Initiatief

265 18 3
                                    

Zomaar een klein verhaaltje tussendoor :)
——————————

Met een halve glimlach op zijn gezicht staat hij achter het fornuis. Hij schudt behendig de wok met groenten op en neer en neemt ondertussen een slok uit zijn wijnglas. Het was een, op z'n zachtst gezegd, bijzondere dag geweest. Hij en Eva hadden puur per toeval een oplichter op heterdaad betrapt. Een wilde achtervolging door het stadspark volgde en het was uiteindelijk Wolfs die - zo vond hij zelf - met gevaar voor eigen leven een laatste sprint had ingezet en zo de man tegen de grond had gekregen. Er was een worsteling ontstaan aan de rand van de vijver en net op het moment dat Eva wilde inspringen, waren beide mannen zo het ondiepe, groezelige water in gerold.

Onderweg naar het bureau had Eva zich nog in kunnen houden, maar toen Wolfs zich snel had omgekleed, ze de man hadden ingesloten en ze terug liepen door het cellencomplex, was ze in lachen uitgebarsten. "Je hebt toch geen water binnen gekregen hè? Want je wil niet weten wat ze daar soms allemaal uitspoken in die sloot na zonsondergang."

Wolfs had pinnig willen reageren, maar toen hij Eva's blik zag kon hij niks zinnigs meer uitbrengen. Hij was verdronken in haar stralende ogen en in haar ontwapenende lach. Het waakvlammetje wat al jaren brandde, was ineens vol opgelaaid en hij wist zeker dat hij in haar ogen hetzelfde had zien gebeuren.

Het was geen geheim dat hij al jarenlang iets bijzonders voelde voor zijn partner. Iets wat hij altijd had moeten tegenhouden. Eerst omdat ze nog met Frank was geweest, later omdat hij simpelweg niet wist hoe hij moest verwoorden wat hij voelde. Het liefst wilde hij van de daken schreeuwen hoeveel hij wel niet van haar hield, maar tegelijkertijd kende hij haar goed genoeg om te weten dat haar dat alleen maar van hem weg zou duwen. En zo waren de jaren aan hem voorbij gegleden; jaren van om elkaar heen dansen, niet zonder elkaar kunnen en niet uit durven spreken wat de ander betekende.

———

De bami gaat er, zoals altijd, goed in bij Eva en ook Wolfs smaakt het erg. Ze kletsen wat over van alles en nog wat tijdens het eten en de sfeer lijkt ontspannen, maar bij beiden razen de gedachtes ondertussen door hun hoofd. Eva merkt het aan Wolfs, hoe hij soms niet reageert op een vraag en hoe hij dan dromerig voor zich uit staart. En tegelijkertijd merkt Wolfs aan Eva dat ze het gesprek krampachtig op probeert te houden, waar ze anders zonder moeite stiltes kon laten vallen.

Zodra hun borden leeg zijn, springt Eva op om de tafel af te ruimen. Wolfs wil opstaan en haar helpen, maar ze schudt haar hoofd. "Ga jij vast lekker douchen, ik ruim wel op."
"Alweer? Ik heb vanmiddag op het bureau al gedoucht." brengt hij met opgetrokken wenkbrauw tegen haar in.
"Dat was even gauw de eerste smurrie wegspoelen," lacht ze en hij ziet een fonkeling in haar ogen. "Maar ik denk niet dat dat genoeg was om al die bacillen en restjes uitwerp-"
"Gadver, nee, ja stop maar. Ik ga al!"

———

"Eva!"
"Wat?" roept ze terug naar boven terwijl ze naar op kleine hal loopt.
"Wat heb je met al mijn spullen gedaan?"
Ze loopt gniffelend de trap op en voelt hoe de zenuwachtige kriebels in haar buik opkomen. "Hoe bedoel je?" ze probeert haar gezicht in de plooi te houden en haar stem normaal te laten klinken, maar als ze Wolfs met natte haren en gekleed in niets meer dan een handdoek om zijn middel, op de overloop ziet verschijnen, beginnen haar wangen te gloeien.

"Waar zijn mijn spullen? Waarom is mijn kast leeg en waar zijn al m'n kleren?"
"Gewoon," bijt ze op haar lip, de emoties gierend door haar lijf. "Op z'n plek."
"Doe niet zo -" Wolfs kijkt haar geïrriteerd aan en ziet dan voor de derde keer die dag de pretlichtjes in haar ogen oplaaien. Ze loopt op hem af en pakt zijn hand. Zonder verder iets te zeggen, loopt ze de overloop af naar haar kamer. Haar deur staat open en ze doet het licht aan als ze de kamer binnenstappen.

Wolfs' irritatie is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor intrige als hij zijn blik door de kamer laat gaan. In haar open kast hangen naast haar kleren nu ook zijn pakken. Op het nachtkastje ligt zijn boek en staat zijn wekker. Zijn platenspeler staat op het bureau en op de vloer staan zijn motorlaarzen naast haar hardloopschoenen.

"Je hoort hier," zegt ze, haast fluisterend en verlegen. "Naast mij. Bij mij. Als je wil ten minste, ik snap...Nee, sorry, dit had ik...ik zal het allemaal terug...tenzij..." Haar stamelende stem sterft weg en als hij ziet dat ze zijn blik probeert te vermijden, glimlacht hij.
Hij legt een hand onder haar kin en streelt haar wang met zijn duim.

"Dit heb je allemaal net gedaan terwijl ik stond te koken en jij zogenaamd ging douchen?"
Ze knikt en draait wat heen en weer, haar onzekerheid neemt de overhand en ze kan zichzelf wel voor d'r kop slaan. Zie je wel, ik heb het verkeerd aangevoeld. Hij wil helemaal niet hetzelfde als ik, hij wil gewoon collega's en huisgenoten zijn. Meer niet.

Ze voelt zijn lippen op haar voorhoofd en hoe hij haar gezicht nu in beide handen neemt. "Niet piekeren, Eef," fluistert hij en hij kust haar wang. "Dat hoeft niet. Tuurlijk is dit wat ik wil. Ik wil niks lievers."
Hij gaat door met het zachtjes kussen van haar wangen en ze merkt hoe ze ontspant in zijn armen. Haar handen gaan omhoog, naar zijn natte haar en ze heft haar hoofd zodat zijn lippen de hare vinden.

"Echt?" vraagt ze als hij hun kus verbreekt en verder de kamer in stapt.
"Echt," knikt hij en met Eva in zijn kielzog loopt hij naar de kledingkast. "Ik wil nergens anders zijn dan bij jou, naast jou, met jou." Hun handen zoeken elkaar en voor ze het doorhebben, zijn ze opnieuw verzonken in een diepe zoen. Wolfs slaat zijn arm stevig om haar heen en kijkt naar de stapeltjes kleding die op de planken liggen.

"Als je nou eens even laat zien in welke la m'n onderbroeken liggen..." lacht Wolfs, maar Eva kijkt hem met een veelzeggende blik aan."Misschien heb je die wel helemaal niet nodig vanavond..."

ScribblesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu