Gimli
Toen we vanochtend de opgedroogde rivier zagen en een andere weg namen vond ik dat zeer vreemd, wat is er mis.
"Legolas, waarom nemen we een andere weg?"
"Omdat ik eerst eens wil kijken of het meer niet droog staat, anders zijn de mensen daar in de problemen."
"Maar we moeten nadat we Amira gebracht hebben wel nog terug hé. Ik bedoel Aragorn wacht op ons."
"Ja weet ik, maar we moeten die mensen toch helpen."
"Als ze maar niet zo groot zijn als jouw want dan vermoord ik iemand."
"Gimli, iedereen is groot vergeleken met jou, behalve Hobbits."
Mijn gezicht betrok, ik kan er toch niks aan doen dat ik een dwerg ben, of wel? Ik moest ineens terug denken aan vanacht, toen Amira dat liedje zong. Ergens klopten die woorden wel, ik vroeg me af waarom. Ik ging langs Amira rijden, ze keek heel triest. Ik besloot om het een andere keer te vragen, als ze blij was.
Amira
Ik liep er nu niet echt bij om te genieten, dat wist ik goed genoeg maar er zaten me een paar dingen dwars. Het liedje dat Gimli gisteren zong had 3 delen, het eerste deel gebeurde overduidelijk toen zijn vader terug ging naar Erebor, het 2de en 3de deel hingen samen en hadden een soort verband met het liedje wat ik gezongen had. Ik moest ineens blozen, Gimli heeft het gehoord en ik... ik kan niet zingen. Nou ja, gebeurt is gebeurt. Ik merkte dat Legolas van koers veranderd was, waarom? Geen idee, hij deed het gewoon en ik hoef het niet te weten. Na een tijdje hoorden we... ja wat hoorden we eigenlijk? Het leek op belletjes die vrolijk hun geluid lieten horen. Na een paar seconden, zeg maar gerust milliseconden, zagen we hazen een slee voortrekken en op die slee zat 'The Brown Wizard', ook wel bekent als 'Radagast'. Hij stopte pal voor onze neus.
"Hallo Legolas, Gimli en Amira."
"Hoe ken jij mij."
"Ik kom van Minas Tirith, van Gandalf. Jullie moeten opschieten want... hemeltje wat is er met de rivier gebeurt?"
"Ehhh weten we niet, we gingen net naar Meerstad om te kijken of alles goed gaat."
"Geen zorgen, ik zorg ervoor dat de rivier terug komt."
"Waarvoor moesten we opschieten even grootte als ik tovenaar?" Kwam Gimli ertussen.
"Oh ja, er zijn Orken die weten dat jullie weg zijn uit Minas Tirith, ze zullen jullie blijven volgen tot aan 'The Far Downs' dus opschieten. En ik zorg voor de rivier."
"Weten we." Zei Gimli.
"Wel wel, blijkbaar zij de hersenen van een dwerg groter als zijn lichaam." Zei Legolas.
"Oh, dat valt tegen hè, meneertje de elf."
Het viel mij op dat ze altijd kibbelen, zou dat altijd zo zijn? Ik volgde nog effen hun gekibbel tot ik het beu werd en in het gras ging liggen. Radagast was al weg, omhoog naar de bron van de rivier. Ik ging recht zitten toen ik geritsel hoorde. Langzaam stond ik op en ging terug op mijn paard zitten. Legolas en Gimli zaten nog op hun paarden en waren nog altijd aan het kibbelen.
"Hey!" Fluister ik. Niemand reageert, ze gaan gewoon door met kibbelen.
"Halloho" zei ik nu al wat harder, ze keken allebei op.
"Wat is er."
Mijn mond vormde het woord Orken want ik had ondertussen gezien dat het Orken waren. We gingen langzaam terug op weg, toen we wat verder waren beginnen we te galopperen, we vlogen van de berg af en Meerstad kwam in zicht.
"Daar, daar durven ze niet te komen." Zei ik wijzend naar Meerstad. We galopperen nog sneller en kwamen aan in Meerstad, we reden naar het paleis. Het was best mooi, behalve dat het meer op uitdrogen stond. Ik hoop dat Radagast snel is.
"Welkom," sprak de koning, "in Meerstad. Oh hallo Legolas, en jij bent vast de zoon van Gloïn, hmmmm Gimli en.. wie ben jij?"
"Ik ben Amira, wij komen helpen. De rivier zal spoedig terug stromen."
"Ah, dank jullie wel. En voor ik het vergeet, hallo Amira."
De koning was zeer gast vrij en zorgde voor kamers en voor eten. Eindelijk iets anders als Lembas brood! Ik zag dat zij ook opgelucht leken. Ik had nog altijd het gevoel dat ze iets achterhouden voor mij, Gandalf was toen hij melde toen we weg gingen ook al zo 'excuus zoekend' hij zei dat ik de Hobbits moest beschermen en dat Legolas en Gimli zouden terugkeren naar Minas Tirith. Ik bedoel maar, ik kan ze toch niet in mijn eentje beschermen. Die avond lag ik te piekeren over van alles en nog wat, ik kon maar niet slapen. Dus ik liepos naar het balkon van mijn kamer waar sterrenlicht en een fris briesje mij verwelkomen.
♡♥♡♥♡♥♡♥♡♥♡♥♡♥♡
Heeyyy,,, danku voor de votes en vergeet niet mijn andere boek te lezen...(zie vorige writers note)
♥♡♥♡-je
JE LEEST
The Red Army
AdventureIk zie haar zitten in het gras, spelend met een hertje. Opeens loopt het hertje weg. Ze staat op en tuurt in de verte. Ik tuur ook, ik ben een elf namelijk dus ik kan ver kijken. Ik zie een leger in de verte op doemen op paarden. Ik zie haar schrikk...