Het is nog heel vroeg in de morgen als ik wakker wordt. Ik weet nu al dat ik niet meer kan slapen, dus besluit ik een vroege wandeling te gaan maken langs het Wad. Daar heb ik nog net genoeg tijd voor, voor het ontbijt klaar moet staan voor de gasten. Ik trek de rits van mijn warme jas helemaal omhoog omdat het nog best fris is vanmorgen. Zachtjes sluip ik het dek over en stap via het buurschip op de kade. Zodra ik de haven voorbij ben heb ik vrij uitzicht over de Waddenzee. Het blauwe uur, zo vlak voor zonsopkomst, zorgt voor een spectaculair uitzicht over de zee. Het is nagenoeg stil. Alleen het water dat tegen de basaltblokken aan rolt, verdrijft de stilte. Op de blokken groeit een geelachtig mos en ertussen zitten platgetrapte schelpen en zeewier. De zilte zeelucht dringt door in mijn neusgaten. Ik adem de lucht diep in tot mijn longen zich er helemaal mee vullen. In de verte hoor ik het tikken van de lijnen tegen de masten van de zeilboten in de haven en een enkele zeemeeuw vliegt krijsend door de lucht, op zoek naar afgedankt eten wat in vuilnisbakken zit of in de natuur is gedumpt. Verder is het helemaal stil.
Mijn gedachten gaan terug naar gistermiddag. Wout is bezig door mijn zorgvuldig opgebouwde muren heen te breken en ik kan er geen sodemieter tegen doen. Ik moet stoppen met nadenken, dat weet ik. Maar ik ben zo verdomd bang om gekwetst te worden, om weer iemand te moeten verliezen waar ik om geef. Het is veel makkelijker om iemand op afstand te houden. Dat zorgt ervoor dat ik in elk geval niet te kampen krijg met hartzeer. Het andere stemmetje in mijn hoofd begint nu ook te zeuren; maar eenzaamheid maakt je ook ongelukkig op den duur. Iedereen verdient een portie geluk. Heb vertrouwen!
Langzaamaan verdrijft het ochtendlicht de duisternis en begint de wereld te leven. Mijn gepieker verdwijnt naar de achtergrond, het wordt tijd om weer terug te lopen naar de haven. Ik wil terug zijn voor de gasten wakker worden. Op het moment dat ik voet aan boord zet, vertrekt de sneldienst richting Harlingen. De toeter die voorafgaat aan het vertrek, vormt het startsein voor het begin van een nieuwe dag op het eiland.
Terug aan boord tref ik Wout al aan in de keuken. Hij is druk bezig met de voorbereidingen van het ontbijt. De tafel is zelfs al gedekt. 'Hey, waar kom jij vandaan?'
'Ik heb een wandelingetje gemaakt langs het Wad, ik was al vroeg wakker. Goed geslapen?'
'Ja prima. Als ik op zee ben geweest kan ik eigenlijk altijd wel goed slapen.'
Dat herken ik wel. Vooral als het hard gewaaid heeft, of ik ben een dagje op het strand geweest, dan ben ik altijd helemaal rozig op het einde van de dag en is slapen nooit een probleem.
'Zeg Rink, ik heb eens nagedacht. Onze gasten hebben fietsen gehuurd voor vandaag, die zien dus we de hele dag niet. Wat zou je er van vinden om vanmiddag samen te gaan picknicken in de duinen bij het Noordzeestrand. We kunnen de vouwfietsen pakken die aan boord staan om naar het strand te fietsen.'
Mijn hoofd werkt op volle toeren. Normaal gesproken, als ik met Almer op pad was, bleef ik meestal in de haven, dan hing ik met de andere charter bemanning op een van de schepen om bij te kletsen en te ouwehoeren. Of ik ging er zelf op uit of trok ik me terug om wat te kunnen lezen. Om met Wout op pad te gaan is best wel leuk, wat zeg ik, héél leuk, zeker als ik bedenk hoe het de laatste tijd tussen ons is verlopen.
Maar er is nog steeds een klein stemmetje dat zegt dat ik me niet helemaal moet laten gaan. Hij gaat straks weer terug naar Zeeland als Almer is hersteld en wat moet ik dan? Mijn werk is hier, ik ben bijna altijd onderweg. Hij zal zijn werk straks ook weer oppakken. Jemig, ik ben wel heel goed geworden in het bedenken van excuses om iedereen op afstand te houden! Het lijkt wel of ik de controle over mijn eigen spraakvermogen kwijt ben als ik met een blij hoofd op zijn vraag reageer. 'Dat lijkt me heel leuk Wout.'
Hmpfff waar kwam dat ineens vandaan! Ik poeier dit soort vragen altijd standaard af en nu reageer ik ineens als een blij ei, wat ging hier mis!!
'Mooi, maak je niet druk, ik zorg ervoor dat er een lekkere lunch in onze rugzak zit als we vertrekken.' Hij komt dichterbij en legt zijn hand op mijn wang. 'Ik kan niet wachten om straks iets leuks met jou te gaan doen.'
JE LEEST
Verlangen op drift #1
ChickLitOp charterschip Pontus doet Wout er alles aan om het vertrouwen van Rinke te winnen na zijn slechte eerste indruk. Maar haar hart? Dat is écht een heel ander verhaal. Ga mee op reis met Wout en Rinke en hun vrienden. De Wadden heeft de nodige obstak...