Hoofdstuk 36: Een Vaderlijk Gesprek

1 0 0
                                    

De zon was al ondergegaan, en de kasteelgangen vulden zich met het zachte schijnsel van toortsen. In een van de kleinere kamers zat Robin, frisgewassen en gehuld in een eenvoudige maar schone linnen tuniek. Zijn huid tintelde nog steeds van de grondige schrobbeurt die Quin hem had gegeven. Hij zat op een houten bankje, zijn haar nog vochtig, terwijl hij opkeek naar zijn vader, Robin Hood, die zwijgend voor hem stond.

"Ik kan me niet herinneren dat je ooit eerder zo rook," begon Robin Hood uiteindelijk, een flauwe glimlach op zijn gezicht. "Ik was bijna vergeten dat je een zoon van mij was en geen inwoner van Sherwoods ondergrondse holen."

Robin junior rolde met zijn ogen. "Ik weet het, ik weet het. Iedereen vindt dat ik stink. Dat is wel duidelijk."

Robin Hood schudde zijn hoofd en ging naast hem zitten, zijn gezicht nu serieus. "Het gaat niet alleen om hoe je ruikt, jongen. Het gaat erom hoe je jezelf presenteert, hoe je voor jezelf zorgt."

"Ik leefde in het bos, vader," antwoordde Robin met een lichte frons. "Wie let er nou op hoe ik eruitzie? De herten? De bomen?"

Robin Hood lachte kort. "Misschien niet de bomen, nee. Maar je bent geen kind meer. Je bent veertien, Robin. En als zoon van Robin Hood draag je een naam die respect afdwingt. Maar dat respect begint met respect voor jezelf."

Robin keek naar zijn handen, die eindelijk vrij waren van het zwarte vuil dat er jarenlang in had gezeten. "Ik dacht dat het niet uitmaakte. Niemand zei er iets van."

"Dat is precies het probleem," zei Robin Hood streng. "Mensen zeggen niets omdat ze denken dat je te koppig bent om te luisteren. Maar diep vanbinnen weten ze het wel. En als je dat toelaat, verliezen ze hun vertrouwen in jou. Als je zelfs niet voor jezelf kunt zorgen, hoe kun je dan ooit voor anderen zorgen?"

Die woorden troffen Robin harder dan hij had verwacht. Hij keek op naar zijn vader, die hem met een mengeling van strengheid en begrip aankeek.

"Ik weet dat ik niet altijd een voorbeeld ben geweest," ging Robin Hood verder. "Mijn leven in Sherwood was geen schoolvoorbeeld van hoffelijkheid of hygiëne. Maar ik heb geleerd dat kleine dingen ertoe doen. Je hoeft geen prins te zijn, maar je moet wel tonen dat je jezelf respecteert."

Robin zuchtte. "Dus ik moet nu elke dag in bad?"

Robin Hood glimlachte breed. "Misschien niet elke dag. Maar vaker dan eens in de tien jaar zou een goed begin zijn."

Ze lachten allebei, en de spanning in de kamer leek weg te smelten.

"Je weet dat ik je alleen maar lastigval omdat ik om je geef, toch?" vroeg Robin Hood.

Robin knikte langzaam. "Ik weet het, vader. Het spijt me. Ik zal mijn best doen."

Robin Hood klopte hem stevig op de schouder. "Dat is alles wat ik vraag."

Even zaten ze in stilte naast elkaar, vader en zoon, voordat Robin Hood opstond. "Kom, laten we je moeder en zus geruststellen. Ze denken vast dat ik je een lesje leer met het zwaard in plaats van met woorden."

Robin grinnikte en stond ook op. "Bedankt, vader."

Samen verlieten ze de kamer, een belofte in de lucht dat deze avond een nieuwe start markeerde voor de jongste telg van de familie Hood.

Het Zwarte WaterWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu