19.

69 15 0
                                    

Paniek raast door mijn gedachten. Ik zat daar minstens 2 dagen en als Josh niet terug is... Ik moet terug naar dat huis. Voor Mason en Amelia. En om wraak te nemen op Cameron. Woedend sla ik op de tafel. Er ontstaat een deuk in het blad. Goed. Deze woede moet ik behouden tot Cameron voor mijn neus staat. Dan mag ik alles op hem loslaten. Ik haat hem. Ik haat hem voor alles dat hij heeft gedaan. Hij heeft die onschuldige toeristen in het bos op gruwelijke wijze vermoord, hij heeft Mason gevangengenomen en gemarteld, hij heeft Mason Jade laten vermoorden, hij heeft de dochter van Josh gevangen genomen en waarschijnlijk haar enige ouder vermoord. En hij wil mij gebruiken om de machtigste magiër aller tijden te laten ontsnappen? Ik breek alle botten die hij heeft. Hij zal me smeken zijn leven te beëindigen.


Als Valery weer wakker is, geef ik haar een kleine rugzak met een fles water, een muesli-reep en een zakmes, voor de zekerheid. Ik help haar van het balkon klimmen en spring dan achter haar aan. De hele weg lang zegt ze geen woord.


Als we bijna zijn aangekomen bij het huis, trek ik Valery achter een boom.

'Luister heel goed. Waarschijnlijk wordt het huis nu beter bewaakt, omdat Cameron verwacht dat ik terugkom voor Mason. Een meisje genaamd Amelia zit ook opgesloten in het huis. De bewakers zijn vast extra alert om mij te vinden, maar je moet...'

'Ik red me wel. Ik zoek het meisje en jij zoekt Mason.' onderbreekt ze me.

Ik kijk haar met open mond aan. 'Ja, ja dat ga je doen. Wees voorzichtig en blijf..'

'Ik red me wel, Chess.' onderbreekt ze me glimlachend. 'Wees jij ook voorzichtig.' Ik zucht. 'Oke, als je Amelia hebt gevonden, ren je zo snel mogelijk naar Masons huis. Als je ontdekt bent door bewakers ren je zigzaggend door het bos en verstop je je.' zeg ik. 'Begrepen?' 'Begrepen.'


Nadat we de kelderdeur hebben ontdekt achter het huis, duw ik Valery weer achter een boom. Langzaam begin ik te veranderen en als ik bij het huis sta loop ik op vier voeten. Bewakers kijken mij vreemd aan en roepen naar hun vrienden. De een maakt een grap en de anderen beginnen te lachen. Dan richt hij zijn geweer op mij. Ik zie Valery achter hun langs de kelder in rennen. De mannen raken in paniek en de bewaker die zijn geweer op mij richtte, richt nu schreeuwend op mijn zusje. Net voor hij kan schieten spring ik op hem en bijt hard in zijn nek. Hij schreeuwt nog harder en laat zijn geweer vallen. Een van de mannen is achter mijn zusje aan gerend. Ik moet hem tegenhouden. De derde bewaker pakt het geweer van zijn stuiptrekkende vriend en richt hem met een stalen gezicht op mij. Grommend loop ik om hem heen. Ik zie het geweer trillen in zijn handen. Ik aarzel niet en spring recht op hem af. Ik sla het geweer uit zijn handen als hij een schot lost. Dit ziet hij niet aankomen en hij reikt zijn hand uit naar zijn geweer. Ik duw zijn arm tegen de grond en bijt de man in zijn schouder. Hij schreeuwt en ik bijt nog harder tot hij flauwvalt. Dan laat ik hem los en ren naar binnen.


De kelder is groter dan ik dacht. Overal staan rekken met apparatuur, naalden in grote dozen, vloeistof in langwerpige flessen, wat is dit allemaal? Misschien ben ik niet de enige geweest waar Cameron proeven op heeft uitgevoerd... Ik loop door de smalle, donkere paden, terwijl ik let op alle geluiden om me heen. Ik besluit in deze gedaante te blijven, om geen geluid te maken. 'Kom tevoorschijn of ik schiet!' hoor ik iemand roepen. Waarschijnlijk de bewaker. Ik sluip in zijn richting. Hij staat met zijn rug naar mij toegekeerd. Langzaam kom ik dichterbij. Net als ik hem van achteren wil bespringen, schijnt een andere bewaker zijn zaklamp op me en schreeuwt naar mijn slachtoffer. Die draait zich om en schiet op me. Een pijnscheut schiet door mijn rechterpoot. Grommend val ik hem aan en ik voel wat scheuren. Vurig hoop ik dat het zijn uniform was. Dan wend ik me tot de andere bewaker. Ik zie dat hij al klaar staat om te schieten en ik spring net op tijd een ander gangpad in. Ik ren door tot het einde van het gangpad en verstop me in een van de rekken. De bewaker komt hetzelfde gangpad op stormen en schijnt met zijn zaklamp om zich heen. Ik val niet op, omdat ik in een van de rekken zitten. Als de bewaker langsloopt, spring ik uit mijn schuilplaats en zet mijn kaken in de been van de bewaker. Die schreeuwt en probeert me weg te slaan. Ik bijt nog harder en laat hem los. Hij wankelt jammerend neer en ik spring op hem. Ook dit keer bijt ik net zolang tot hij flauwvalt. Ik zie Valery nog net door de rekken heen naar een deur rennen. Ik ga achter haar aan.. Ze wacht op me bij deur en ik storm naar binnen. Ik verwacht een hele meute bewakers, maar zie niemand. Als ik er zeker van ben dat niemand er is, verander ik weer in mijn menselijke gedaante. Zachtjes beveel ik Valery binnen te komen en ze rent langs me. Ik besluit dat ze zich nu wel kan redden en sluip naar de cellen.


Als ik door de deur loop, merk ik als eerste de duisternis op. De zware deur valt achter me dicht. Dit moet Masons' cel zijn, dat kan niet anders. Heeft Cameron hem ergens anders ondergebracht? Paniek laait in me op en ik loop in de lucht tastend de cel door. Ik stuit op een muur en ik verlies mijn hoop. Dan hoor ik iemand zachtjes mijn naam kreunen. Dolblij kijk ik om me heen. Dan besef ik me dat ik dom ben en ik fluister Masons naam. Een kreun beantwoordt mijn vraag. Angstig loop ik naar het geluid toe. Wat als hij me aanvalt? Mijn voet stuit op iets zachts en ik kniel neer. 'Mason?' vraag ik weer. 'Geen zorgen.. Ik ben geen monster..' brengt hij moeizaam uit. Een zucht van opluchting ontsnapt uit mijn mond en mijn armen om hem heen. 'Ik heb je gemist. Het spijt me zó erg dat ik niet beter op jullie heb gelet. Dit is allemaal mijn schuld!' Ik voel Masons hand op mijn rug. 'Wees niet zo dwaas. Niks hiervan is jouw schuld. Chess, ik heb Jade eigenhandig vermoord.' Zijn stem breekt en verstevig mijn omhelzing. Ik word nog kwader op Cameron. 'Dit is allemaal zijn schuld, Cameron heeft ons dit aangedaan!' Mason trekt zich terug en kijkt me bloedserieus aan. 'Er is hier iets vreemds gaande Chess. Toen ik hier voor het eerst bij Cameron werd gebracht, heeft hij me gehypnotiseerd. Hij heeft me niet verteld dit te vergeten, daarom weet ik dit nog. Maar wat nog vreemder is, is dat hij niet bij zichzelf leek te zijn. Hij stopte midden in zijn zin en zijn ogen waren weggedraaid in zijn oogkassen. Hij leek zelf in een trance te zijn. Ik weet niet wat het is, maar er is iets goed mis hier. De keren daarop dwong hij me elke keer mezelf te martelen, tot op dat zekere moment, waarop hij me beval Jade te vermoorden.' Hij stopt met praten en een moment van stilte blijft hangen. 'Kom op Mason, we moeten hier weg. Ik heb je nog veel te vertellen, maar het enige dat je nu moet weten is dat we hier weg moeten.'





VanishedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu