Eigenwijs

254 17 9
                                    

"Nee, dit kan echt niet Eef," zegt Wolfs met een schorre stem als hij haar de trap af ziet strompelen, haar gezicht wit en haar ogen glazig. "Jij moet je bed in."
"Welnee," wuift de brunette zijn opmerking weg en ze ploft neer aan de eettafel. Het was een heel eind geweest van haar slaapkamer naar de keuken, maar ze was absoluut niet van plan te laten merken hoeveel energie het haar gekost had. "Het is gewoon een verkoudheidje. Ik voel me prima!"

"Zo zie je er anders niet uit." Wolfs zet een glas verse jus voor haar neer en schuift het bord met wentelteefjes naar haar toe.
"En bedankt." Ze rolt met haar ogen en ze neemt een slok van haar drinken. "Gaan we eerst naar kantoor, of zullen we gelijk even langs bij mevrouw Krijns?"
Ze zaten midden in een zaak van een overval waarbij de winkeleigenaar, meneer Krijns, om het leven was gekomen en hoewel ze de twee overvallers eergisteren hadden opgepakt, bleven die volhouden absoluut geen geweld gebruikt te hebben en dat de man al dood was voor zij de zaak in waren gekomen.

"We moeten eerst naar Timo," zegt Wolfs als hij zijn laatste restje sap achterover giet en zijn jasje van de stoelleuning pakt. "Die belde net dat de autopsieresultaten binnen zijn."
"En die kan hij niet even door mailen?" zucht Eva terwijl ze opstaat en de wentelteefjes onaangeroerd in de koelkast zet.
"Je weet toch dat hij me veel liever in het echt ziet? Kan 'ie even lekker met me flirten." grijnst Wolfs en samen lopen ze de trap op.

———

Een paar uur later zitten ze op Mechels' kamer, de resultaten van de autopsie voor hen op tafel. "Dus meneer Krijns is gestorven aan een hartstilstand?" vraagt Mechels, haar ogen glijdend over het rapport.
"Ja," knikt Wolfs bevestigend en hij veegt wat zweetdruppels van zijn voorhoofd. "De beste man liep al jaren bij de cardioloog en volgens zijn vrouw was hij nogal laks als het op het innemen van zijn medicijnen aankwam."
"Een ongelukkige samenloop van omstandigheden dus." Ze klapt het dossier dicht en legt het terug op haar bureau.
"Inderdaad. Maar wat doen we nu met die twee knullen? Het is geen overval met dodelijke afloop, blijkt nu."
Mechels vouwt haar handen onder haar kin en kijkt bedenkelijk voor zich uit. "Ik ga het met Bols bespreken. Hoogstwaarschijnlijk wordt hen nu enkel inbraak en diefstal ten laste gelegd. Maar dat is uiteindelijk aan de OvJ."

Wolfs staat met een tevreden gevoel op en Eva, die het hele gesprek enkel naar haar knieën had gestaard, volgt zijn voorbeeld.
"Aan het werk dan maar weer hè? Er is -"
"Nee," onderbreekt Mechels hem. "Jullie gaan naar huis. Geen tegenspraak. Dat je je niet ziek wilt melden, Eva, dat siert je, maar zo functioneer je ook niet. En Wolfs, jij bent zo mogelijk nog bleker dan je collega. Ik kan het risico niet nemen dat jullie de hele afdeling hier gaan besmetten. Naar huis en uitzieken, allebei!"

"Jij bent net zo erg," lacht Eva zwakjes als ze in de auto stappen. "Je zit altijd maar te mekkeren dat ik zo eigenwijs ben, maar je kan er zelf ook wat van, meneertje 'ik ben nooit ziek'. Als je baas je naar huis moet sturen, is het echt overduidelijk."
"Ik ben niet ziek," mompelt hij terwijl hij de auto start. "En als ik het al ben, dan komt dat omdat jij me aangestoken hebt, Eef. Ik word anders nooit verkouden."

———

Hij zal het nooit hardop toegeven, maar eigenlijk was hij blij dat ze naar huis waren gestuurd. Eva was als een vaatdoek van de auto naar de voordeur gezwalkt en was eenmaal binnen linea recta naar boven gegaan. Hijzelf had nog net de energie gehad om naar de keuken te lopen en een dienblad te pakken. Met een grote pot thee, wat flesjes water en een pak droge kaakjes als proviand strompelt ook hij nu de trap op.

Op de overloop ziet hij hoe Eva uit haar kamer komt, haar haren in een losse knot bovenop haar hoofd en haar strakke werkoutfit ingeruild voor een joggingbroek en een trui. Hij moet lachen als hij haar met haar kussen onder haar arm midden op de gang ziet staan. "De weg kwijt van Dongen?"
"Mag ik bij jou in bed?" vraagt ze onzeker en hij kijkt haar verbaasd aan. "Ja, jij zweet je kapot, ik heb het steenkoud dus dan kunnen we elkaar net zo goed een beetje tegemoetkomen." Probeert ze het nog stoer over te laten komen, maar Wolfs weet wel beter. "Tuurlijk, kom."

Even later zijn ze geïnstalleerd in zijn kamer. Terwijl hij zich omkleed, en het zweet hem bij de minste of geringste beweging uitbreekt, nestelt Eva zich tegen het hoofdbord van zijn bed, een stomende mok thee in haar handen. Wolfs staat voor zijn kast en even overweegt hij een pyjama aan te trekken, maar als een nieuwe golf koortszweet over zijn rug gutst, besluit hij dat enkel zijn boxer al meer dan warm genoeg is. Hij draait zich om en grinnikt bij het beeld voor hem.
Zijn helft van het bed is leeg, op zijn kussen na, want Eva heeft zijn grote donzen dekbed volledig om zich heen geslagen. Alleen haar hoofd en haar handen steken onder de dekens uit en ze rilt terwijl ze een slok thee neemt.

Hij kruipt naast haar in bed en zet de televisie aan. "Kom eens hier," fluistert hij als hij Eva - en de marshmallow aan dekbed - tegen zich aan trekt en over haar armen en rug wrijft. "Heb je het echt zo koud?" Ze knikt en er verschijnt een kleine, dankbare glimlach op haar gezicht. "Alsof ik in een ijsbad zit, zo koud. Maar dit helpt al een hele hoop."
"Misschien had Mechels toch gelijk," grapt Wolfs. "Toch wel verstandig geweest om naar huis te gaan, denk ik."

———

Zwijgend drinken ze hun thee, dopen ze hun koekjes in de warme drank en kijken met een half oog naar de film die op tv is. Soms springt Eva uit bed als een vlaag van misselijkheid haar naar de badkamer dwingt en Wolfs blijft af en toe bijna hangen in een hoestbui, maar verder glijden de uren gestaag voorbij. Regelmatig dommelen ze even in en als de avond langzaam valt, wurmt Wolfs zich naast Eva onder het dekbed.

"Wil je zo wat eten?" vraagt hij met hese stem terwijl hij dicht naast haar ligt. Eva schudt haar hoofd. "Jij wel?"
"Nee, ik wil eigenlijk alleen maar slapen."
"Ik ook," fluistert Eva vermoeid. "Zal ik naar m'n eigen kamer gaan?"
"Niks daarvan," zegt Wolfs gedecideerd. "Jij blijft gewoon lekker hier, Eef. Je kan je persoonlijke kacheltje toch niet missen?"

Als ze allebei sniffend en kuchend tevergeefs hun draai hebben geprobeerd te vinden om weer in slaap te vallen, schuift Wolfs zijn ene arm onder Eva's schouder en slaat zijn andere over haar heen. Hun benen verstrengelen zich en Wolfs huivert als hij haar koude voeten tegen zijn gloeiende huid voelt.
"Jezus, van Dongen! Had je geen sokken aan kunnen trekken? Kolere, wat een ijsblokken."
Eva maakt gniffelend haar excuses en graaft zich dieper in zijn armen. "Ik help je alleen maar om een beetje af te koelen."
"Misschien is een waarschuwing in het vervolg wel prettig."
"Ik zal het onthouden voor de volgende keer."

Hij voelt hoe zijn oogleden zwaar worden en hoe ook Eva steeds meer in zijn armen zakt. Hij drukt een kus op haar slaap en knipt het nachtlampje naast het bed uit.
"Toch wel fijn dat we niet ziek zijn hè?"

ScribblesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu