Milaan

289 16 3
                                    

Misschien een one-shot, misschien komt er een tweede deeltje, ik weet het nog niet.

Een take op hoe seizoen 9 ook had kunnen aflopen...

——————————

"Je moet zo'n kans niet laten liggen," zegt ze terwijl ze de restjes bami van de borden de vuilnisbak in schraapt. Ze hoort hoe hij op haar af komt lopen en vlak achter haar blijft staan.
"Ik ga liever voor m'n kansen hier."
Zijn woorden dreigen haar heel even te raken, maar dan schiet het beeld van hem in de deuropening van de hotelkamer door haar hoofd. Zijn haren nog wild, gekleed in een badjas en een alleszeggende tevreden en gelukkige, 'morning after' blik op zijn gezicht.
Enkel die gedachte zorgt ervoor dat Eva meteen haar muur optrekt en in een defensieve houding schiet.
"Welke kansen?" vraagt ze zonder om te kijken, haar stem doordrenkt van cynisme en wrok.
"Eef..." Wolfs zet nog een stap dichterbij en legt zijn hand op haar schouder, maar bij zijn aanraking draait Eva zich om en hij ziet hoe haar ogen haast vuur spuwen, zo intens en indringend kijkt ze hem aan.
"Hier liggen geen kansen voor je, hoor Wolfs," bijt ze hem toe en ze loopt bij hem weg. Op de onderste tree van de trap draait ze zich nog een keer om en gooit een laatste vernietigende opmerking de keuken in. "Ga je toch lekker elke avond risotto eten en met haar naar bed. Lul."

———

Als ze de volgende dag wakker wordt en een blik op haar wekker werpt, ziet ze toch haar schrik dat het al kwart voor elf is. Ze schiet omhoog, springt uit bed en grist snel wat kleren uit haar kast. Over een kwartier moet ze met Marco bij jeugdzorg zijn om hem over te dragen aan zijn nieuwe pleeggezin. Gehaast loopt ze de logeerkamer in waar Marco nog diep in slaap is; ongetwijfeld gesloopt door de heftige gebeurtenissen van een dag eerder.

Terwijl ze hem zachtjes wekt en hem helpt met aankleden, hoort ze boven zich een hoop gestommel komen uit Wolfs' kamer, maar tijd om te gaan kijken wat hij aan het doen is heeft ze niet. En als ze eerlijk is wil ze hem liever ook nog niet onder ogen komen na haar optreden van gisteravond. Straks, als ze Marco heeft weggebracht en het dossier heeft afgesloten op het bureau, zal ze met hem praten. Hem uitleggen waarom ze zo gemeen en gepikeerd reageerde. Misschien kan ze zelfs de woorden en de moed vinden om hem te zeggen wat ze echt voelt. Straks. Eerst Marco.

———

"Eva!" Marion komt toevallig net de kleedkamer inlopen en houdt haar armen open als ze haar jongere collega ziet zitten. "Kom hier, meis," zegt ze en ze slaat haar armen om een verraste Eva heen. "Gaat 'ie een beetje met je?" Eva haalt haar schouders op en zucht.
"Leuk is het niet, nee," antwoordt ze. "Maar wat moet, dat moet hè. Het is niet dat ik hem nooit meer zal zien, gelukkig."
Marion laat haar vriendin los en kijkt haar verbaasd aan. "Dat...ja...nou...knap. Knap dat je er zo in staat. Het moet toch gek zijn geweest, zo ineens?"
Eva kijkt Marion ondertussen met gefronste wenkbrauwen aan, verbaasd over de vraag. "Hoe bedoel je, ineens? Ik ben er toch al veel langer mee bezig?"
"Met Wolfs?"
"Wolfs? Nee, Marco. Hè, wat...?"
De vrouwen staan even zwijgend tegenover elkaar, terwijl het kwartje valt dat ze het beiden over iets totaal anders hebben.

"Wat is er met Wolfs?" Het is Eva die de stilte verbreekt en ze voelt een onrustig en onheilspellend gevoel opborrelen in haar buik.
"Marion?" vraagt ze opnieuw als haar vriendin geen antwoord geeft. "Wat is er met Wolfs?" "Heeft 'ie niks gezegd?"
"Gezegd over wat?"
"Hij," begint Marion voorzichtig en ze legt haar hand op Eva's onderarm. "Hij heeft vanochtend vroeg bij Mechels z'n badge en wapen ingeleverd en is daarna vertrokken."
Even staat Eva met haar mond vol tanden terwijl ze Marions woorden op zich laat inwerken en langzaam voelt hoe de grond onder haar voeten verdwijnt.

"Vertrokken?" vraagt ze met trillende stem. "Naar...? Met...?" Ze krijgt de woorden niet over haar lippen maar haar vriendin weet precies wat ze bedoelt.
"Het spijt me, Eef. Hij zei iets over dat hij hier klaar was. Iets over een kans die nooit aangegrepen was en nooit zou worden," Marion wrijft met haar hand over Eva's arm en kijkt haar meelevend aan. "Hij leek erg zeker van z'n zaak, maar hij was ook aangeslagen. Ik dacht dat je het wist. Waarom zou hij zonder iets te zeggen tegen je vertrekken?"

"Het is mijn schuld," fluistert Eva en ze zakt met haar rug tegen de muur onderuit op de grond. Met haar handen in haar haar, kijkt ze op naar haar vriendin en ze voelt de tranen prikken in haar ogen. "Ik heb hem weggeduwd, elke keer weer. En dit keer echt, blijkbaar."
Marion hurkt naast haar en knijpt zachtjes in haar arm. "Hebben jullie ruzie gehad?"
Eva schudt haar hoofd en vertelt haar over haar uitbarsting van de avond ervoor. Over hoe ze zich gevoeld had toen ze hem gezien had in het hotel. Over hoe onzeker ze zich had gevoeld tijdens het etentje met hem en Sophia.

"Misschien moet je hem bellen?" vraagt Marion als Eva is uitgepraat en die schudt opnieuw haar hoofd. Ze drukt haar handen tegen haar ogen om de tranen te bedwingen en probeert de opkomende emoties weg te slikken.
"Als hij weg wil, dan mag dat. 'T is wat het is." En met die woorden staat ze op, veegt een verdwaalde traan van haar gezicht en zet ze de knop om in haar hoofd. En door.

———

Het is zaterdagochtend en Wolfs zit met een kopje espresso op het balkon van zijn appartement. De zon brandt al behoorlijk; ondanks dat het pas 7 uur is, geeft de thermometer al ruim 29 graden aan. Terwijl hij zijn koffie opdrinkt kijkt hij toe hoe de mensen op het plein onder hem al druk zijn met het doen van hun inkopen op de weekmarkt. De geur van verse, rauwe vis die doordringt tot op zijn balkon doet hem grijnzen. Wat zou Eva het vreselijk vinden stinken hier.

Zijn hart slaat even over als hij zich realiseert dat bij alles wat hij hier ziet, hoort of proeft, hij meteen aan haar moet denken. Het was nu ruim een week geleden dat hij, bij nader inzien in een soort opwelling, zijn spullen had gepakt, Sophia had gebeld om te vertellen dat hij inging op haar aanbod, en was vertrokken. Het was een tamelijk ondoordachte actie geweest. De dozen met zijn boeken en lp's had hij noodgedwongen bij Fleur achter moeten laten, net als zijn geliefde motor. De koffers met kleding hadden maar net in zijn Lancia gepast, en zonder al te lang na te denken was hij gaan rijden. Ruim 850 kilometer in een oldtimer, met een kofferbak vol persoonlijke spullen en een hoofd vol twijfels. Elke kilometer die hij verder van Maastricht verwijderd raakte, zorgde voor meer onzekerheid, maar elke gedachte die in hem opkwam werd onmiddellijk gevolgd door Eva's stem die echode in zijn hoofd: "hier liggen geen kansen voor je, hoor Wolfs." Ze was duidelijk geweest, voor haar was er niets meer dan wat ze al hadden; collega's, huisgenoten, niks meer.

Hij neemt de laatste slok koffie, terwijl hij mijmerend over het stadsplein kijkt. Zijn linkerhand ligt op zijn telefoon en hij speelt er wat afwezig mee. Even komt het in hem op om haar te bellen. Maar wat kon hij zeggen? Enkel vragen hoe het met haar ging? Haar vertellen dat hij haar miste? Dat hij een enorme fout had gemaakt? Nee, hij moest leren accepteren dat dat hoofdstuk over was, die deur was gesloten. Hij staat op, pakt zijn lege kopje op en wil zich omdraaien om naar binnen te gaan als zijn oog valt op een vrouw die om zich heen kijkend het plein op komt lopen. Die houding, die lange bruine haren, zou het...? Nee, dat kan niet.

ScribblesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu