42=[de wasserette?! Ulgh!]

17 2 1
                                    

Pov Link

Samen met Joost rijden we door de stad. We gooien bomen in willekeurige winkels. We schieten ramen kapot en stelen wat juwelen uit een juweliers zaak. Dit is het leven waar ik van droomde! Geen Traanman die me probeert te verslaan! Hahaha! Genieten! Harm is altijd al zwak geweest. Vroeger op de middelbare was hij zelfs nooit sterk genoeg om met mij armpje te drukken. Gemeen lachend rijden we door de stad. Dood en verderf! En binnenkort ben ik ook de leider van deze verdomde stad! Mensen kennen mijn plan nog niet!
'ManOMan-man! Volg me! Ik heb een nieuwe hide-out.' Zeg ik. Hij knikt en volgt me de stad uit.

Pov Jeremy

Omdat ik samen met Milo, Koen en Rob in de cel zit en Koen ooit een tv heeft kunnen regelen, kijken we alle vier naar het nieuws. Koen en Rob mogen me nog altijd niet. Af en toe krijg ik een moordende blik.
'En dan nu Breaking news!' Milo springt recht en rent de gang op.
'Raoul! Matthy! Breaking nieuws!' Roept hij met een gek engels accent. Ze komen meteen aanlopen.
'Poestijger en ManOMan-man terroriseren de stad!'
Mijn bloed kookt in no time. Ik voel mezelf bleek worden.
'Ze hebben verschillende winkel opgeblazen! Er zijn tientallen gewonden. Over doden weten we nog niks. Ze zijn na hun aanslagen de stad uitgereden. De politie vraagt zich af waar Traanman is. Tolman heeft een poging gedaan hun te stoppen, helaas zonder enig succes. De politie gokt erop dat Traanman zich niet in de stad bevind en misschien wel aan het tijdreizen zou kunnen zijn. We houden u op de hoogte.' En het nieuws schakelt weer over naar het normale nieuws.
'Zo hé! Die Poestijger is dus weer bezig.' Zegt Matthy geïrriteerd. Ik kijk hem verbaasd aan.
'Wat?' Vraagt hij.
'Je bent dus voor Traanman en Tolman?' Vanbinnen word ik warm. Vinden ze me echt een held?
'Ja tuurlijk, wij allemaal, behalve Robbie en Koen.' Fluistert hij.
'Maar is dat dan vreemd?' Vraagt Milo.
'Dacht je soms, omdat wij gevangenen zijn, dat we niet aan Traanman's kant kunnen staan?' Zegt Koen geïrriteerd.
'S-sorry, zo bedoelde ik het niet.'
'Je hebt ook wel een beetje gelijk. Wij zijn de laatste die moeten zeggen dat Poestijger een lul is.' Grinnikt Matthy.
'En of hij het is.' Zeg boos en afwezig. Mijn bloed kookt zo hard en mijn handen jeuken vreselijk. Ik moet even water aflaten. Maar waar?
'Wat bedoel je daarmee?' Vraagt Rob achterdochtig die mij uit gedachten haalt.
'N-niks bijzonders.' Ik loop de cel uit. Ik loop wat rondjes door het gebouw heen, of toch waar ik mag komen. Mijn handen jeuken. Ik kijk naar buiten. Het is al donker. Ik moet hier weg! Mijn handen zijn rood en blauw. Ik maak even een vuistje waar ik in knijp. Als ik niet dringend wat water kan aflaten ontdekt iedereen mijn geheim en ben ik hier verre van "veilig". Ik loop terug naar mijn cel en negeer iedereen en ga in mijn bed liggen met mijn rug naar hun toe.
'Wat is er mis met hem?' Hoor ik Rob fluisteren.
'Geen idee, maar volgens mijn heeft hij wat meegemaakt en is Poestijger daar de oorzaak van.' Hoor ik Milo terug fluisteren.
'Ik mag hem niet, maar dat zou ik best erg voor hem vinden.' fluistert Koen terug. Rond tien uur word onze cel deur dicht getrokken en op slot gedaan. Man o man, iemand help me...

De volgende ochtend maken Milo en Raoul me wakker.
'Kom op, jonge knaap. We gaan werk voor je aan vragen.' En ik word half uit mijn bed getrokken. Ik sta op en Milo duwt het beige pak in mijn handen. Ik ga in de kleine badkamer van letterlijk één op twee meter. We gaan eten halen, daarna poets ik mijn tanden en loop ik mee met Raoul naar een klein bureautje. Er zit een oude geïrriteerde vrouw aan een bureau.
'Naam?' Snauwt ze.
'Jeremy Frieser.' Zeg ik. Ze bekijkt wat op haar computer.
'Voorarrest... je kan gaan werken in de wasserette.' Wasserette?! U kidding me?! Ik knik en bedank haar. Ik doe de deur dicht Raoul kijkt me hoopvol aan.
'En?' Vraagt hij vriendelijk.
'De wasserette.' Zucht ik.
'Oh dan werk je samen met Matthy.' Knikt hij goedkeurend. Ik doe even mijn armen omhoog.
'Woep woep.' Zeg ik droog.
'Oh kom op. Niet zo zeuren, ik toon je de weg wel.' Na echt vijf minuten door gangen te lopen, komen we bij de wasserette.
'Nou veel plezier.' En Raoul loopt met een big smile weg. Wat een vreemde, maar lieve guy is het ook. Matthy komt naar me toe lopen en legt van alles uit. Echt vreselijk dit. Ik ben niet zo bezig met mijn ego, maar eerst was ik mensen aan het redden en nu kan ik niemand helpen. Poestijger heeft vrijspel en niemand kan hem stoppen. Ik voel me zo machteloos...

Na een uur gewerkt te hebben komt een cipier me ophalen.
'Professor Ectomaan is hier.' Zegt de man. Ik kijk hem niet begrijpend aan. Mijn handen worden weer geboeid en ik loop achter hem aan. Het is nog geen bezoek uur. Ach ja, Don kan zo een dingen regelen als professor en euhm timmerman? We lopen naar een klein kamertje. De cipier doet mijn handboeien niet eens af en kijkt geïrriteerd naar Don. Wat heeft die nu weer gedaan? Ik ga tegenover hem zitten.
'Maak hem los.' Beveelt Don. De cipier maakt ruw en pijnlijk mijn boeien los. Don blijft de man streng aan kijken tot hij de deur sluit.
'Oke Jer, we hebben nieuws. Ik moet wel wat stiller praten want de muren hebben hier oren.' Zegt hij. Meteen luister ik aandachtig.
'Poestijger heeft Harm, alweer, op een of andere manier gehypnotiseerd.' Fluistert hij.
'Ik wist het! Hij deed al zo raar!' Fluister ik. Don knikt.
'Je bent erg slim, wist je dat? Maar goed, Harm heeft nooit geweten dat hij naar het politiebureau is geweest.'
'Ongelofelijk. Die Poestijger kent me te goed! Hoe kan dit?' Don schud zijn hoofd.
'Geen idee, maar ik krijg je hier wel uit.' Ik word meteen weer droevig.
'Waarom zo sip?' Vraagt hij bezorgd. Ik haal mijn schouders op.
'Ik mis mam, pap en Enzo. Ze zijn nog geen een keer langs geweest.' Zucht ik. Tranen springen in mijn ogen. Don legt zijn hand op mijn pols.
'Het komt goed. Je moeder ging vandaag komen. Maar je bent morgen wel headliner in de krant...'
'Poestijger.' Zeg ik met op een geklemde kaken en ik maak een vuist waar ik in knijp.
'We moeten weten wie hij is. Maar ik denk dat hij wel een eerlijke man is en niet zo maar je indentiteit weg geeft.'
'Ja "eerlijk".' Spot ik. Don grinnikt. De deur gaat open.
'De tijd is op.' Zegt de man geïrriteerd. Don kijkt hem geïrriteerd aan. Opnieuw worden mijn handen vast gemaakt en moet ik de man volgen. Poestijger kent me... hmmm... wie-o-wie kent mij nog zo goed?...

{Traanman VS poestijger}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu