie haar staan in de verte. Ze is al doorgelopen zonder mij. 'Ze staat daar, ik ga er nu ook heen.'
Ik ren naar Valery. 'Valery! Je hebt me laten schrikken, je weet toch dat je niet alleen...' Ik stop met praten. Alles is stil. Alleen het gemompel van Valery is te horen. 'Valery? Wat doe je?'
Ze draait zich niet om, kijkt niet eens op. Ik loop dichterbij om te kunnen horen wat ze zegt.

'Nee.. Nee, ik wil niet mee. Chess staat nu vast op me te wachten en mijn ouders die... AU! NEE! Alsjeblieft.. Laat me met rust, alsjeblieft...'

'Valery wat doe je!?' Ik pak haar vast en draai haar om. Haar ogen zijn weggerold in haar oogkassen en haar gezicht is uitdrukkingloos. Ik gil en laat haar los. Ze valt op haar knieën en kijkt op naar mij. Inmiddels heeft de strakblauwe lucht en de stralende zon plaatsgemaakt voor mistige, groen-grijze lucht. De volle maan straalt een sterk wit licht uit, maar voor de rest is alles donker. Het water dat zonet nog helder en blauw was, is nu zwart. Ik zie iets bewegen in het water. Langzaam komt een hoofd uit het water. Armen, lange armen, strekken zich uit. De hand pakt mijn zusje bij haar enkels. Ik kan me niet verroeren. Valery blijft naar me kijken. 'Help me' is het enige wat ze nog kan zeggen voordat ze in het water wordt gesleurd.


VanishedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu