Besef (De Keuze 11x10)

242 8 4
                                    

Ooit begonnen als opzet voor een langer verhaal, maar daar is nooit meer wat van gekomen. Dus dan maar als one-shot een beetje gefinetuned en hier gepost.

————————————————————

Eva

"Eva, ik kies jou."

"Vergeef me, alsjeblieft."

Zijn woorden galmen na in haar hoofd. Zijn hese, gefluisterde smeekbede om haar vergiffenis. De tranen in zijn ogen en de wanhoop op zijn gezicht. Bols die zijn wapen op haar richt en haar met zijn aalgladde stem toespreekt. Woorden die ze niet hoort, die als de wind aan haar voorbij waait.
Haar hartslag gonst in haar oren, haar gejaagde ademhaling overstemt alles om haar heen en het enige wat ze nog voelt is angst. Niet zozeer de angst om te sterven, maar de angst om hem kwijt te raken. Hem nooit meer te zien, nooit meer te kunnen verdwalen in zijn ogen. Nooit meer zijn warme hand te voelen op haar wang, of door haar haren. Nooit meer heel soms kunnen wegkruipen in zijn omhelzing. Maar vooral hem nooit kunnen zeggen hoeveel ze al die jaren al van hem houdt.

"Alsjeblieft, doe het niet. Ik smeek het je."

Bij het horen van zijn stem, sluit ze haar ogen. Ze kan het niet. Ze kan hem niet aankijken. Haar laatste herinnering aan hem mag niet de gebroken man zijn die nu verslagen en vastgebonden tegenover haar staat. Haar gedachten schieten kriskras door haar hoofd, flarden van mooie herinneringen, van angstige, hachelijke momenten, maar ook beelden van hoe ze gelukkig waren samen. Allemaal flarden, tot er één beeld overblijft. Ze weet niet eens of het echt een herinnering is, maar het enige wat ze voor zich ziet is hen samen. Samen in de keuken van de Ponti. Hij achter het fornuis, schort om en een glas wijn in zijn hand. En zij, naast hem zittend op het aanrecht, haar benen bungelend over de rand. Ze praten, hij laat haar wat van zijn kookkunsten proeven, en ze lachen. Vertrouwd.

Het beeld vult haar met warmte en licht. Haar ogen zijn nog steeds gesloten, maar niet meer angstig. Uit berusting.
Ze heeft zich erbij neergelegd. Ze gaat sterven. En als het dan zo moet zijn, laat dan haar laatste gedachten de man zijn van wie ze houdt.

De echo van het schot dreunt na in haar oren en ze zet zich schrap voor de pijn die onvermijdelijk gaat komen. Maar de pijn blijft uit. Het is alsof ze in een vacuüm zit; de galm van het geluid ebt op en neer als een golf. Ze voelt niks, alsof haar zintuigen en de tijd
zijn verdwenen en enkel de zwaartekracht is blijven bestaan.
Als sterven zo voelt, is het misschien zo erg nog niet.

Dan bereikt haar ineens een ander geluid. Een geluid dat haar raakt tot in het diepst van haar zijn. Een geluid dat ze gehoopt had nooit te hoeven horen.
Zijn hartverscheurende schreeuw. Zijn onmenselijke, onthutsende schreeuw. Het lijkt haar wakker te schudden en tot haar verbazing voelt ze plots het koude metaal van de handboeien om haar polsen. Haar natte tranen op haar wangen. Het angstzweet dat haar hele lichaam bedekt. De grond onder haar voeten.
Vol ongeloof probeert ze haar ogen te openen, wat lukt. Ze knippert een paar keer en het wazige beeld wordt weer scherp.

Bols staat nog steeds voor haar, maar haar blik wordt onmiddellijk naar de man achter hem getrokken.
Hij hangt wild om zich heen beukend en trappend aan de buis boven hem. En hij schreeuwt nog steeds. De afgrijselijke, stekende pijn hoorbaar in zijn stem.
"Fleur!"

——————

Wolfs

Alles in hem schreeuwt dat het niet kan wat er nu gebeurt. Het klopt niet. Want hoewel hij het vertrouwen in de keurige officier van justitie al tijden geleden was kwijtgeraakt, had hij nooit verwacht dat de man tot zoiets in staat zou zijn.
En toch staat hij nu tussen hen in en stelt hem voor een onmogelijke keuze.

"Wie wordt het? Fleur? Of Eva?"

De realisatie komt pas echt als de man voor hem zijn pistool opnieuw op Fleur richt en af begint te tellen. Dit kan niet, hij kan toch niet kiezen tussen zijn eigen dochter en de vrouw bij wie hij de rest van zijn leven wil zijn. De adrenaline giert door zijn lijf maar het lijkt tegelijkertijd alsof hij niet meer kan reageren. Het komt niet eens in hem op te proberen om los te komen. Of om de onderhandeling met hem aan te gaan.

Die ene vraag overstemt alles in hem.
Fleur of Eva.
Zijn eigen kind, van wie hij al zoveel jaar had moeten missen. Of de vrouw van wie hij zoveel hield, maar het haar nooit gezegd had. Met wie hij zulke diepe dalen en mooie momenten had gekend. Die hij door en door kende en die hij ook als enige volledig toeliet bij hem.

Zijn gedachten gaan onbedoeld terug naar die ene avond in de Ponti, ruim vijf jaar geleden. Toen hij Fleur aan de telefoon had gehad en haar trots verteld had hoe hij samen met Eva een gezinnetje zou vormen. Hoe enthousiast ze had gereageerd. En hoe die trots en blijdschap in hem als een druppel uiteen was gespat door Eva's trillende stem vanaf de trap. Hoe ze huilend van de pijn in zijn armen had gehangen. Hoe ze tussen haar tranen door had gesmeekt om haar kindje te mogen houden.

Een angstige, benauwde stem doorbreekt plots de stilte en zijn gedachten.
"Papa..."
Zijn dochter kijkt hem over haar schouder aan en ineens ziet hij het kleine meisje zitten. Het meisje dat hij al die jaren gefaald had. Het lieve, mooie meisje waar hij nooit de vader voor was geweest die ze verdiende.
De gedachten aan die verloren jaren breken hem. Het idee dat het laatste wat ze ooit zal uitbrengen een smekende roep om haar vader is, raakt hem dieper in zijn zijn dan hij ooit had kunnen denken.

Hij weet dat Eva hem zou begrijpen, of hij hoopt het. Andersom zou hij het ook snappen. Dat hij alles zou doen om zijn kind te beschermen. Zelfs als dat haar dood betekent? Ja, zelfs dan. Hij kan niet anders. Hij moet wel.
De adrenaline zorgt ervoor dat hij zijn hart voelt bonzen in zijn keel. Hij richt zijn blik op zijn partner en als ze oogcontact maken ziet hij dat ze het weet. Ze weet welke keuze hij gaat maken. De tranen in haar ogen weerspiegelen zijn eigen gevoel en hij slikt moeizaam.

Zijn hart stroomt over van de liefde die hij voor haar voelt en het nu al ondraaglijke verdriet bij het idee dat hij haar zal moeten gaan missen. Het liefst zou hij haar geruststellen. Haar eindelijk vertellen hoeveel...hoe lang...hoe ongelofelijk mooi...hoe hij altijd...hoe hij nooit zonder haar zal kunnen.

Maar in plaats van haar nog een laatste keer toe te spreken, wendt hij zijn gezicht af. Hij kan haar niet langer aankijken. Met zijn keuze heeft hij haar doodvonnis getekend en hoewel elke vezel in zijn lijf schreeuwt dat het niet kan, weet hij dat het moet. Hij moet kiezen. Met zijn hoofd hangend tussen zijn armen verzamelt hij de moed om de woorden hardop uit te spreken. En zo haar lot te bezegelen.

"Eva, ik kies jou. Vergeef me, alsjeblieft."

Zijn zachte 'ik hou van je' wordt overstemd door dat ene, enkele rake schot dat zijn leven voor altijd zal veranderen en vernielen.
Hij duikt als in een reflex in elkaar, en even staat de wereld stil. Hij weet dat hij straks zijn ogen weer zal moet openen. Dat hij haar levenloze lichaam zal zien. En dat het zijn schuld is. Het was zijn keuze.

Heel langzaam draait hij zijn hoofd opzij. Met zijn laatste krachten dwingt hij zichzelf te kijken. Hij zet zich schrap voor wat hij zal zien. Maar nog voor hij zijn blik op Eva kan richten, ziet hij vanuit zijn ooghoek hoe het been van zijn dochter schokt en trilt. Hoe ze als een lappenpop in elkaar zakt en zijn hart breekt.

De wanhoopskreet komt uit het diepst van zijn bestaan. De schok, het besef, de pijn; alles komt samen in de onmenselijk rauwe schreeuw van zijn dochters naam.
"Fleur!"

ScribblesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu