43=[de vuile werkjes voor Poestijger]

18 2 2
                                    

Pov Jeremy

In de namiddag rond drie uur word ik geroepen samen met Matthy.
'Matthias je vriendin is er en voor jou Jeremy is er een zekere Link.' Link? We krijgen allebei handboeien om en worden naar de grote zaal geleid. We worden los gemaakt. Matthy loopt naar zijn vriendin en omhelst haar. Zo te zien staat ze er alleen voor. Ze heeft al een grote buik. Ik zie Link zitten. Hij ziet er best goed uit ookal kijkt hij verdrietig. Ik ga tegenover hem zitten.
'Hey Linkie.' Zeg ik.
'Hey, alles oke?' Vraagt hij. Ik knik.
'Gaat wel, en met jou?'
'Ik mis ze.' Zucht hij.
'Maar heb jij die agent vermoord?' Vraagt hij plots nieuwsgierig.
'Neen! Link! Komaan. We zijn toch vrienden. Waarom zeg je dat?' Zeg ik beledigt.
'Sorry, Jeremy. Tegenwoordig kan je niet iedereen vertrouwen.' En hij pakt mijn pols vast. Een intens warme gloed gaat door me heen. Ik kijk hem aan in zijn ogen. Ze zijn rood, oranje! Zijn hand brand in mijn huid. Ik lijk wel te verdampen langs binnen. Ik begin zwaar te ademen. Hij laat me los en grijnst gemeen en hij staat op. Die grijns ken ik van ergens. Ik voel me uitgedroogd.
'Vaarwel Jeremy.' Zegt hij en hij loopt weg. Wat was dit nu weer voor vreemds?! Ik sta op een loop maar naar een cipier.
'Jij bent Jeremy?' Ik knik.
'Je mag nog blijven zitten je moeder komt.' Ik draai me om en ga terug zitten. Ik voel mijn hoofd zwaar worden en me weg draaien. Matthy loopt naar me toe.
'Jeremy alles oke?' Vraagt hij bezorgd.
'Dorst.' Krijg ik er amper uit. Zijn vriendin roept iemand maar alles word al zwart. Ik hoor vaag dingen rond me.
'Jeremy?!' Die stem... het is mijn moeder.
'Mam?' En ik draai volledig weg.

Ik word wakker in een zacht bed. Ik kijk rond. Ik lig in de ziekenboeg. Maar als ik rond me kijk zie ik dat mijn handen vast zitten aan mijn bed. Ik heb zeker vijf infusen met water. Ze zijn al over de helft. Don komt binnen.
'Mijn hemel Jer! Eindelijk ben je wakker.'
'Wat doe ik hier?' Vraag ik verward.
'Die stomme mensen uit de gevangenis kunnen er niks van. Ik heb je laten overplaatsen naar mijn ziekenhuis.'
'Kan ik mam zien?' Vraag ik vermoeid.
'Tuurlijk.' Hij gaat buiten. Ik zie langs de beide kanten van de deur twee agenten staan voor ze dicht gaat. Ik word dus echt als een crimineel gezien... Ik hoor Don plots schreeuwen.
'Op ge tieft! Dit is MIJN ziekenhuis! Ga aan de kant of ik klaag jullie aan!' Zegt hij woedend. De deur gaat open. Mijn moeder komt binnen.
'Ophoepelen jullie twee!' Schreeuwt Don naar de twee agenten. Maar ze gaan gewoon aan de overkant staan. Don slaat woedend de deur dicht.
'Vermoeiende gasten!' Zucht hij.
'Jer alles oke?' Vraagt mijn moeder. Ik knik.
'Ik voel me echt een crimineel...' zucht ik.
'Straks ga ik nog geloven dat ik het echt gedaan heb.'
'Je kan het helemaal niet gedaan hebben. Je duwde hem weg en je stond er letterlijk voor.' Zegt Don die iets aan het zoeken is in een bakje op een bijzet tafel. Hij ziet er zo anders uit in die witte lange jas en die bril.
'Mijn lieve Traanman in de gevangenis... hoe kan dit?'
'Poestijger.' zucht ik.
'Je krijgt hem op een dag wel.'
'Ik hoop het.'
'Aha! Gevonden!' Don komt met een mesje naar me toe gelopen.
'Wat ga je doen?!'
'Ssst! Ik ga ze losmaken.' En hij maakt een van mijn handboeien los. Ik kijk naar mijn brandwonde en ik doe er meteen mijn hand op. Wat voelt dit goed.
'Jemig Jer, jij bent wel een dorstige jongen.' En hij wijst naar de infuuszakken. Ze zijn al bijna leeg.
'Hoe voel je je?' Vraagt Don.
'Bijna weer de oude.'
'Oke. Je blijft nog een extra dag.' Zegt Don die wat noteert op een klembordje. Die man is ongelofelijk.

Pov Don kaaklijn

Ik word wakker op een koude vloer.
'Wel, wel, kijk eens wie er wakker is.' Hoor ik een gemene stem zeggen. Ik ga recht op zitten maar ik voel dat mijn handen en voeten vast zitten. Het is er pik donker. Waarom ik weer?
'Don, lang geleden.'
'Oh nee, Pascal jij weer.' Zucht ik geïrriteerd. Er valt een luik open. Het zonlicht schijnt recht ik mijn gezicht. Wat vreselijk pijn doet aan mijn ogen. Ik denk even na. Ik was net nog bij Harm aan het helpen, ik stapte in mijn auto onderweg naar mijn vriendin, stapte uit en werd neer geslagen. Wat wil die gast nu weer?
'Wat moet je?' Zeg ik geïrriteerd.
'Hou je mond.' Zijn hand vliegt naar mijn gezicht. Dat word een blauw oog.
'Ik heb nog een dienst van jou te goed.' Zegt hij. Oh nee... dat is waar...
'Niks van! Ik ben gestopt met die drugs en shit!' Ik hoor iemand grinniken in een schaduw. Ik zie twee mensen ik het donker staan.
'Wel, Don kaaklijn, ik zal me even voor stellen.' Een zwart figuur loopt het ligt in. Ik zie zijn silhouet. Ik zie meteen zijn katten oren.
'P-poestijger.' Dat word een vuil zaakje...
'Inderdaad. Jij gaat voor mij iemand vermoorden.' En hij loopt naar me toe.
'Nooit.' Zeg ik. Hij blijft voor me staan. Ik kijk naar de riem die hij aan heeft. Er zitten allemaal messen, bommen, granaten en een bijl aan. Hij pakt een kleine revolver en bukt voor me neer en houd het geweer tegen mijn slaap aan. Ik slik even. Het koude ijzer maakt me bang. Zijn vinger gaat langzaam naar de trekker. Het zweet en de angst breken me uit.
'Oke! Oke! Ik doe het!' Zeg ik. Poestijger staat weer recht.
'Mooi.'
'Wat krijg ik ervoor?' Probeer ik weer stoer te doen.
'Een mooi bedrag van een miljoen.' Het geluid van rinkelende centjes komt op in mijn hoofd. Maar dat verdwijnt al sneeuw voor de zon. Ik moet iemand vermoorden... jemig...
'Trouwens! Denk maar niet dat je naar huis mag. Jij blijft onder de hoede van Pascal zo lang ik het zeg! Verdere informatie volgt nog.' Snauwt hij. Hij springt heel soepel omhoog en kruipt door het luik waar het enige licht door schijnt. Er springt een andere jongen achter hem aan. Ik zie nog hoe ze weglopen. Poestijger is een slanke jongen met blonde haren met uitgroei en die ManOMan-man is een lange blonde die er uitziet als een maffia baas uit GTA5. Waarom ben ik ook weer altijd het slachtoffer dat de vuile en bloederige werkjes moet doen? Houd het ooit op?

{Traanman VS poestijger}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu