24=[tijdreizen]

18 1 2
                                    

Pov Jeremy

Ik lig in de zetel in de Traancave. Ik staar naar het plafond. Ectomaan is bezig in de ziekenboeg. Ik denk aan Link, die arme jongen... geen ouders, amper familie... vreselijk. Maar ik word uit mijn gedachten omdat er een alarmpje af gaat. Ik ga rechtop zitten.
'Wat is het probleem?' Vraag ik. Ectomaan rent meteen naar de computer toe. Harm komt net binnen.
'Ik ben op tijd zie ik?' En hij kleed zich meteen om.
'Het zijn twee geheim agenten.' Zegt Ectomaan verbaasd. We krijgen het scherm van een inkomende oproep. Harm gooit mijn jas en zak naar mijn hoofd toegesmeten.
'Oempf-.' Ik trek snel mijn kleding aan en Ectomaan drukt op het groene telefoontje. Er staan twee jongens naast elkaar. Ze lijken enorm op elkaar. De ene is lang en smal, de andere iets breder maar veel kleiner.
'Traanman, Tolman, aangenaam. Ik ben Agent 8008, dit is mijn goede vriend en collega Agent Number two.' Zegt de lange die dus Agent 8008 is.
'Wij hebben jullie hulp dringend nodig. Dokter Spitzbube heeft ons gisteren betrapt in zijn jacht. We moeten hem snel stoppen. Hij heeft een tijdreismachine gemaakt en hij gaat die binnenkort gebruiken. En jullie Poestijger zal ook veel plezier aan die machine beleven. Traanman, ik wil je niet bang maken, maar hij zal er zeker op uit zijn om jou uit te schakelen.' Zegt Agent Number Two. Plots piept het horloge van Ectomaan.
'OH NEE! Poestijger en ManOMan-Man zijn gesignaleerd bij Spitzbube!' Roept hij.
'We zien jullie aan zijn jacht! Tot zo.' Zegt Agent Number two en hij hangt op.

Ik en Harm rennen naar de Traan20 en race tegen honderdvijftig naar de jacht van Spitzbube. Als we aankomen verstoppen we de Traan20. Twee jongens in pak komen naar ons toe. Agent 8008 grijpt mijn arm.
'Laag blijven!' Fluistert hij. Ze nemen mij en Harm mee. We verstoppen ons achter een hoop troep. We zien een zwarte motor staan op de jacht en we zien Poestijger die aan het praten is met Spitzbube. ManOMan-Man staat er bij maar houd alles eerder in de gaten. Spitzbube neemt Poestijger en ManOMan-Man mee.
'Er zijn veel te veel bewakers.' Zegt Harm. Er staan inderdaad op elke verdiep zeker drie bewakers.
'Daar hebben wij iets voor.' Grijns Agent Number two. Harm en ik kijken hem vragend aan. Hij pakt een klein pistooltje.
'Die zijn verdovingspijltje maar extreem klein.' Hij opent het magazijn van het wapen. Er zitten kleine kogels in. Het zijn kleine naaldjes die eerder lijken op spelden met zo een gekleurd bolletje.
'Is dat niet gevaarlijk?' Vraagt Harm.
'Nee. Ze zijn wel snel in dromenland voor een uurtje of drie. Het werkt meteen in. Kijk maar.' En hij schiet soepel elke bewaker neer. Ze grijpen naar hun nek op armen maar al snel vallen ze in slaap.
Als de laatste neer valt sluipen we de boot op.
'Volg ons maar. We weten waar die machine staat.' Zegt Agent 8008. Ik en Harm lopen achter hun aan, maar kijken rond zodat we zeker niet gepakt worden. We blijven eerst even bij de deur staan en luisteren naar het gesprek.
'Zo zo, Poestijger. Naar welk jaar wil je gaan?' Horen we Spitzbube lachen.
'Naar het jaar waar de leeuwin en het watermeisje "ontstaan zijn". Dus naar mijn geboorte jaar. 1996.' Spitzbube lacht gemeen.
'Ik typ het in. Ein... neun... neun... s-.' Maar Agent 8008 stampt de deur in. Iedereen kijkt geschrokken, wapens worden getrokken. Poestijger richt met een geweer op mij en een op agent 8008. ManOMan-Man richt op Harm en omgekeerd. Ik richt op ManOMan-Man en de poestijger. Agent Number Two richt op Spitzbube. Agent 8008 richt op Spitzbube en Poestijger, en Spitzbube richt op de twee agenten. Heel ingewikkeld. Ik weet het. Het ziet er ook heel ingewikkeld uit.
'Als een iemand de trekker overhaalt is iedereen er geweest.' Zeg ik.
'Laat jullie wapens zakken.' Zegt Poestijger.
'En waarom zouden we jou geloven?' Sist Tolman.
'Laat jij je wapen maar zakken.' Bijt hij Poestijger toe. Poestijger kijkt hem moordend aan. En richt het wapen, dat hij op agent 8008 richte, op hem. Harm slikt even.
'We laten allemaal onze wapens zakken. Tegelijk.' Zegt Agent Number two.
'Jullie drie ook. Anders is het niet eerlijk.' Poestijger gromt geïrriteerd.
'Oke dan.' Zegt hij geïrriteerd. Alle wapens zaken tegelijk naar beneden. Poestijger wisselt een paar blikken met ManOMan-Man en Spitzbube. Ik kijk ons "team" ook aan. Maar plots worden we aangevallen door hun. Wij zijn met één meer dus we moeten ze wel aankunnen. Maar ze zijn sterker. Ik en Poestijger vechten met elkaar, ManOMan-Man met Harm en Spitzbube tegen de twee agenten.
'Ik wil gewoon terug wat van mij gestolen is!' Snauwt hij boos en ik blokkeer een paar van zijn slagen.
'Wat heb jou misdaan?' Vraag ik.
'Alles!' Schreeuwt hij en hij geeft me een maar flinke klappen ik val op het bedieningspaneel van de machine. Poestijger pakt me bij mijn kraag en trekt me recht.
'Geef je al op?' Lacht hij gemeen.
'Nooit!' En ik maak me van hem los. Ik vuur een paar water stralen af die hij ontwijkt. Hij schiet een grote vuurbal op mijn af die ik net kan ontwijken. Maar ik zie dat Harm het moeilijk heeft met ManOMan-Man. Want die heeft... IJSKRACHTEN? Maar omdat ik niet oplet heeft Poestijger vrijspel. Hij stampt met zijn voet mijn borst. Ik voel me een achteruit vliegen en een harde metalen muur. Een vreselijke pijnscheut gaat door mijn rug. Plots gaat er een alarm of.
"Tijdreizen gaat in over tien seconden." Zegt de robot stem. Ik spring snel recht maar Harm vliegt op mij. Ik duw hem van me af en help hem rechtop staan. Maar plots voel ik dat ik mee gezogen word. Ik houd me vast aan de rand van de cabine.
'TOLMAN!' Schreeuw ik.
'TRAANMAN!' Hij loopt naar me toe en ik probeer zijn hand te pakken. Maar zowat iedereen word meegezogen. Als ik Harm zijn hand heb. Pakt hij de hand van Agent 8008, die zich vast houd aan een water leiding.
'Ik kan jullie niet houden!' Schreeuwt hij. Ik zie zijn vingers loskomen, maar Agent Number two grijpt zijn pols vast. Hij houdt zich ook vast aan de waterleiding. Maar hij begint ook los te komen.
'JIJ GAAT MEE!' Hij grijpt Spitzbube bij zijn been.
'LAAT ME LOS!' Schreeuwt hij. Spitzbube, die zich vasthoud aan een of andere machine, grijpt ManOMan-Man zijn arm. ManOMan-Man houd zich stevig vast aan de waterleiding.
'Laat los, jullie vervelende gozers!' Snauwt Spitzbube tegen ons.
'Ik ga niet weg zonder die kut poes!' Schreeuw ik.
'Sorry Poestijger.' Zegt ManOMan-Man en hij grijpt de verbaasde poestijger bij zijn arm.
'Laat los! Poestijger, laat los!' Roept Harm.
'NOOIT! Ik wil niet met jullie gaan!' Schreeuwt hij boos.
'LAAT VERDOMME DIE KUT WATERLEIDING LOS!' Schreeuw ik.
'Wat jij wil! Sukkel!' En hij laat los. We worden meegezogen in het niets. Ik zie alleen een fel wit licht.

{Traanman VS poestijger}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu