Al enkele jaren worstelde Robin met de jeuk. Het was begonnen toen hij een paar jaar geleden voor het eerst begon te merken dat zijn lichaam veranderde. In het begin was het niets ernstigs, gewoon een lichte irritatie die wel eens kwam en ging. Maar naarmate de tijd verstreek, werd de jeuk heviger en meer constante met de jaren. Het begon met een onschuldige jeuk aan zijn buik, maar al snel voelde hij het overal: zijn kruis, zijn armen, zijn nek. Niets leek de onophoudelijke drang om te krabben te verlichten. Het was alsof het zijn hele lichaam in een vicieuze cirkel van ongemak had gevangen.
Vandaag was geen uitzondering. Robin was twaalf jaar oud, inmiddels oud genoeg om te begrijpen dat wat hij voelde niet helemaal normaal was, maar hij had geen idee hoe hij het moest aanpakken. In de diepte van Sherwood Forest, waar hij de afgelopen jaren zoveel tijd had doorgebracht, krabde hij alweer aan zijn kruis met een stuk tak. Zijn kleine handen, die soms de kracht en de vastberadenheid van iemand ouder hadden, gleden weer naar de plek die hem zo'n constante ergernis bezorgde.
De bomen stonden als een duistere omhulsel om hem heen, hun takken verweven boven hem als een natuurlijk dak. De grond onder zijn voeten was bedekt met een laag gevallen bladeren, een zachte ondergrond die zijn stappen dempte. De geur van aarde en mos mengde zich met de frisse lucht die door het bos waaide, maar het hielp hem niet om de jeuk te vergeten. Het was constant, een onvermijdelijke last, die hem dwong om in stilte verder te worstelen met iets waar hij niet over durfde te praten.
Zijn ogen gleden af en toe naar de dieren die hem omringden – de herten die in de verte stonden, de vogels die hun roep over het woud lieten galmen – maar zelfs de rust van het bos kon de jeuk niet wegnemen. Elke beweging van zijn lichaam leek de ongemakken die hij al zo lang ervoer te verergeren. Zijn gedachten gingen niet naar de vrijheid van het bos, maar naar de drang die hem in zijn greep had.
Met elke stap die hij verder het bos in zette, voelde het alsof de irritatie zich verspreidde. Eerst had het maar een klein stukje van zijn huid aangedaan, maar nu had het zich geworteld, niet alleen in zijn gedachten, maar in de cellen van zijn lichaam. Als een infectie had de jeuk zich verspreid en kreeg hij er maar geen grip op.
Robin stopte voor een moment, diep ademend, in de hoop wat kalmte te vinden, maar zijn handen gleden alweer naar beneden, naar de ongemakken die geen einde leken te kennen. Het was moeilijk om te negeren, moeilijk om niet alles om hem heen te vergeten en zich te concentreren op de brandende sensatie die overal leek te branden. Maar wat kon hij doen? Hij was hier, in het bos, helemaal alleen.
Zijn gedachten dwaalden kort af naar zijn ouders, naar het kasteel waar hij vandaan kwam. Ze hadden hem altijd verteld dat hij sterk moest zijn, dat hij zijn problemen moest overwinnen, maar hoeveel langer kon hij dit volhouden? De jeuk had hem vastgebonden, en het leek alsof niets het kon verlichten. Er was geen manier om te ontsnappen, geen oplossing die hij kende. Geen arts die hij kon raadplegen, geen magische spreuk die zijn ongemak zou kunnen wegnemen. Dit was zijn last om te dragen, een last die in de schaduw van de bomen verborgen moest blijven.
In de verre verte hoorde Robin een paar vogels fluiten. Ze klonken rustig, onwetend van de strijd die hij met zichzelf voerde. De natuur leek hem niets te bieden. Alles was hetzelfde: de bomen, de dieren, de lucht – maar het ongemak dat hem steeds verder naar beneden trok, leek alles wat belangrijk was te overstemmen. De vrijheid die het bos bood, voelde nu als een gevangenis.
Langzaam zakte Robin door zijn knieën, zijn hand die voor de zoveelste keer naar zijn kruis ging. Dit was zijn leven nu. Krabben. Hij had geen idee of dit ooit zou eindigen. De jaren van jeuk waren geworden wat zijn wereld was. Het bos had hem altijd troost geboden, maar zelfs de rust van de bomen voelde nu leeg en verre van helend.
Langzaam, als een dier dat zich verstopt voor zijn vijanden, stond Robin weer op, zijn handen nog steeds in zijn broek en zijn gedachten ver weg. Het bos, de bomen, de dieren – alles was hetzelfde. Behalve hij. Hij was veranderd, steeds meer gevangen in iets dat hij niet begreep. Misschien zou hij zich ooit bevrijden van de jeuk, maar op dit moment was dat iets dat hij niet eens meer durfde te hopen.

JE LEEST
Het Zwarte Water
Historical FictionIn de schaduw van Sherwood Forest woedt meer dan alleen strijd tegen de Sheriff van Nottingham. Hier, te midden van ruisende bladeren en heimelijke ontmoetingen, verbergen Robin Hood en Lady Marian geheimen die branden als het kampvuur in de nacht...