23=[een nieuw plan]

17 1 0
                                    

Pov Ronald

Ik loop gestressed heen en weer.
'Wat moeten we nu doen?!'
'Rustig Ronald! We komen wel met een ander plan.' Stelt Wilbo me gerust.
'MET Traanman. Ik ga het zo voorstellen aan de baas. Waarschijnlijk keurt hij het goed.'
'Maar je zit al een uur aan die computer te prutsen!' Roep ik.
'Wees nou rustig! Als het over Spitzbube gaat ben jij de meest gestresste persoon die ik ken.'
'Hij heeft mijn ouders een keer ontvoert. En dat weet je.' Zeg ik nog best rustig.
'EN IK BEN DAAR NOG ALTIJD RAZEND OM!' Schreeuw ik. Plots verschijnt de baas op het scherm. Ik en Wilbo gaan naast elkaar staan.
'Agenten! Zijn jullie oke?!' Vraagt hij bezorgd.
'Alles oke baas. Alleen wat schaafwondjes, want die bewakende lulo's zijn niet zachtaardig.' Zegt Wilbert. De baas grinnikt even.
'Oke, maar het is duidelijk. Jullie hebben Traanman en Tolman nodig.' We knikken allebei.
'Ik stuur jullie morgen een signaal door. Het is de geheime Traancave. Zorg dat jullie niet gevolgd worden. Ik weet niet wanneer ik jullie ga oproepen maar wees voorbereid.' We knikken.
'Jawel baas.' Zeggen we in koor.
'Baas over en uit.' En het scherm word zwart.

Pov Link

Ik blijf een paar dagen bij Joost. Maar ik ben ook nog altijd de poestijger... ik zucht even bij die gedachte. Ik heb wraak nodig. Morgen ga ik naar die Spitzbube. Het is tijd om terug te halen wat van mijn gestolen is. En daarvoor maak ik iemand anders met veel plezier een kopje kleiner. Ik grijns even bij die gedachte. Ik hoor Joost de trap af lopen. Mijn gedachten zijn meteen weer bij "deze wereld" ik kijk meteen weer voor me uit. Joost komt naast me zitten en slaat een dekentje om me heen. Het is niet echt nodig want ik straal letterlijk warmte uit door mijn vuurkrachten. Maar tegen extra warmte zeg ik nooit nee.
'Je mag kiezen: op een veldbed in mijn kamer, de logeerkamer of gewoon bij mij in bed.' Grinnikt hij.
'Ik kom je wel mijn warmte brengen.' Grinnik ik lichtjes.
'Eindelijk. Weer een lach op je gezicht.' Zeg hij blij.

Pov Joost

Link komt naast me liggen. Die arme jongen heeft het echt lastig. Het duurt niet lang voor hij in slaap valt. Ik ga stiekem tegen hem aanliggen. Maar hij voelt gloeiend heet aan! Komt dat door mijn ijskrachten? Ik ga op mijn rug liggen en staar naar het plafond. Nu in er aan denk... de afgelopen dagen heb ik alleen maar koude douches gepakt, geen enkele keer de verwarming aangezet en geklaagd dat het te warm was. En het is maar rond de zeventien graden! En Link heeft een menselijke temperatuur dus als ik hem aanraak bevries is hem misschien... kut... dat is het laatste wat ik wil. Ik ga op het deken liggen en kruip zijn tegen hem aan. Zou een deken goed genoeg zijn? Ik hoop het wel. De afgelopen dagen met superkrachten waren vreemd. Ik maakte laatst van mijn eten ijsblokken. Bijna letterlijk. Ik maak een kleine ijsbal, ongeveer de grote van een knikker. Ik bestudeer hem. Hij is super glad. Ik draai het een paar keer rond tussen mijn vingers. Daarna laat ik het weer verdwijnen. Wat vreemd dit...

Als ik wakker word is Link weg. Ik loop snel naar beneden.
'Link?!' Schreeuw ik.
'Ja?' Hoor ik vanuit de keuken. Ik loop naar hem toe. Hij zit op het aan recht met een glas melk. Typisch.
'Ben je sterke botten aan het kweken?' Lach ik. Hij wou net drinken maar moet grinniken door mijn opmerking en verslikt zich ik zijn melk. Daardoor moet ik nog meer lachend.

Pov Link

Rond de avond verzin ik een smoes tegen Joost.
'Ik ga even naar mijn tante. We moeten nog dingen regelen voor de begr...' meteen hopen er tranen op in mijn ogen. Ik krijg het woord niet over mijn lippen.
'Het is oke hoor. Ik blijf wel wakker tot je terug bent.' Ik knik en loop naar buiten. Ik loop even naar mijn huis. Het is niet ver van Joost zijn huis. Ik pak mijn fiets en ga naar mijn hide out. Ik kleed me om en wacht ongeveer een halfuurtje. Daarna stuur ik naam van Poestijger een bericht naar Joost en een naar Spitzbube. Vanavond moet het gebeuren. Ik ben nog nooit zo onvoorbereid geweest maar het moet gebeuren. Vanavond ga ik mijn moeder in mijn armen nemen. Bij die gedachte voel ik alles even leeg worden in mijn hoofd. Mijn hart gaat tekeer. Mijn eigen mama nog eens een knuffel geven. Dat is iets wat ik al bijna dertienjaar niet meer heb gedaan. Ik kijk er nu al naar uit. Maar mijn gedachten worden verstoord door Joost.
'Ah Joost daar ben.'
'Hallo Poestijger.' En hij gaat zich meteen omkleden.
'Vanavond slaan we toe.'
'Wat?!' Verbaasd draait hij zich om terwijl hij zijn t-shirt net aandoet.
'Maar we zijn onvoorbereid!' Zegt hij verbaasd.
'En dan? Je weet dat al die voorbereiden plannen altijd mislukken.' Hij knikt bedenkelijk.
'Daar heb je een punt.' Ik grijns even.
'Over vijf minuten vertrekken we naar Spitzbube zijn jacht.' Zeg ik grijnzend. Ik heb toch wel een soort van plan. Vanavond ga ik samen met mijn moeder het watermeisje neerhalen. We gaan fucken met de tijdlijn maar daar ben ik niet bang voor. Ik ben meer bang dat we vast komen te zitten in de tijd. Beter heeft Spitzbube iets gemaakt om terug te reizen naar deze tijd. Mijn gemene grijns laat ik lekker zitten. Ik doe mijn riem met wapens aan en pak mijn geweer. Mijn horloge piept.
'ManOMan-Man?'
'Ja?'
'We vertrekken!' Zeg ik grijnzend.

{Traanman VS poestijger}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu