Deel 1 - Hoofdstuk 3

3.7K 222 23
                                    

Denk je nou echt dat een beetje kwijl me op de bank laat slapen?

Met een glimlach zat ik op de achterbank van hetzelfde busje dat ons naar het bureau had gebracht, op weg naar ons 'vakantie' adres. We hadden nu wel een paar getuigen, die wisten dat we in het land waren. De enige die wat mocht weten, was de afdeling hier. En nu hadden we een nieuwe, niet gewenste getuige. Ik wist niet hoe daarop gereageerd zou worden, maar dwong mezelf om die gedachte niet toe te laten. 

Ik besloot nu gewoon te genieten van het gezicht dat de commissaris opzette, toen hij de telefoon neer had gelegd; beschaamd en zeer zeker ook kleinerend. Volgends mij was hij nu nog steeds bezig om bewijs te verzamelen dat wij gewoon twee zeer arrogante en slechte tieners waren, inplaats van dat wij een hogere rang hadden dan hij. 

Bij die gedachte kreeg ik een grijns op mijn gezicht. Het was misschien kinderachtig om te genieten van zijn nederlaag, maar de pijn in mijn polsen zorgde ervoor dat mijn schuldgevoel niet op kwam zetten. Eigen schuld.  

Nadat we waren afgezet met onze spullen, begon het te regenen. "Hoe typisch!" zei ik zuchtend. 

Hij nam de tas uit mijn handen, en ging het park in. Ik rende snel achter hem aan. "Hey! Dat kan ik zelf ook wel!" 

"Nee hoor, dit moet je aan mannen overlaten." beweerde hij.

Ik rolde met mijn ogen. "En jij bent zeker een échte man." 

Hij keek achterom en gaf me weer een knipoog. Een warm gevoel verspreidde zich in mijn buik.

"Hoe kan jij zo vrolijk zijn met dit weer?" vroeg ik, om de stilte te verbreken. 

 "Ach het is een gave."

Ik liep hoofdschuddend naar voren en haalde hem in om bij de receptie in te checken.

Toen ik bij de balie kwam, zat een dame verveeld voor zich uit te kijken. Ze kauwde uitgebreid op haar kauwgom en zei haar ingestuurde tekst: "Hallo. Welkom bij het luxe bungalowpark Las Vegas Bungalows. Wat kan ik voor jullie doen?" 

"We komen de sleutel ophalen van ons huisje." zei ik op dezelfde monotoon terug.

Engels was voor mij geen probleem, aangezien ik van mijn derde tot mijn achtste in Engeland had gewoond. Het was letterlijk geluk bij een ongeluk. Ze overhandigde ons de sleutel van huisje zestien. Ik bedankte, en liep weer terug naar de jongen.  

"En welk huisje hebben we?" vroeg hij al op een paar meter afstand, terwijl hij onder een afdakje stond te wachten. 

"Nummer zestien." Ik bedacht dat ik nu beter zijn naam kon vragen, dan later. "Trouwens, hoe heet je eigenlijk?" Ik vroeg het toch wel een beetje beschaamd, want ik had zijn naam moeten onthouden toen het tegen me werd gezegd. 

"Oh, ik heb me niet eens voorgesteld. Ik ben Jess." Hij stak zijn hand uit. 

Ik schudde zijn de hand. "Ellis, maar dat wist je al." 

"Inderdaad." 

✭~✭~✭

"Dit kun je niet menen! Zo klein?" riep Jess verbouwereerd. 

We keken naar het huisje. Ik vond het er dan wel weer gezellig en stijlvol uitzien, maar eerlijk was eerlijk, het was wel érg klein. De gedachte dat in Amerika alles groot moest zijn, spookte door mijn hoofd. Wat fijn dat het dan niet op gaat als ik er een keertje ben. 

Ik duwde de sleutel in het slot en liep -nadat ik uitgevogeld had dat je twee keer moest draaien, en dus niet één keer- naar binnen. Het kleine huisje had een toilet, woonkamer en een keuken. Ik rende de trap op, maar toen ik bij de derde tree bijna uitgleed, liep ik de laatste paar treden. Op de bovenverdieping was een badkamer en een slaapkamer. Ik bleef even stil staan. Wacht even, één slaapkamer?!

"Shit!" 

"Wat?" Jess was achter me aan gelopen, en keek me nu vragend aan. 

"Er is maar één slaapkamer!" 

"Ja dus?" 

"Hallo? Eéntje!" 

Eindelijk begon bij hem het kwartje te vallen. "Dan vragen we toch gewoon een ander huisje?" 

"Nee dat kan niet!" zuchtte ik. "In dit huisje zit bij de televisie een verbinding met de thuisbasis." 

"Hoe cliché," Hij trok zo'n verontwaardigt gezicht, dat ik in de lach schoot. "dat wordt voor één van ons op de bank slapen." maakte hij zijn zin af, en hij zond me een uitdagende blik

"Wil je zeggen dat.." begon ik, maar hij knikte al en rende toen naar de slaapkamer. Meteen zette ik de achtervolging in. Bij de deuropening van de kamer, zat ik vlak achter hem.Toen hij de drempel over was gegaan, vloerde ik hem en rende ik naar het bed. Snel ging ik erop liggen, en likte ik aan het dekbed. 

Hij keek me aan met een are-you-seriousblik. "Denk je nou serieus dat een beetje kwijl me op de bank laat slapen?" 

Hij trok het dekbed onder me vandaan, waardoor ik ernaast viel. Snel trok ik hem aan zijn arm, zodat hij ook van het bed af zou vallen. Hij viel boven op me,  en gezicht was nog maar twee centimeter van de mijne verwijderd. 







Undercover as a criminal | Boek 1 en 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu