Déjà vu

321 17 6
                                    

"Waarom schoot je niet?"
Re-write van de scène aan het einde van de eerste aflevering van seizoen 17.
Waarin Wolfs niks gelooft van Eva's reden om Eddie niet meer te schieten.

——————————

"Je hebt nog steeds geen antwoord gegeven,"
"Waarop?"
"Waarom je niet geschoten hebt op Eddie. Jullie stonden recht tegenover elkaar."
Wolfs ziet hoe Eva's ogen eventjes vochtig worden, en hoe ze zich onmiddellijk herpakt.
"Omdat ik hem levend wilde, Wolfs," antwoordt ze. "Hij was de enige getuige die onze onschuld kon bevestigen."
Wolfs haalt even kort zijn wenkbrauwen op, maar nog voor hij op haar antwoord in kan gaan, heeft Eva zich al omgedraaid en beent resoluut weg langs de kolkende, ijskoude rivier. Hij slaakt een zucht, omdat hij weet dat er iets anders speelt. Hij had het gezien aan haar, aan de blik in haar ogen. Met een beginnende brok in zijn keel blijft hij nog even staan. Starend naar het stromende water, tot Eva's stem hem van een afstand bereikt.
"Wolfs! Schiet eens op joh!"

———

Die avond zitten ze samen in de keuken. De lege borden en pannen staan nog op tafel en ze staren beiden zwijgend naar hun glazen.
Al een paar keer heeft Wolfs voor zichzelf geprobeerd het gesprek te beginnen, maar de woorden lijken de weg naar zijn mond niet te kunnen vinden. Het knaagt aan hem, zoals het dat altijd deed als het Eva niet lukte om zich kwetsbaar op te stellen tegenover hem. Hij weet dat het niet te maken heeft met een gebrek aan vertrouwen; daarvoor is er in al die jaren veel te veel gebeurd. En hij weet ook dat hij uiteindelijk door haar muur zou breken en dat de echte reden boven water zou komen. Hij blijft alleen keer op keer hopen dat het haar uit zichzelf lukt.

Terwijl hij naar het halflege wijnglas in zijn hand tuurt, ziet hij vanuit zijn ooghoek hoe Eva aanstalten maakt om op te staan.
Vastberaden om haar niet met de chaos in haar hoofd, waarvan hij zeker weet dat die er is, te gaan laten slapen, schraapt hij zijn keel.
"Blijf nog even zitten, Eef."
Met een vragende blik laat zich met zichtbare tegenzin weer zakken in haar stoel.

"Ik geloof het niet," begint Wolfs voor ze hem iets kan vragen en Eva fronst verbaasd haar wenkbrauwen.
"Wat niet?"
"Dat je niet wilde schieten omdat je Eddie levend wilde."
"Hoezo niet?" Eva's wangen kleuren rood en ze wil wegkijken, maar tegelijkertijd borrelt alle emotie op en voelt ze een vlaag van woede en frustratie opkomen.

"Omdat jij dondersgoed weet hoe je iemand moet uitschakelen zonder 'm dood te schieten."
"En jij hebt geen idee hoe donker het daar wel niet was!" briest ze, en Wolfs schrikt van haar plotselinge boosheid. Hij wil tegen haar ingaan, als hij ziet hoe ze haar hoofd laat hangen. Zo snel als haar uitbarsting op kwam zetten, zo snel is 'ie weer verdwenen.
Even is het stil, en dan ziet Wolfs hoe er een paar tranen uit haar ogen ontsnappen en uiteenvallen op het tafelblad.
Hij steekt zijn hand uit en legt die voorzichtig op haar onderarm.
"Hee, wat is het nou, Eef?"

Tot zijn opluchting trekt ze haar arm niet terug. Integendeel, ze draait haar hand om en verstrengeld haar vingers met de zijne.
"Ik kon het niet," fluistert ze haast onhoorbaar en Wolfs legt zijn andere hand op de hare. Zachtjes streelt hij de rug van haar hand met zijn duim en geeft haar de tijd om verder te praten zonder haar aan te sporen. Hij kent haar goed genoeg om aan haar te zien dat ze de gebeurtenissen weer voor de geest haalt.
"Ineens kwam hij op me af," gaat Eva fluisterend verder. "Het was donker, ik zag eerst alleen zijn silhouet. Een man in pak, met een lange jas. En ik dacht dat..."
Haar stem sterft weg en ze laat haar hoofd weer verslagen hangen.
Bemoedigend knijpt Wolfs in haar vingers en legt dan zijn hand onder haar kin. Als hun blikken elkaar kruisen, ziet hij de tranen weer in haar ogen. Met een zachte glimlach knipoogt hij en knikt, om aan te geven dat hij haar begrijpt, al weet hij niet helemaal zeker wat nou precies het pijnpunt was voor haar.

"Ik dacht dat jij voor me stond," brengt Eva uiteindelijk ademloos uit. "En ineens was ik weer in de Zonneberg..."
Deze had Wolfs niet zien aankomen en even weet hij niet wat hij moet zeggen.
"Maar dat is al zo lang geleden, Eef."
"Ja, dat weet ik ook wel," snauwt ze, al is de irritatie in haar stem niet naar hem gericht maar naar zichzelf. "Het had me ook helemaal niet mogen afleiden, maar dat deed het wel. Ik zag jou weer liggen daar op de grond, en voelde de paniek van toen weer. Toen ik dacht..."
Ze slikt haar tranen weg en kijkt hem met een verlegen maar ontwapenende glimlach aan.
"Sorry," zegt ze. "Dat ik Eddie heb laten ontsnappen." Ze wendt haar blik af en Wolfs staat op, loopt om de tafel heen en slaat zijn armen om haar schouders. "Doe normaal, gek. Daar hoef je toch geen sorry voor te zeggen." Hij drukt een kus op haar kruin. "Zullen we vanaf nu gewoon alle achtervolgingen en arrestaties in grotten, gangenstelsels en afgravingen aan andere collega's overlaten?"
"Goed plan, we hebben niet echt onze beste momenten beleefd onder de grond." Eva zucht vermoeid, maar opgelucht tegen zijn borst.
Hij trekt haar dichter tegen zich aan en drukt zijn neus in haar lange, zachte haar.

Zo staan ze een paar minuten lang midden in de keuken. Eva voelt hoe Wolfs handen langzaam over haar rug naar beneden glijden en ze merkt het effect dat zijn aanraking heeft op haar lijf. Het gevoel van geborgenheid, veiligheid, warmte. Een gevoel dat ze nooit bij iemand anders had gekend en haar gedachten dwalen af naar een ander hachelijk moment ergens in een ondergrondse gang.

Hoe ze vastgebonden aan een omgevallen stoel op de grond had gelegen. Hoe hij de bom had gepakt en zonder een woord was weggerend. De explosie. De angst en verslagenheid die meteen waren verdwenen toen ze hem hijgend tegen de deur aan had horen vallen. Hoe ze hadden gezoend. Eerst lachend en vluchtig, uit pure opluchting. En toen, gepassioneerd, uit onuitgesproken liefde voor elkaar.

Als ze haar hoofd optilt en zijn ogen vindt, ziet ze dat Wolfs met zijn gedachten op dezelfde plek was als zij.
Net als al die jaren geleden zijn er ook nu geen woorden nodig. Is één enkele blik voldoende voor beiden om te weten wat de ander wil.
Ze laat haar wijsvinger over zijn wang glijden en voor ze het weet heeft Wolfs haar opgetild. Hun lippen vinden elkaar en ze voelen het allebei. Het vuur is weer ontstoken.

ScribblesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu