32=[vervloekte Traan!]

14 1 0
                                    

Pov Link

Samen met Joost scheur ik door de stad. Opzoek naar een mooie witte sportwagen voor hem.
'Daar! Dat autosalon!' Zegt hij. Ik knik goedkeurend. Ik parkeer de motor voor de deur. De man achter de balie word meteen wit als hij ons ziet. Joost loopt naar de man met zijn wapen.
'Geef mij die sleutels van die witte auto.' En hij knikt schuin naar buiten. De man knikt bang en begint te zoeken.
'Sneller!' Zegt Joost geïrriteerd.
'Euh ze liggen hier achter.' Zegt hij bang en stotterend.
'Oke en dan?! Schiet op! Man o man.' Zegt hij geïrriteerd. Ik lach even gemeen. Ik loop met de man mee. Hij zoekt even en vind dan de sleutels.
'D-dit m-oeten z-ze normaal zijn.' Zegt hij.
'Ja ik hoop het voor je.' Zegt Joost dreigend. Ik sla de man met de achterkant van mijn wapen neer.
'Sukkel.' Grijns ik. Joost loopt naar zijn nieuwe auto.
'Volg mij!' Roep ik en spring op mijn motor. Voor de lol schiet ik een paar keer in de lucht. Mensen lopen schreeuwend weg. Grijnzend gooi ik proximity mine in een Louis Vuitton winkel. Als Joost naast me komt rijden en ik hoor de ontploffing lachen we gemeen naar elkaar. Ik gooi overal sticky boms. Schiet hier en daar in het rond. Wat Joost ook doet. Als we wat dingen opblazen hebben, zie ik in een snelle vlaag twee jongens ineen duiken nadat ik bom heb gegooid. Ik kijk de ene jongen diep aan in zijn ogen. Dit kan niet! Hij hoort in een coma te liggen! Het zal wel verbeelding zijn. Toch?...

'ManOMan-Man! Maze bank!' Hij knikt en volgt me. Als we bij de Maze bank komen lopen we droog naar binnen. Mensen gaan tegen de muur staan uit angst en sommige beschermen hun kinderen. We lopen door naar de trappenhal. Om de mensen extra bang te maken schiet ik een keer in de grote hal. Daarna rent iedereen bang weg. We lopen rustig naar het dak. We kijken uit over rook die uit sommige gebouwen komt. Bange mensen die weg lopen.
'Wat is dit genieten.' Grijns ik.
'Zeer zeker Poestijger.' Zegt Joost.
'En dit is nog maar het begin.' En ik gooi zo hard en ver als ik kan een sticky bom naar een gebouw dat niet ver van de maze bank staat. Vanaf de bom door een raam vliegt ontploft hij.
'En waar is hun geliefde Traanman nu?' Zegt Joost. Ik lach gemeen.
'Die sterft wel van honger en dorst samen met Harm en die ene Don.' Joost maakt en grote ijsbal van zeker twee meter.
'Yeeten dat ding.' Grijns ik. Hij duwt zijn handen voor zich uit. De bal vliegt met een enorme snelheid de stad in. Een enorme klap is te horen.

Pov Duncan

Na dat ik Poestijger voorbij heb zien racen word ik gebeld door mijn vader.
'Sorry Rudi! Maar ik moet mijn vader gaan helpen!'
'En wat moet ik doen?!' Schreeuwt hij hysterisch en bang.
'Ga naar huis idioot!'
'Oh ja! Inderdaad.'
'Maaaaam!' En hij rent schreeuwend weg. Ik gniffel even. Stoerste van de klas, maar toch een klein hartje. Ik pak mijn fiets en ga naar de hide out van Traanman. Ik ren naar binnen.
'Pap?!' Schreeuw ik. Ik trek de deur open.
'Oh Duncan! Eindelijk!' zucht hij opgelucht. Ik maak ze los. Harm en een andere jongen, die ik nog nooit heb gezien, staren verbaasd aan.
'Duncan... mijn hemel...' zegt de jongen. Ik kijk hun vragend aan.
'Dunc! Kom even.' Ik loop naar mijn vader die bij het bureau staat.
'Er is van alles fout gelopen in de tijdlijn door poestijger.'
'Poestijger?' Vraag ik.
'Ja. Hij daar is Traanman, en Harm is nog altijd Tolman. Voor hun, omdat ze van een andere tijdlijn komen, lig jij al jaren in coma en ben ik niet jouw vader maar iemand anders.' Ik kijk hem stom verbaasd aan.
'Wow even?! Ik ben dood?!' Roep ik en loop verbaasd naar de jongens toe.
'Niet dood maar in coma... je was vroeger een goede vriend van mij en m'n broertje.' Zegt Traanman. Plots krijg ik vreemde flashbacks.
'Duncan? Alles oke?!' Vraagt Harm. Ik zie een zwart gedaante voor me staan. Hij grijnst gemeen. Wat gebeurt er?!
'Oh nee! De twee tijdlijn zijn aan het vermengen! Het word ingewikkelder er moeilijker met de minuut!' Hoor ik mijn vader zeggen. Ik word neer gezet in de zetel. De waas verdwijnt. Ik knipper een paar keer.
'Alles oke?' Vraagt Traanman. Ik knik.
'We moeten die Poestijger snel stoppen!' Zeg ik.

Pov Jeremy

Don sleutelt aan het het kleine blokje van het tijd portaal. Duncan verzorgt de wonden van mij en Harm. Heel vreemd om iemand die half dood was weer te zien.
'Zo je bent klaar.' Lacht hij vriendelijk.
'Dank je wel.' Zeg ik en we lopen terug.
'Hier mee moeten jullie het redden!' Zegt Don.
'Snel! Poestijger blaast de stad op!' Roept Duncan die naar live beelden zit te kijken van de ramp. Ik doe mijn jas en zak goed op en samen met Tolman open ik het portaal.
'Niet alles kan gered worden. Hou dat in je achterhoofd! Misschien tot nooit meer!' Zegt Don. Hij lacht even, maar hij ziet er toch verdrietig uit.
'Duncan, hopelijk lig je straks niet meer in coma en ben je hoe je nu bent.' Lach ik lief. Duncan lacht blij.
'Kom op Traanman! We hebben geen tijd te verliezen.' Zegt Tolman. Ik knik en samen springen we in het portaal.

Na weet dat verdomde felle witte licht zijn we weer in 1996. We zijn in de goeie straat.
'Traan... daar.' Fluistert Harm. Ik zie twee gedaantes met hun kap op lopen.
'Snel!' Fluister ik net iets te luid. Ze horen ons en doen hun maskers weer en richten hun wapens op ons.
'Traanman! Wat doe jij hier?' Zegt Poestijger geïrriteerd.
'We komen jullie terug meenemen naar onze tijd.' Grijns ik.
'Mocht je willen.' Zegt ManOMan-Man. Ze doen hun wapens weg. Twee vlammen komen van Poestijger zijn handen, en bij ManOMan-Man een soort koude rook. Harm is niks tegen ManOMan-Man. Maar het zal toch moeten.
'Harm houd het portaal klaar.' Fluister ik. Hij knikt.
'Kom maar op.' Zeg ik en Poestijger en ik gaan op elkaar af. Zijn gloeiend hete handen branden op mijn lichaam. De oude wonden doen zo veel pijn. Harm heeft veel moeite met ManOMan-Man. Harm is aan het verliezen.
'Het portaal Tolman!' Schreeuw ik. Hij knikt en gooit het blokje op de grond. Harm laat zich express verliezen en gaat zo achter. ManOMan-Man is echt een domme idioot! Ik verweer me tegen Poetsijger met een waterstraal. Hij vliegt naar achter. Hij is woedend.
'Kom maar traantje.' Zegt hij woedend. We rennen op elkaar af. Hij vuurt een vuurstraal op me af die ik blok met een waterstraal. Maar we zijn even sterk. Dit gaat nooit werken!
'Poestijger! HELP!' Schreeuwt ManOMan-Man. Die half in het portaal hangt.
'Blijf van mijn been af tyfus jong!' Schreeuwt hij naar Harm die ik niet meer kan zien. Ik geef op en ik vlieg achteruit. Hij loopt naar me toe.
'Zielige Traan dat je bent.' Grijnst hij.
'Dat denk jij maar.' Ik spring recht. Hij schrikt en door zijn later reactie trek ik hem mee het portaal in.
'Neeeeen! VERVLOEKTE TRAAN!' Hoor ik en een fel wit licht vult mijn ogen weer.

{Traanman VS poestijger}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu