4. Rinke

11 0 0
                                    

Het is nog donker buiten als ik wakker wordt. Alleen het gele licht van de straatlantaarn schijnt door de kier van het gordijn. Een goede nacht doorslapen is, sinds het ongeluk, nog steeds een issue. Ik kijk op de wekker, de rode lichtgevende letters geven vijf over vijf aan op het scherm. Ik zucht en trek het dekbed op tot mijn neus om de warmte nog wat vast te houden. De slaap komt niet meer, zelfs niet de heerlijk lome staat van wegdromen. Hoe fijn zou het zijn om me nu tegen een warm lijf aan te kunnen krullen en op het ritme van zijn ademhaling weer in te dommelen. Ik draai me nog eens om en na nog tien minuten staren in het donker, geef ik het op. Het duurt nog minstens een uur voordat het licht wordt. Te vroeg om op te staan. 

Omdat ik het licht van de lamp naast mijn bed nog te fel vind aan mijn ogen in de vroege ochtend, doe ik op de tast een graai op mijn nachtkastje om mijn e-reader te pakken. Mijn Kobo abonnement heeft me al heel veel uren leesplezier gegeven als de slaap niet kwam. En al gaat er niets boven het lezen en de geur van een papieren exemplaar, het meezeulen van de vele boeken heeft mij toch doen zwichten om de kleine, digitale variant aan te schaffen. Wel zo praktisch. 

Als ik om half acht weer op mijn wekker kijk realiseer ik me dat ik toch nog ben weggedommeld tijdens het lezen. Vandaag is het woensdag en deze ochtend ga ik eerst kennismaken met het neefje van Almer aan boord van de Pontus, daarna ga ik even bij mijn vriendin op visite voor een kopje thee. Ik heb Fardau al veel te lang niet gesproken. 

Ik sla mijn dekbed open en begin aan mijn ochtendroutine. Ik zet alvast de koffie aan, want zonder koffie kom ik niet op gang. Dan spring ik, zoals iedere ochtend, onder de douche. Bij het afdrogen valt mijn blik weer op het litteken dat ik heb overgehouden aan het ongeluk en de transplantatie. Ik kan er niet aan wennen, het is te confronterend. Het herinnert me aan de afschuwelijke periode die achter me ligt. Ik draai me om zodat ik mijn spiegelbeeld waarin de littekens te zien zijn niet hoef te zien. Ik moet nog een afspraak maken met het ziekenhuis, flitst er door me heen. Op mijn heup prijkt een enorme bloeduitstorting die lijkt op een landkaart met enorme proporties. Kloothommel, mopper ik. 

Mijn ontbijt eet ik op de bank terwijl de nieuwslezeres op net 1 de nieuwsberichten met een neutrale blik de kamer in slingert. De Griekse yoghurt met honing en granola in de ochtend smaakt als een gebakje. Lekkerder zelfs. Hmmm. Brood krijg ik echt niet weg nu, zelfs niet als ik het wegspoel met een grote beker zwarte koffie. Ondertussen klap ik mijn Chromebook open om de laatste mail te lezen en daarna de ongeopende post van gister en eergister door te nemen. Als ik nu eerst boodschappen ga doen, dan fiets ik daarna gelijk door naar de Pontus. Ik heb zin om weer te varen, laat het seizoen maar snel beginnen.


Vlak voor half elf gooi ik mijn fiets tegen het elektriciteitskastje aan op de kade. Jaaa, hallo Pontus, daar ben ik weer! Dit voelt als mijn tweede thuis, zelfs nu Almer er niet is. Via de aanvaringsklamp stap ik aan boord. Ik kijk even omhoog, de rafelige vlaggetjes wapperen in het want aan de vlaggenlijn. Daar kunnen wel wat verse vlaggetjes in! Ik loop door de brede gangboorden naar het achterdek. Moet ik nu aankloppen? Dit voelt een beetje gek. Bij Almer kon ik altijd gewoon binnenstappen. Al was dat de laatste tijd ook wel wat ongemakkelijker sinds zijn vriendin bij hem bleef slapen. Binnen stappen lijkt me nu niet zo'n goed idee. Ik laat de rugzak van mijn schouder zakken en zet deze naast de deur voor ik aanklop. 

Er gebeurd niks. Nog een keer dan. Het blijft stil. Vreemd, we hadden toch om half elf afgesproken? Dan de reservesleutel maar pakken van de gasten ingang. Ik loop naar het voordek en til de luiken op. Gelukkig, daar ligt de sleutel. Als ik de trap afdaal van de gasten ingang, overvalt de stilte me. De anders zo gezellige drukte van opgewekte gasten aan het begin van een vaardag blijft uit. En zelfs de gasten die normaal in het laagseizoen een Boat & Breakfast hebben geboekt zijn afwezig. 'Hallo' roep ik de gang in. 

Verlangen op drift  #1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu