Terugkeer

283 43 22
                                    

A/N: Hey, ik ben er weer! :D Ja, het heeft waarschijnlijk erg lang geduurd, maar ik heb het nogal druk met de examens. :/ Maar bon, tijdens al miijn vrije momenten was ik bezig met schrijven natuurlijk en ook aan dit verhaal! :D Dus, hier is het dan! Ik hoop dat jullie het leuk gaan vinden. :)

Bedankt voor de + 2.4k lezers, +250 votes en + 100 reacties. :D Love you all! :3

Opgedragen aan @LarryFG_Astrid, omdat ze het gevraagd heeft. ^^

BTW heb ik jullie al duidelijk gemaakt dat Grisma en Fang broer en zus zijn? Oo Ja, want Fang is samen met Amber en Grisma is samen met Taiheiyo. Sorry voor de verwarring. ^^"

De Bewakers van Neptunus en Uranus (Ik weet dat ze van Sailor Moon komen, maar daar kwam de inspiratie van hen ook vandaan, xD) :D =============>

Return to You - August ==================>

De reis terug naar huis zou normaal gezien makkelijker zijn dan de reis heen. Normaal gezien. Ik heb zo'n raar gevoel in mijn buik dat er iets gaat gebeuren onderweg. Natuurlijk kan ik het fout hebben, maar ze zeggen dat je niet moet twijfelen aan de vrouwelijke intuïtie. Dus ben ik, voordat we vertrokken, naar mijn moeder gegaan en heb het tegen haar verteld en het grappige was dat zij hetzelfde voelde. Dus ja, ik ben een beetje bang voor wat de reis terug met zich mee zal brengen. Hopelijk zal het niet zo erg zijn zoals de heenreis. Br, ik krijg nog steeds rillingen van die grote meteoriet. Gelukkig had Adelina me weggeduwd en de meteoriet tegengehouden met wind, hoe weet ik niet, maar ach. Dat is niet belangrijk nu. Nu moet ik me concentreren op de terugreis.

"Shari, ben je klaar om te vertrekken?", vraagt Ashun en draait zijn hoofd mijn richting uit. Met een 'hm' kijk ik op naar hem; wakker geschud uit mijn gedachten. Kort grinnikt hij even en rolt dan speels zijn ogen. "Ik vroeg of je klaar was om te vertrekken?", herhaalt hij en grinnikt nog eens. Even knipper ik met mijn ogen, nog een beetje stomverbaasd, en als de vraag dan eindelijk inzinkt, knik ik en glimlach naar hem.

"Ik ben klaar.", vertel ik hem zelfverzekerd en hij knikt. Meteen draait hij zich om en zweeft naar de andere. Ik kan zijn mond zien bewegen, maar ik doe geen moeite om te verstaan wat ze zeggen. Mijn gedachten zweven weer eens terug naar een zeker Bewaker met rode haren en amberkleurige ogen. Ghuma, oh Ghuma. Ik mis hem zo verschrikkelijk. Pas toen ik eraan werd herinnerd dat we terug naar huis moesten, herinnerde ik pas hoe zeer ik hem miste. Zijn zachte handen, zijn warme adem, zijn zachte lippen en hypnotiserende ogen. Ugh, hoe heb ik dat allemaal kunnen achterlaten toen ik vertrok? Toen leek het zo simpel, maar nu lijkt het gewoon onmogelijk. En pas nu, nu dat ik aan hem denkt, verlangt mijn lichaam naar zijn aanraking. Diep zucht ik. Ik mis hem echt zo erg.

"Shari!", roept er iemand mijn naam en even schiet ik geschrokken in de lucht en draai me dan in een ruk om en bemerk dat iedereen me aankijkt. Meteen bloos ik een donker kleur rood uit schaamte en grijns dan schaapachtig.

"Ja?", vraag ik stilletjes en zachtjes gniffelen ze allemaal. Moh, me niet uitlachen! Hoe dan ook, na een momentje van gegniffel besluit Diell om dan maar te spreken.

"Kom je nog? We gaan vetrekken of wil je liever hier blijven of zo?", vraagt hij spottend en ik zend hem nog even een strenge blik toe voordat ik mijn hoofd schud en me voeg bij hun groepje.

"Nee nee, ik ben er al. Ik zou voor geen goud willen missen hoe jij in Elora's armen springt als jullie elkaar terugzien.", grap ik en bemerk vanuit mijn ooghoeken dat zijn wangen mega rood worden en ik grijns breed. Naast me kan ik de rest horen grinniken en dat verbreedt mijn grijns gewoon. Met een licht pruilgezichtje zweeft Diell verder en kijkt erg zielig, zo zielig als een puppy. Aw, hij ziet er zo schattig uit. Hoe dan ook, allemaal samen zweven we door het heelal en nemen dezelfde weg als daarvoor. Wat betekent dat we weer door de koude van Neptunus moeten gaan. Br, de vorige keer vroren mijn tenen er bijna af. Hoe dan ook het is de enige korte en snelle weg terug, dus we moeten hem wel nemen. Na een paar minuten reizen, voel ik opeens een koude rilling door mijn lichaam gaan en dan realiseer ik me dat we dicht in de buurt van Neptunus zijn. Oh boy. Maak je maar klaar voor de vriesbui. Met handen al wrijvend over mijn armen vliegen we richting de grote koude planeet. Steeds als we dichterbij komen, wordt het steeds kouder en kouder. Tot het punt waar mijn lippen helemaal blauw zien, wat een geluk dat ik onsterfelijk ben. Maar ligt het nu aan mij of is het kouder dan eerst?

The Guardian of the Moon (Editing)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu