Nieuwe Maan

417 50 5
                                    

Het is nu al drie nachten geleden dat ik het me herinnerde. Dat ik me mijn moeder terug herinnerde. Dat ik me mijn dood terug herinnerde. Met gesloten ogen laat ik een zucht ontsnappen. Stop met daaraan te denken Shari. Of je gaat je nog beroerder voelen dan normaal. Met nog een zucht open ik mijn ogen en staar de Melkweg; wonderend. Zou Galaxia alles kunnen zien? Zou ze mij kunnen zien? Zou ze me kunnen horen? Of hoort ze alleen maar iemand die haar aanspreekt, zoals ik gisteren deed? Al dat soort vragen springen in me op en komen allemaal samen op een antwoord: Ik zal het nooit weten. Geïrriteerd kreun ik en leun mijn hoofd tegen de leuning van mijn troon. Waarom is het allemaal zo verschrikkelijk irriterend? Waarschijnlijk is het lot me nu echt aan het haten. Tot nu toe is alles me tegengevallen: Mijn moeder is dood, ik ben ook dood, technisch gezien, mijn vader is ook dood, mijn broer is ook dood, technisch gezien, de Bewakers vinden me vast en zeker zwak en mijn enige liefde in mijn onsterfelijk leven haat me. Kan het nog erger worden?

"Luna..." ik wordt uit mijn verdachten verstoord door een hoog, tinkelend stemmetje. Normaal gezien zou ik het een prachtig geluidje vinden, maar ik ben nu gewoon echt veel te boos.

"WAT?!" het was mijn bedoeling niet om te knakken, maar alles werd me gewoon even te veel. Maar als ik het bange gezichtje van Polaris bemerk, verzacht ik mijn blik en voel schuld borrelen in mijn buik. Niet weer, hé. "Sorry, Polaris. Het was niet mijn bedoeling om te knakken, echt sorry. Wat wilde je tegen me zeggen, hm?" met nieuwsgierige ogen bekijk ik houd ze vol schaamte haar hoofd naar beneden buigt zodat haar lange sterrenzilveren lokken voor haar gezicht vallen. Verbazing vult mijn ogen. "Polaris, wat is er?" ze schudt haar hoofd en ik trek een wenkbrauw op. Wat is er opeens met haar. "Hey, Polaris." heel voorzichtig reik ik naar haar en raak zachtjes haar zilveren huid aan. "Polaris, kijk me aan." hevig schudt ze haar hoofd en blijft met haar hoofd naar beneden staan. Met een zucht staar ik haar aan en trek mijn hand terug. Hoe moet ik dit nu aanpakken? Even denk ik na en dan kom ik op iets. "Polaris," niks, had ik kunnen weten, maar dat is mijn doel niet. "Weet je. Als je me nu vertelt wat er aan de hand is, krijg je van mij een Maankoekje. Nee, een schaal Maankoekjes. Dat beloof ik je." door haar lokken kan ik bemerken dat haar ogen zich wijden. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht. Ha, ik heb haar. Ik weet dat ze een zwak heeft voor Maankoekjes. Welk kind nu niet?

"Wel..." heel erg langzaam tilt ze haar hoofd op en nu kan ik haar recht in haar zilveren ogen aankijken. Vol bewondering kijk ik haar aan. Ik heb de sterren altijd al wonderbaarlijk gevonden. Ze zijn ook gewoon zo mooi. Abnormaal mooi. Echt prachtige, goede wezens. "Euhm, eh..." vol geduld wacht ik af tot ze me eindelijk vertelt wat er aan de hand is, want aan haar houding te zien, is het iets heel erg. Normaal gezien is ze altijd zo spraakzaam en weet altijd wat te zeggen. Maar als er wat aan de hand is, dan stottert ze altijd en zoekt altijd naar haar woorden. "Nou, wel... Euhm... Eh... Ik, eh..." en dan krijg ik weer een idee. Om haar aan te moedigen, laat ik met mijn krachten een bokaal vol Maankoekjes verschijnen en toon het haar. Weer wijden haar ogen zich en deze keer worden ze zo groot als de ogen van een puppy. Aw, kei schattig. "Wel, ik eh... Ik heb je   slaapzand laten vallen en nu is het weg." ik kijk haar verward aan. Wat zei ze? "Wat zei je net? Ik verstond je niet erg goed." ze ademt diep in en uit en kijkt me dan weer aan. "Ikhebjeslaapzandlatenvallenennuishetweg." ze zegt het zo snel dat ik er helemaal niets van heb verstaan. "Wat?" deze keer zucht ze en kijkt me vol schuld aan. "Ik heb je slaapzand laten vallen en nu is het weg." ze sluit heel snel haar ogen en bijt op haar lip als ze dat heeft gezegd.

Even functioneer ik niet meer zo goed. Wat zei ze net? Dat ze mijn slaapzand had laten vallen en dat het nu weg was? Dat kan niet! Mijn slaapzand zit hier! In mijn zakje! Maar als ik mijn hand uitstrek om mijn zakje te grijpen, voel ik dat de plaats, waar mijn zakje lag, leeg is. Mijn zakje is weg. Dus dat betekent dat... Dat ze mijn zakje echt heeft laten vallen en dat mijn slaapzand echt weg is. Nog heel snel neem ik Polaris' bange gestalte in me op en knipper. 1 keer... 2 keer... 3 keer...

The Guardian of the Moon (Editing)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu