{Far Downs}

63 10 3
                                    

Amira

"We zijn aan de far downs, geen orken meer!" Roep ik vrolijk als we uit de bergen zijn. "Er zijn wel andere gevaren nog..." meteen is mijn humeur verslechterd. "Pretbederver sis ik boos. Ik kijk hem bedenkelijk aan. Waarom zou hij versteend staan kijken. Langzaam draai ik mij om, mijn mond valt open. Een feniks vliegt over ons heen in al zijn glorie. "Niet in zijn ogen kijken!" Roep ik snel, "zijn blik versteend!" Ik voel wind achter mij. Langzaam draai ik mij opnieuw om. Mijn ogen zijn meteen stijfdicht. Ik voel zijn adem in mijn gezicht, het ruikt naar... lavendel? Help mij!!! Klinkt het. De klank klinkt als miljoenen belletjes. Ik open mijn ogen. Voor mij staat een roodvlammend dier met goud gele ogen. "Je versteend niemand..." Ik ben dan ook geen Feniks... ik kijk haar niet begrijpend aan. Ik was de dienstmeid van de koningin van Lithium en ja... tijdens de val ontsnapte ik en liep zo een vloek op. Ik zal voor altijd, bijna dan toch, een fenics zijn. Alleen in lythium niet en als lithium vrij is niet.

"Oh... wat wil je dat ik doe???" Bevrijd de koningin, ze is bij de roodlingen. En vind haar zoon... "Dus degene die de roodlingen kan stoppen is een jongen..?" Dat zeiden ze tegen mij.... "Wie zijn ze??" Ze knikte met haar kop naar het dal, waar duizenden rode dingen op ons af komen. "En dat zijn..." berivoks... kleine vogels, die reuze sterk zijn en tanden hebben. "Moeten we ons dan niet haasten?" Tuurlijk... ik kijk haar verschrikt aan en zie medelijden en een zwarte ketting. Ik trek hem van haar hals. Ze knikt dankbaar en vliegt razendsnel weg. Ik neem Tauril haar hand vast en begin te rennen, de rest rent achter ons aan. Uiteindelijk worden we ingehaald door de vogels. Ze vliegen ons voorbij en gaan verder. Daarna komen ze in volle duikvlucht terug. We duiken snel in de bosjes. "Help!" Fluistert iemand. Ik draai mij om en zie het meisje uit mijn droom.

Gandalf

Weer flits er een schaduw over de stad, ik kijk verbaasd omhoog. Donkere schaduwen glijden voor de zon door. Het zijn reuze vleermuizen. "Ze zijn me gevolgd uit Lithium.." zegt Junipher. "Daar zijn er miljoenen van." Oh.. joepie! De lucht wordt gevuld door die wezens. Eentje land voor mij. Kschhhhh... waar is de steen??? Onze diamant!!

Ik loop naar Junipher. "Heb je een steen meegenomen.?" "Ja, deze." Hij houdt een zwarte steen omhoog. Ik neem hem af en gooi hem omhoog. Meteen komt een vleermuisman hem opvangen en iedereen vliegt weg. Behalve ene, hij komt weer naar ons toe. Voorlopig ben je vergeven, maar geef ons, de adstammeling van Lithium af...snel!!! En hij laat ons verbijsterd achter.

Sorry voor dit mega korte stukje. Ik ga wenen... volgende keer is hij langer.... whoop whoop
Ciao bella's et bello's xxx

The Red ArmyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu