Het is nu al vijf nachten geleden van het conflict tussen Ghuma en mij. Nog steeds voelt mijn hart zich dood en het heeft al vijf nachten na elkaar geregend. Natuurlijk vindt Amber het fantastisch, want ze heeft nu meer werk dan normaal, maar Mati echter. Eh, die is er niet zo blij mee. Maar dat kan me allemaal niets schelen. Mijn hart doet pijn en mijn tranen zijn de enige manier waarmee ik het een beetje kan luchten. Ja, het is zielig en zwak, want Bewakers huilen niet, ze zijn sterk en tonen geen zwakke emoties zoals pijn en verdriet. Maar tja, ik ben altijd al een buitenbeentje geweest. Tch, kan me niet schelen ook niet. Laat hen maar klagen, laat hen maar denken dat ik zwak ben. Het maakt niet uit. Niets maakt me meer uit. Ghuma haat me, hij haat me. En dat doet pijn. Zoveel pijn. Immens veel. Waarschijnlijk kan niemand op deze wereld, die van de mens of die van ons, mijn pijn begrijpen. Oh, wat ben ik egoïstisch. Iedereen moet lijden onder mijn pijn: De mens, Elora en zelfs de sterren!
Na het conflict met Ghuma hebben ze mijn pijn aangevoeld en zijn gestopt met dansen. Nu lijken ze gewoon jammerende zwervers i.p.v. vrolijke ballerina's. En dat is allemaal mijn schuld. Dat geeft me een groot schuldgevoel. Ook dat nog. Even laat ik een diepe zucht ontsnappen. Iedereen doe ik pijn. Iedereen maak ik boos. Ghuma, Mati, de sterren, de andere Bewakers... Pff, wat ben ik blij dat Imber er gelukkig mee is. Tenminste één iemand blij in al deze miserie.
Weer zucht ik en staar naar boven. Stilletjes vraag ik me af hoe het er aan toe gaat in het andere universum. Waarschijnlijk beter dan hier, 100%. Maar een tinkelend geluidje trekt mijn aandacht en snel kijk ik naar beneden. Als ik dat doe, bemerk ik niemand anders dan de oorzaak van mijn pijn. Ghuma. Na alles wat er tussen ons gebeurd is, na alles wat hij me heeft aangedaan, kan ik nog steeds mijn ogen niet van het goddelijke wezen afhouden. Alles aan hem is gewoon te perfect. Deze keer laat ik een zucht van teleurstelling. Maar dit perfecte wezen zal nooit van mij houden, nooit. Onmogelijk, zeker na de vorige keer. Weer zucht ik. Waarom blijf ik er maar over piekeren? Er valt toch niks meer aan te doen... Maar op de een of andere manier kan ik maar niet aan iets anders denken... Mijn gedachten zijn leeg als ik het goddelijke wezen met mijn ogen bemerk.
Hoe vaak ik ook geprobeerd heb om niet naar hem te kijken, mijn ogen kunnen zich maar niet afhouden van het wezen daar beneden. Maar mijn hart doet pijn als ik hem aankijk. Waarom blijf ik naar hem kijken? Ik verdien het niet...
Als uitweg besluit ik maar om mijn ogen te sluiten, maar dan zijn mijn gedachten weer met hem bezig. Ugh, ik ben echt erg. Stop met aan hem te denken! Stop met naar hem te staren! Hij haat je! Hij HAAT je! Dus het is voorbij! Hij is uit je leven! En toch... Toch kan ik niet stoppen met van hem te houden. Zielig, is het niet?
Met een diepe zucht open ik mijn ogen en bemerk iets ongewoons. Als ik naar beneden kijk, bemerk ik dat Ghuma naar me staart met... meelij? Nee, hij zit waarschijnlijk naar de sterren te staren en heeft meelij omdat ze niet meer dansen en niet meer vrolijk zijn. Dat zal het waarschijnlijk zijn, ja. Ja, dat moet het zijn. Dan is het hem gelukt om me te verrassen. Waarom komt hij naar boven? Met grote ogen staar ik de Bewaker van de Slaap aan, die nu hier voor me zweeft in zijn zandwolk. Na een diepe zucht zweeft hij mijn richting uit; sierlijk, maar ook een beetje gespannen. Met gestokte adem stopt hij een paar meter voor me en buigt.
"Het spijt me," zijn de woorden die zacht over zijn lippen glijden "dat ik u beledigd heb in welke manier dan ook. Het was niet mijn bedoeling om u van streek te maken. Ik hoop dat u mijn verontschuldiging accepteert." Verzoekt hij nederig en nog nooit heb ik zo veel woorden uit Ghuma's mond horen komen en allemaal met een zodanige zachte toon dan nog ook wel. Dat is echt verrassend. Al wat ik nu kan doen, is hem met grote ogen en sprakeloosheid aanstaren. Maar dan verandert zijn gezicht opeens van meelij naar verdriet. Ik ben te lang stil geweest. "Ik snap het. Mijn gedrag was dan ook onvergeeflijk. Het spijt me dat ik uw tijd heb verspild. Goedenacht verder." ik panikeer als hij zich om draait en weg zweeft.
"Wacht!" verlaat er, verrassend genoeg, mijn mond. Verbaasd, dat is te zien, draait hij zich om en één van zijn perfecte wenkbrauwen gaat naar boven. "Euhm... Ik..." oh, nee. Wat moet ik nu zeggen? "Ik, ik eh... Het spijt mij ook. Mijn gedrag was ook onacceptabel. Ik hoop dat je mij ook kunt vergeven." meteen bijt ik mijn lip. Ik hoop dat hij me vergeeft. Dan is dat wonder er weer. Hij glimlacht naar me.
"Ik vergeef het je. Als..." ik slik luid; als wat? "Als jij het mij ook vergeeft." zijn glimlach wordt breder en ik ben even verrast. Dit had ik, eerlijk gezegd, niet verwacht.
"Euhm... O-oké... Ik vergeef het je." als ik dat heb gezegd, glimlacht hij weer breder en zweeft dichter naar me toe.
"Dan vergeef ik u ook." nu is het mijn beurt om te glimlachen. Hij heeft me vergeven. En hij haat me niet. Zijn vergiffenis is het kostbaarste voor mij... Voor nu.
_________________________________________________________
Imber ============>
JE LEEST
The Guardian of the Moon (Editing)
Romance❝Ik ben Lune Guillemis en ik ben de Bewaker van de Maan.❞ Lune Guillemis is al honderden jaren lang de Bewaker van de Maan en heeft nog nooit een reden gehad om haar bestaan te twijfelen ook al heeft ze een geheim verlangen naar het mensenleven. Maa...